Yves Lampaert: bijnaam van een tractor, pk’s van een Ferrari

© BELGA
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Als pas derde Belg ooit, na Stijn Devolder en Philippe Gilbert, veroverde Yves Lampaert na een nationale tijdrittitel ook de titel op de weg. Wéér een klinkende zege erbij voor de West-Vlaming. En dat is al lang geen toeval meer.

John Deere is zijn bijnaam, naar een bekend tractormerk waar de boerenzoon thuis al vele uren mee gereden heeft. De rénner Yves Lampaert heeft echter veeleer de pk’s van een Ferrari.

De manier waarop hij het BK in Binche won, was dan ronduit indrukwekkend. Nog lang voor de finale, waarin hij wegsprong van ploegmaat Philippe Gilbert en Jasper Stuyven, had hij al een precaire situatie voor Quick-Step Floors rechtgezet, door naar een grote kopgroep te springen, ook daarna de koers hard te maken, én slim af te werken. Of zoals Lampaert, op zijn typische aaibare manier, dat omschreef: ‘Skarten en schaken tegelijkertijd.’

Geen verrassing voor wie de Stier van Ingelmunster – zijn andere bijnaamde voorbije weken heeft zien vlammen. In de Ronde van Zwitserland werd hij in Gstaad, na een lastige finale met een acht kilometer lange klim, tweede in een sprint van 64 renners, na de ontsnapte winnaar Juul Jensen. Michael Matthews eindigde voor hem, ene Peter Sagan en Sonny Colbrelli ná hem. Een veelzeggend teken, ook al was het de sprint voor de tweede plaats.

In een jaar tijd heeft Lampaert al meer grote koersen gewonnen dan andere Belgische toppers als Oliver Naesen, Sep Vanmarcke, Jasper Stuyven en Jens Keukeleire in hun héle carrière.

Ook bergop gaat Lampaert dus steeds langer mee, wat hij als hardrijdende flandrien ook al bewees in de laatste etappe van Parijs-Nice, door er verbazend lang het spoor van Tim Wellens en co te volgen over onder meer de col d’Eze.

De voorbode van een alweer sterk voorseizoen, waarin de Ingelmunsternaar in de E3 Harelbeke met een lange duoaanval ploegmaat Niki Terpstra naar de zege katapulteerde, en waarin hij Dwars door Vlaanderen voor de tweede keer zélf won. Opnieuw met een combinatie van pure power en tactisch verstandig denken, door in de slotkilometer sluipenderwijs weg te rijden.

Daar voegt Lampaert nu de Belgische driekleur aan toe, de mooiste zege uit zijn loopbaan. Al benadrukte hij dat de winst in het WK ploegentijdrijden in Qatar in 2016 óók een hoogtepunt was. Het typeert de teamspeler in de West-Vlaming. Zoals hij begin dit jaar in de wielergids van Sport/Voetbalmagazine nog vertelde: ‘Hoog van de toren ga ik zeker niet blazen. Liever een loyale ploeggenoot die altijd zijn werk doet – voor gelijk wie -, dan een pseudokopman die voorspelt dat hij koers x en y zal winnen, maar telkens tekortschiet. Dat maakt me in de ploeg allicht zo geliefd. Ik jank nooit als ik op kop moet rijden. En als je dat dan ook nog eens heel ráp doet, dan dwing je respect af.’

Met dat rap rijden hééft Lampaert intussen respect afgedwongen. Veel respect. Het laatste jaar won hij én het BK tijdrijden, én een rit in de Vuelta (met een demarrage in de slotkilometer), én een WorldTourrace (Dwars door Vlaanderen), én de Belgische wegtitel. Nadat hij in 2017 ook al een eerste keer in Dwars door Vlaanderen had getriomfeerd.

De opdracht voor Lampaert is nu: binnen de Quick-Stepploeg nog meer op zijn (tricolore) strepen staan.

Op Tim Wellens na kan geen enkele Belgische coureur – ook niet koninginnenstukken Greg Van Avermaet en Philippe Gilbert – dergelijk veelzijdig palmares voorleggen. In een jaar tijd heeft Lampaert al meer grote koersen gewonnen dan andere Belgische toppers als Oliver Naesen, Sep Vanmarcke, Jasper Stuyven en Jens Keukeleire in hun héle carrière. En het mooie is, zoals ploegleider Tom Steels in Binche aanhaalde: ‘Yves maakt op zijn 27ste nog elk jaar progressie.’

Waar zal dat eindigen, in zijn eerste jaar in de driekleur, en ook de seizoenen erna? Een veelwinnaar wordt Lampie nooit, maar een palmares als Stijn Devolder, nog zo’n West-Vlaamse hardrijder die verliefd is op de boerenstiel, is zeker niet uitgesloten.

Dat betekent dus: ooit een grote klassieker (Ronde van Vlaanderen en/of Parijs-Roubaix) winnen, misschien zelfs meerdere.

De Quick-Steprenner heeft alvast meer koersdoorzicht dan Devolder, weet hoe hij een situatie naar zijn hand kan zetten. Zoals in Dwars door Vlaanderen. Zoals in Binche, waar hij zelfs ploegmaat Philippe Gilbert – de sluwheid in persoon – te vlug af was, door als éérste te demarreren. Weliswaar met het idee, zo vertelde Lampaert gisteren: ‘Als ik nu vertrek en Jasper Stuyven me nog komt halen, dan heeft hij een serieuze cartouche verschoten. En dan kan Phil counteren.’

Anderzijds zag de West-Vlaming heel goed dat Stuyven al op zijn limiet zat – die had in de finale al eens moeten passen- en dat hij met een splijtende demarrage de Trekrenner mogelijk direct de benen zou afsnijden. Wat ook gebeurde, waardoor Gilbert in het defensief gedwongen werd. Die eindigde – tot zijn grote frustratie – als tweede, voor de derde keer op een BK.

De opdracht voor Lampaert is nu: binnen de Quick-Stepploeg nog meer op zijn (tricolore) strepen staan. Zich niet té vlug in een dienende rol schikken. ‘Ik ga naar de Tour om in ons treintje Fernando Gaviria naar sprintzeges te loodsen’, vertelde John Deere in Binche. Knap dat hij dat als Belgisch kampioen wil en zál doen.

Maar misschien toch ook eens denken aan de negende rit. Naar Roubaix. Over 22 kilometer kasseien. Daar winnen – of in een andere Tourrit -, ín de Belgische driekleur, dat zou de boerenzoon helemaal op de kaart zetten.

Dan kunnen ook de Amerikaanse, Australische en andere koersfans over de hele wereld kennismaken met het woord skarten. Het dialectwoord dat de West-Vlaming al in 2015 lanceerde. Na een zevende plaats in… Parijs-Roubaix.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content