10 opvallende conclusies van de Tour 2013

© AFP
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Dat Chris Froome de 100e Tour won, is geen verrassing, maar wie de uitslagen en eindklassementen van de voorbije editie bestudeert, stelt andere, meer verrassende zaken vast. Tien opvallende conclusies.

Omdat hij op de Champs-Élysées zich samen met zijn ploegmaats in de laatste kilometer liet uitbollen en met een achterstand van 53 seconden over de eindstreep kwam, had Chris Froome in het eindklassement uiteindelijk een voorsprong van 4 minuten en 20 seconden op Nairo Quintana.

Dat is de grootste kloof tussen het nummer 1 en 2 sinds 1997, toen Jan Ullrich Richard Virenque 9 minuten en 9 seconden aan het been lapte. (Aangezien de 7 eindzeges van Lance Armstrong uit de boeken geschrapt werden, tellen die edities niet mee).

Froome behaalde ook 3 ritoverwinningen en is de eerste eindwinnaar sinds Miguel Indurain in 1992 die daarin slaagt. (Armstrong behaalde 4 keer meer dan 3 etappezeges, maar die zijn dus ook geschrapt).

Generatiewissel

Met liefst 6 Tourdebutanten in de top 20 – 3e Nairo Quintana (23 jaar), 10e Andrew Talansky (24), 11e Michal Kwiatkowski (23), 12e Mikel Nieve (29), 15e Romain Bardet (22) en 18e Jan Bakelants (26) -, 3 Tourdebutanten die een rit wonnen – Bakelants, Quintana en Matteo Trentin (23 jaar) – en andere jonge etappewinnaars als Peter Sagan (23 jaar), Marcel Kittel (24), Daniel Martin (26) en Rui Costa (26) mag je gerust van een generatiewissel spreken.

Verschil top 10 2012 en 2013

Nog opvallender, al heeft dat meer met toeval te maken, is dat slechts 1 renner (Chris Froome) uit de top 10 van het eindklassement van de Tour 2012 ook dit jaar in de top 10 eindigde.

De 9 andere – Bradley Wiggins, Vincenzo Nibali (deden beiden niet mee), Jurgen Van den Broeck (opgave na val), Tejay van Garderen (uit vorm), Haimar Zubeldia, Cadel Evans (beiden te oud), Pierre Rolland (meer oog voor bolletjestrui), Janez Brajkovic (opgave na val), Thibaut Pinot (opgave na mentale dip) – werden vervangen door Nairo Quintana (debuut dit jaar), Joaquim Rodriguez (reed in 2012 Giro en Vuelta), Alberto Contador (geschorst), Roman Kreuziger (deed niet mee), Bauke Mollema (opgave na val), Jakob Fuglsang (deed niet mee), Alejandro Valverde (20e in 2012), Daniel Navarro (deed niet mee) en Andrew Talansky (debuut dit jaar).

In de top 20 van de laatste 2 edities tref je zelfs slechts 3 keer dezelfde renner aan: naast Froome ook nog Valverde (20e 2012, 8e 2013) en Maxime Monfort (16e 2012, 14e 2013).

Niet zó moordende Tour

Zoals elk jaar werd de Tour als moordend en onmenselijk omschreven. Als levende lijken strompelden veel renners over de finish. Zelfs gisteren, in de laatste rit, stapte Lieuwe Westra ziek van de fiets, de eerste opgave in de slotetappe sinds 1977, toen Joseph Bruyère de remmen dichtkneep.

En toch bleef het aantal uitvallers vrij beperkt: van de 198 deelnemers haalden er 29 (of 14,65%) niet de eindstreep in Parijs. 85,35 % van de starters deden dat dus wel. Alleen in 2009 (86,11%) en 2010 (85,79%) schreven meer renners hun naam bij in het officiële eindklassement (rekening houdend met renners, zoals Alberto Contador, die later wegens dopinggebruik uit de uitslag geschrapt werden).

Het verval van de traditionele wielerlanden

Met 4 Spanjaarden in de top 10 (Rodríguez, Contador, Valverde, Navarro), kunnen de Iberiërs moeilijk van een mislukte Tour spreken. Toch behaalde voor het eerst sinds 1998 geen enkele Spanjaard een ritzege. Het is ook de eerste keer in de geschiedenis van de Tour dat zoiets voorvalt (4 renners van zelfde nationaliteit in top 10, zonder etappeoverwinning).

Opvallend is ook dat Rodríguez, na Herman Vanspringel, pas de 2e coureur in de geschiedenis is die in het eindklassement van zowel de Giro, Tour als Vuelta een podiumplaats behaalde, maar nooit een grote ronde heeft gewonnen.

Andere grote wielernaties als Frankrijk en Italië konden zich nog tevreden stellen met één dagsucces (Christophe Riblon en Matteo Trentin), maar kwamen in het eindklassement niet in het stuk voor. Slechts 1 Fransman in de top 20 (Bardet als 15e) en amper 1 Italiaan in de top 50 (Davide Malacarne als 49e, een ‘evenaring’ van het slechte resultaat van de beste Italiaan: Roberto Visentini in 1985).

Nederland kon zich optrekken aan een 6e en 13e plaats voor Bauke Mollema en Laurens Ten Dam, maar bleef opnieuw zonder ritzege. De laatste Nederlandse etappeoverwinning in de Tour blijft zo op naam staan van Pieter Weening, daterend van 2005 – geen enkel ander traditioneel wielerland moet al zo lang wachten op een dagsucces in de Tour.

Het succes van Colombia en Duitsland

De 2 Colombianen deden veel beter dan alle Fransen, Italianen en Nederlanders samen met de 2e plaats, ritzege, bolletjestrui en witte trui voor Nairo Quintana en een 21estek voor José Serpa. De 2e plaats van Quintana was het beste eindresultaat ooit voor een Colombiaan/Zuid-Amerikaan. Alleen Fabio Parra eindigde ooit op het podium (3e in 1988). Na de 2e stek van Rigoberto Uran in de Giro ook de 2e topdrienotering op rij in een grote ronde voor Colombia.

Ook Groot-Brittannië was alweer bijzonder succesvol met de eindzege van Chris Froome en 5 etappeoverwinningen (3 voor Froome, 2 voor Cavendish). Duitsland mikte liefst 6 keer in de roos met Marcel Kittel (4), André Greipel (1) en Tony Martin (1). Een evenaring van het Duitse record van 1977 (5 ritzeges voor Didi Thurau, 1 voor Klaus-Peter Thaler).

Voldoening voor landgenoten

Ondanks de opgave van oppertroef Jurgen Van den Broeck werd de Tour geen debacle voor België. Vooral dankzij Jan Bakelants (ritzege, 2 dagen geel, 3e plaats in Alpenrit, 18e stek in eindklassement), Maxime Monfort (14e eindstand) en de verdere ontbolstering van klimmer Bart De Clercq.

Thomas De Gendt hoopte op een ritzege, maar kwam niet verder dan een knappe 3e plaats in de tijdrit naar de Mont-Saint-Michel. Wereldkampioen Philippe Gilbert bleef op een 5e en 8e plaats steken – nog altijd is hij een schim van de superman van 2011.

In totaal scoorden onze landgenoten 62 WorldTourpunten, maar slechts 2 ervan tellen voorlopig mee voor het landenklassement, aangezien alleen de top 5 van elk land in rekening gebracht worden. Bakelants (34 punten) en Monfort (20 punten) vallen daar voorlopig buiten.

Aangezien Peter Sagan voor Slovakije in zijn eentje 80 punten scoorde, valt ons land in het WorldTourklassement terug van plaats 9 naar 10 met 412 punten. Alleen de landen in de top 10 mogen 9 profrenners afvaardigen op het WK in Firenze. Die wordt vastgelegd op 15 augustus.

In de Clásica San Sebastian (zaterdag) en de Ronde van Polen (27 juli-3 augustus) zal België de VS en Polen (11e en 12e met 394 en 375 punten) moeten afhouden voor stek 10, of Slovakije (9e met 419 punten) moeten voorbijsteken.

De opwaardering van de bolletjestrui

De herschikking van het reglement van de bolletjestrui (met dubbele punten op de laatste col) werpt eindelijk zijn vruchten af. Met Quintana en Froome is de top 2 van het bergklassement ook de top 2 van de eindranking (weliswaar in omgekeerde volgorde).

Dat is geleden van 1997 toen Ullrich en Virenque hetzelfde realiseerden (respectievelijk 1e en 2e gele trui, 2e en 1e bolletjestrui).

De laatste eindwinnaar die ook het bergklassement was Carlos Sastre in 2008.

De slechtste Tour ooit voor Cavendish

Ondanks 3 ritzeges klaagde Mark Cavendish vorig jaar over een gebrek aan steun bij Team Sky en dus trok hij naar Omega Pharma – Quick-Step, in de hoop daar over een betere sprinttrein te beschikken. Dat was ook zo, maar dit jaar botste de Brit op Marcel Kittel, die zich met 4 etappezeges tot de nieuwe sprintkoning kroonde.

Cav strandde op ‘amper’ 2 ritoverwinningen, zijn laagste aantal sinds zijn debuut in 2008. In échte massasprinten scoorde de Brit zelfs slechts een 1 op 5. (de waaieretappe naar Saint-Amand-Montrond waar hij de sprint van een beperkte kopgroep won, zonder concurrenten als Greipel en Kittel, en de eerste rit naar Bastia, waar hij viel, tellen we niet mee)

Een groot contrast met zijn eerste 5 Tourdeelnames (tussen 2008 en 2012) toen Cavendish een bijna onwaarschijnlijke 23 op 27 neerzette in vlakke massasprinten waarin hij op zijn waarde kon meestrijden voor de eerste plaats (en voor de slotkilometer niet uitgeschakeld werd door een val of niet gelost werd op een klimmetje).

Het verrassende AG2R

Dat Saxo-Tinkoff het ploegenklassement wint is allerminst een verrassing. Veel opvallender is de 2e plaats van het bescheiden AG2R. De Franse ploeg heeft ‘slechts’ 2 renners in de top 25 (15e Romain Bardet, 22e John Gadret), maar scoorde collectief wel goed in elke etappe (onder meer met de zege van Riblon op Alpe d’Huez). En dat is bepalend voor het ploegenklassement (de tijden van de top 3 van elk team worden per rit opgeteld).

Zoals elk jaar moeten heel wat ploegen zonder ritsucces Parijs verlaten (dit jaar 10), aangezien het merendeel van de etappeoverwinningen opgeslokt worden door de top/sprintersteams. Omega Pharma – Quik-Step en Argos-Shimano mochten 4 keer vieren, Team Sky en Movistar elk 3 maal, Orica-GreenEdge 2 keer.

Opvallend: miljoenenteam BMC behaalde welgeteld 2 (!) topvijfplaatsen: Gilbert werd 5e in Calvi, Tejay van Garderen eindigde als 2e op Alpe d’Huez. Europcar, de voorbije jaren zo succesvol met Thomas Voeckler en Pierre Rolland, kon zelfs geen enkele renner in de top 5 plaatsen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content