Voorpublicatie: hoe Odiel Defraye de eerste Belgische Tourwinnaar werd

© Wikipedia
Jacques Sys
Jacques Sys Jacques Sys is een Belgische sportjournalist

Dinsdagavond wordt het boek ’top 1000 van de Belgische wielrenners’ voorgesteld, vanaf woensdag ligt het in de Standaard Boekhandel. Als opwarmer: het hoofdstuk van Odiel Defraye, de eerste Belgische Tourwinnaar. ‘Aanvankelijk mocht Defraye de Tour van 1912 niet rijden. Tot de Belgische vertegenwoordiger van zijn sponsor zich kwaad maakte.’

Odiel Defraye, de eerste Belgische Tourwinnaar, kende een hevige, maar korte carrière. Hij werkte aanvankelijk in een borstelbedrijf, maar omdat hij bij de renners zonder vergunning eens drie koersen op een dag had gewonnen, liet zijn baas hem bij wijze van training brieven leveren in Brussel.

In 2012 was het 100 jaar geleden dat Odiel Defraye als eerste Belg de Ronde van Frankrijk won. In Rumbeke, zijn geboorteplaats, werd er toen op het kerkplein een standbeeld onthuld. Een klimmende Odiel is te zien op een grote sokkel die Frankrijk voorstelt.

In de talkshow Vive le Vélo,die de VRT tijdens de Tour uitzendt, stond de figuur van Defraye centraal. De trofee Fraaie Odiel werd dagelijks uitgereikt aan een opmerkelijk iemand uit het peloton.

En er kwam ook een aangrijpend theaterstuk over het leven van deze flandrien. Het ging daarin niet alleen over de koers, maar ook over de liefde, opgroeien in oorlogstijden, vechten om iets te bereiken en de broosheid van de eeuwige roem.

Het is uiteraard toeval dat Odiel Defraye werd geboren op de Franse nationale feestdag. Zijn ouders hadden het niet breed, zeker niet nadat zijn vader werd geteisterd door reuma. Toen Odiel op zijn veertiende zijn eerste koers won en glunderend met een hesp naar huis kwam, steunden ze hem volop in zijn passie. Het geloof in een carrière kwam er in 1908 toen Defraye de Ronde van Vlaanderen voor amateurs won. Eén jaar later zette hij de stap naar de profs en reed meteen de Tour. Maar na een paar dagen blies Defraye roemloos de aftocht. Het duurde veertien dagen voor hij weer thuis was.

In 1911 klopte Odiel Defraye nadrukkelijk aan de poort: hij werd in Bastenaken nationaal kampioen, nadat hij in een spurt met drie onder meer de grote favoriet Cyrille Van Hauwaert achter zich liet. De West-Vlaming viel op door de speelse en dartele manier waarop hij over de Ardense hellingen reed en gleed. Maar niemand die in dit lichtgewicht een potentiële winnaar van de Ronde van Frankrijk zag. Ook al niet omdat hij als een vrije vlinder door het leven fladderde. Fuiven moest je Defraye niet leren.

Kwaal aan de ogen

Aanvankelijk mocht Odiel Defraye de Tour van 1912 niet rijden. Tot de Belgische vertegenwoordiger van zijn sponsor zich kwaad maakte.

Daarom ook geloofde men bij Alcyon, de ploeg van Odiel Defraye, niet erg in zijn mogelijkheden. Hij werd aanvankelijk niet geselecteerd voor de Ronde van Frankrijk van 1912. En dat ofschoon hij net eerder met brio de Ronde van België won en daarin de Franse vedette Henri Pélissier aftroefde. Pas onder druk van een kwade Belgische vertegenwoordiger van de sponsor werd Defraye alsnog opgevist. Die had met represailles gedreigd. Defraye begon niet bepaald in ideale omstandigheden aan het grote avontuur want toen er in de lente in het Luikse hevige sociale onlusten waren uitgebroken, moest hij met het leger dat protest de kop indrukken. Pas een week voor de Tourstart keerde hij weer terug naar huis.

Defraye begon aan de Ronde met bescheiden ambities, als helper van de Fransman Gustave Garrigou. Die gaf er al in de eerste rit de brui aan. Zo werd het tapijt uitgerold voor de sluwe Defraye die in de bergritten de basis zou leggen voor zijn zege. Eerst rekende hij af met het Franse godenkind Octave Lapize, dan volgde hij de sterke Eugène Christophe, om vervolgens in de eerste Pyreneeënrit tussen Luchon en Perpignan uit te breken. In de volgende etappe kende Defraye pech, maar zelfs de samengebundelde krachten van de Fransen kregen hem niet klein.

In deze Tour, die niet met de tijd maar met de punten werd beslist, hadden de Belgische renners definitief de Franse hegemonie doorbroken: negen Belgen finishten binnen de eerste twaalf.

Heel Brussel liep uit om de eerste Belgische Tourwinnaar te begroeten. Supporters kropen op de tramstellen om een glimp van de West-Vlaming te kunnen opvangen. Odiel Defraye verdiende met zijn zege 32.000 goudfranken, 40 jaarlonen van een borstelmaker. Hij kocht later met zijn prijzengeld in Rumbeke een stuk grond, bouwde er een villa en legde in de tuin een wielerbaan. Dezelfde piste waarop Patrick Sercu later veelvuldig ging trainen.

Vlaamse beweging

De historische betekenis van de eerste Belgische Tourwinnaar kan moeilijk overschat worden. Als renner groeide Defraye uit tot een rolmodel van de Vlaamse Beweging. In het begin van de twintigste eeuw maakte het idee opgang dat een volk zich alleen maar kon ontwikkelen als het ook lichamelijk sterk was. Odiel Defraye bracht door zijn prestaties zijn volk zelfbewustzijn bij. Onrechtstreeks zorgde hij ook voor de geboorte van de Ronde van Vlaanderen die in 1913 voor het eerst werd georganiseerd om Sportwereld te promoten, het huidige sportkatern van Het Nieuwsblad. De plannen om een sportkrant te maken bestonden al, maar ze werden nu in een stroomversnelling gebracht. Vreemd genoeg zou de peetvader van de Ronde van Vlaanderen die koers nooit rijden. Zijn Franse bazen wilden dat hij zich concentreerde op Parijs-Roubaix.

Odiel Defraye leek in 1913 in de Helletocht naar de zege te stormen, tot hij door een loslopende hond ten val kwam. Defraye had op dat moment wel al Milaan-Sanremo gewonnen, in verschrikkelijke weersomstandigheden waardoor hij lang met een kwaal aan de ogen sukkelde. Hij lijkt aanvankelijk ook in de Tour van 1913 te schitteren. Nadat hij als leider de Pyreneeën induikt, moet hij door een dijblessure de strijd staken.

Het zal meteen zijn laatste grote wapenfeit zijn. De Eerste Wereldoorlog brak uit en nadien was Odiel Defraye nog maar een schim van zichzelf. Toch modderde hij nog aan tot 1924. Na zijn carrière stampte Odiel Defraye een hotel en een aantal brasserieën uit de grond. Het blijken stuk voor stuk goudmijnen. De volksjongen heft nog altijd graag het glas met zijn stamgasten en haalt aan de toog herinneringen op van zijn succes in 1912. In 1953, bij de viering van vijftig jaar Tour, schittert hij door afwezigheid. Hij had te veel gedronken en zijn trein gemist.

Het was het begin van het einde. Odiel Defraye wordt een paar keer door een beroerte getroffen en zal uiteindelijk op zijn 77e in het rusthuis in het Waals-Brabantse Bierges sterven. Vergeten door iedereen. Tot hij 100 jaar na zijn Tourzege weer werd herdacht als een wielericoon uit de prehistorie.

‘Top 1000 van de Belgische wielrenners’ van Jacques Sys is geen zoveelste boek over de wielersport, maar een kolossaal naslagwerk, 536 pagina’s dik. Lees meer.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content