Eindelijk weer topbasketbal in Mechelen: ”De tegenstander moet met knikkende knieën naar hier komen’

© MATTHIAS STOCKMANS
Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

Voor het eerst in 23 jaar zal er komend seizoen weer professioneel basketbal geserveerd worden in Mechelen. Nadat het befaamde Racing Maes Pils in 1995 naar Antwerpen verhuisde, is het nu aan de Kangoeroes uit Willebroek om de Winketkaai in lichterlaaie te zetten.

De huidige dominantie van BC Oostende ten spijt mag Mechelen zich, samen met Antwerpen, de bakermat van het Belgische basketbal noemen. Na de Tweede Wereldoorlog werden in de Dijlestad aan de lopende band sociale woonwijken neergepoot, met overal basketbalpleintjes om de jeugd bezig te houden. Het bleek de kiem voor een heus basketvirus in en rond Mechelen.

In het zog van een bloeiend scholensysteem werd naast de voetbal- en tennisvereniging Racing Mechelen, ook een basketbalafdeling opgericht. De prijzenkast, de internationale allure tijdens de hoogdagen in de jaren 60, 70, 80 en begin jaren 90, en de nalatenschap van Racing zijn enorm. Ga maar na: John Van Crombruggen, Eddy en Louis Casteels, Robert Marchant, Paul Vervaeck… Allemaal spelers geboren en getogen in Mechelen, mannen die later als trainer hun stempel drukten of nog steeds drukken op ons vaderlandse basketbal. En zo zijn er nog een hele lijst namen te noemen.

Guess who just got back today

Them wild-eyed boys that had been away

Spread the word around

Guess who’s back in town

Thin Lizzy – The Boys Are Back In Town, 1976

Voor Paul Vervaeck (62) voelde het dan ook letterlijk als een thuiskomen, toen ze hem in mei van dit jaar vroegen om het project Kangoeroes Basket Mechelen – een fusie tussen eersteklasser Kangoeroes Willebroek en provincialer Pitzemburg – in handen te nemen.

‘Ik kon ook in Leiden blijven, waar ik het prima naar mijn zin had, maar dit project was te mooi. Uit alle hoeken kreeg ik berichtjes: welkom thuis’, vertelt Vervaeck, wanneer we hem spreken na een training met zijn nieuwe ploeg in de opgekalfaterde Winketkaai. ‘Ik merkte iets vreemd bij mezelf: bij de oefenwedstrijden speurde ik de zaal af naar bekende gezichten, dat had ik nooit eerder gedaan. Ik kijk geweldig uit naar de competitiestart, ik ben benieuwd welk publiek er naar de Winketkaai zal afzakken.’

In het voetbal had je Racing en vooral KV Mechelen. In het basketbal waren er Pitzemburg en Racing Maes Pils. En ook in het handbal was de Dijlestad het epicentrum van België. De Mechelse sportfanaat had eind jaren 80 l’embarras du choix om zijn weekend op te vullen.

De reputatie van de sportzaal aan het havendok, van waar je uitzicht hebt op de iconische Sint-Romboutskathedraal van Mechelen, verwierf legendarische proporties tijdens de gouden jaren 70, 80 en 90. Eerst met Bell als sponsor, later met de brouwerij Alken-Maes – grote baas Theo Maes was een basketfan – als geldschieter, beschikte Racing over het grootste budget in de Belgische eerste klasse. Met zeven landstitels en vijf bekers in elf jaar tijd zorgde de West-Vlaamse godfather van de basketbalcoaches Lucien Van Kersschaever voor de apotheose eind jaren 80 en begin jaren 90.

Het was Van Kers die het professionalisme introduceerde in het Belgische basketbal. Voor het eerst werd er overdag getraind, met spelers die een fulltimeprofcontract kregen. Vervaeck maakte als jonge assistent die revolutie van kortbij mee: ‘Lucien was zo veeleisend en zo perfectionistisch. Alles was tot in de puntjes uitgewerkt: de trainingen, de wedstrijdvoorbereiding, de organisatie… Daarvoor ging hij zelfs eens op werkbezoek bij het KV Mechelen van Aad de Mos, hij wilde zien hoe zij bijvoorbeeld de lunchmomenten organiseerden. Dat lijkt nu allemaal evident, maar in de amateuristische tijdsgeest van toen was het dat helemaal niet.’

Verleden

Het waren de hoogdagen van Mechelen als sportstad. In het voetbal had je Racing en vooral KV Mechelen. In het basketbal waren er Pitzemburg en Racing Maes Pils. En ook in het handbal was de Dijlestad het epicentrum van België. De Mechelse sportfanaat had l’embarras du choix om zijn weekend op te vullen.

Ook het studentenleven en het basketbal zijn in die gloriejaren steeds nauw verbonden geweest. Francis Jannes, secretaris bij Racing Maes Pils, was tevens werkzaam aan het De Nayer Instituut (nu Thomas More Hogeschool) in Sint-Katelijne-Waver. Hij mobiliseerde studentenverenigingen om de wedstrijden van Racing Maes Pils bij te wonen aan de Winketkaai. ‘In ruil voor een paar vaten in de studentencafés’, lacht Vervaeck. Het bleek een gouden zet. Ook al bood de Winketkaai plaats aan ‘slechts’ 2000 toeschouwers, de sfeer was altijd uitbundig, zeker bij Europese matchen.

Er wordt gehoopt dat vele jongeren opnieuw de weg naar de Winketkaai vinden. Daarin geïnspireerd door de verhalen van hun vader of zelfs grootvader. Want de glorieperiode van het Mechelse basketbal gaat in feite nog veel verder terug dan die vaak opgerakelde herinneringen aan het grote Racing Maes Mechelen van Van Kersschaever. Eind jaren 60 was Racing Bell Mechelen al een dominante kracht in het Belgische basketbal. Toen met de Belgen Willy Steveniers en John Loridon als vaandeldragers. Er werd gespeeld in de inmiddels ter ziele gegane Groentehal, aan de Zandpoortvest.

Een van de laatste Europese hoogtepunten was de komst van Arvydas Sabonis (hier tussen Eric Struelens en Rik Samaey gekneld) en Real Madrid naar de Winketkaai. Racing won.
Een van de laatste Europese hoogtepunten was de komst van Arvydas Sabonis (hier tussen Eric Struelens en Rik Samaey gekneld) en Real Madrid naar de Winketkaai. Racing won.© MATTHIAS STOCKMANS

De verhalen van die vergeelde periode zijn episch. Ook Vervaeck maakte ze nog mee: ‘In de winter was het in die Groentehal dikwijls kouder dan buiten. Je speelde op beton, vuil en stoffig. Pitzemburg speelde in een hoekje van de hal, Racing op het grote veld in het midden. Kleedkamers waren er niet, de spelers moesten de weg oversteken en zich gaan omkleden in de kelder van een café.’ In 1969 werd er van de Groentehal verhuisd naar de Winketkaai.

De jaren 70 brachten internationaal het hoogtepunt: de finale van de Koraçbeker in 1973. Verloren tegen Cantu. Het was de periode van Bill Drozdiak, een van de beste Amerikanen die in onze competitie gespeeld hebben. Racing Maes kan er zo nog een paar voorleggen: Rick Ravio, Leon Clarke, Ed Murphy en Tony Zeno – de man die ooit een bord aan diggelen dunkte, beelden daarvan zijn terug te vinden op YouTube. Bij de iets jongere garde zal vooral de naam van Bill Varner een belletje doen rinkelen.

(We zijn héél ambitieus. We willen en zullen er vanaf de eerste thuiswedstrijd staan.’

Voorzitter Luc Katra

Rudi Kuyl maakte zowat al die succesperiodes mee. Als kind aan de zijde van zijn vader Maurits Kuyl, manager van Racing Maes in de jaren 70, in de jaren 80 zelf als sportief verantwoordelijke van de club. ‘Racing Maes was dertig jaar lang een internationale grootheid’, zegt Kuyl. ‘Ploegen als Real Madrid, Limoges en Barcelona gingen hier voor de bijl. Bekende namen als Toni Kukoc, Drazen Petrovic en Arvydas Sabonis waren in de Winketkaai te bewonderen. Dat was Champions League, hè. Daarvoor kwamen basketfans van over heel België naar Mechelen afgezakt.’

Tot er in 1995 abrupt een einde kwam aan het sprookje. Middels een fusie met Sobabee week Racing uit naar Antwerpen. In één klap was het gedaan met topbasketbal in Mechelen. Pitzemburg hield de eer nog enkele jaren hoog met een zeer gedegen jeugdwerking, maar de A-ploeg geraakte nooit meer verder dan tweede nationale. ‘Het Bosmanarrest heeft Racing Maes eigenlijk dood gedaan’, stelt Kuyl onomwonden. ‘Plots bleek ons spelerspatrimonium niets meer waard. Tegelijkertijd was de macht van Theo Maes binnen de brouwerij afgekalfd. Dat maakte dat er uitgeweken werd naar Antwerpen. Een breuklijn, want de Mechelse supporter volgde niet.’

Uiteindelijk vervelde Racing Basket Antwerpen tot wat tegenwoordig Port of Antwerp Giants is. Leuk weetje: de Antwerp Giants spelen nog steeds met het stamnummer 71 van Racing Maes Mechelen.

Toekomst

En dan was daar plots 2018. In januari dropte gerechtsdeurwaarder Luc Katra een bommetje: de club waar hij al 21 jaar voorzitter is, Kangoeroes Willebroek, gaat de fusie aan met Pitzemburg en verhuist naar Mechelen. Vanaf dit seizoen zal er daardoor van de ene dag op de andere weer eersteklassebasketbal te zien zijn in de Winketkaai. Het lijkt wel een NBA-verhaal, waar het meer de gewoonte is dat een franchise van de ene naar de andere stad verhuist.

In sporthal De Schalk in Willebroek zat Kangoeroes aan zijn plafond. Toen het in 2013 naar de hoogste afdeling promoveerde, kreeg de club een C-licentie, wat erop neerkwam dat ze geen Europees basketbal mochten spelen en dat ze vijf jaar de tijd kregen om het budget en de infrastructuur op eersteklasseniveau te krijgen.

Die vijf jaren waren nu om, en ondanks pogingen van Katra om met het gemeentebestuur van Willebroek tot een consensus te komen omtrent een nieuwe zaal, bleek uitwijken de enige mogelijkheid. ‘De schepen van Sport en de burgemeester van Mechelen toonden meteen veel enthousiasme’, legt Katra uit. ‘De stad Mechelen bleek meteen bereid mee te investeren in de accommodatie en het leveren van een vergunning voor de aanleg van een nieuwe vipruimte.’

‘Het is vijftig jaar geleden dat de Winketkaai in gebruik werd genomen door Racing. Die unieke en nostalgische component zorgt voor iets extra’s in de beleving rond de club.’

Oud-sportief verantwoordelijke Rudi Kuyl

De weliswaar gedwongen verhuis betekent een serieuze boost in de dynamiek van Kangoeroes, dat de voorbije jaren anoniem meedraaide in de Euromillions Basketball League. ‘Ineens bieden sponsors zich zelf aan, terwijl ik de voorbije twintig jaar constant moest trekken en sleuren om investeerders te vinden’, kan de voorzitter zijn geluk niet op. ‘Het leeft enorm. Bij de oefenwedstrijden daagden al 450 toeschouwers op, nooit eerder meegemaakt. De abonnementen en viparrangementen verkopen als zoete broodjes.’

‘Je hebt de geschiedenis van de Winketkaai natuurlijk: bedrijfsleiders zijn bijvoorbeeld enthousiast omdat ze hier ooit met hun vader in de tribunes gezeten hebben. Je hebt het potentieel van een studentenstad: met verscheidene studentenverenigingen is al gesproken en er zullen speciale prijsacties volgen. Ook met de andere sportclubs in Mechelen zoeken we samenwerking. De mensen van KV Mechelen zijn uitgenodigd voor onze eerste thuiswedstrijd. We hebben de kalenders op elkaar afgestemd, slechts op één datum spelen we allebei thuis. Maar die synergie moet organisch ontwikkelen, laat ons eerst ons eigen ding doen.

De ambities zijn echter duidelijk, het budget is met een ruk omhoog. Katra: ‘We zijn héél ambitieus. De voorbije seizoenen speelden we ook goed basketbal met Kangoeroes, maar werden we genekt zodra er blessures optraden. We hadden geen budget om vervanging te halen en zo zakten we telkens weg in het klassement. Zoiets zal niet meer gebeuren. We deden ook heel wat inspanningen naar de inkleding van onze wedstrijden toe, daarvoor zijn we scheep gegaan met een bedrijf dat gespecialiseerd is in de animatie van evenementen. We willen en zullen er vanaf de eerste thuiswedstrijd staan. De Winketkaai moet weer vollopen.’

Ook de toekomst is al uitgestippeld, verklapt de voorzitter: ‘Met de stad Mechelen bestaat de afspraak dat we hier drie jaar zullen spelen en dat we dan een nieuwe zaal op de Raghenosite zullen betrekken.’

‘Het is vijftig jaar geleden dat de Winketkaai in gebruik werd genomen door Racing. Die unieke en nostalgische component zorgt voor iets extra’s in de beleving rond de club. Je kunt gerust stellen dat basketbal thuiskomt in Mechelen’, besluit Rudi Kuyl.

Voor Paul Vervaeck betekent deze opdracht bij Kangoeroes Basket Mechelen letterlijk thuiskomen. De coach groeide op in Battel, een Mechelse wijk vlak bij de Winketkaai.
Voor Paul Vervaeck betekent deze opdracht bij Kangoeroes Basket Mechelen letterlijk thuiskomen. De coach groeide op in Battel, een Mechelse wijk vlak bij de Winketkaai.© BELGAIMAGE/ISTOCK

Met knikkende knieën naar de Winketkaai

‘De tegenstander moet met knikkende knieën naar de Winketkaai komen’, geeft Paul Vervaeck aan als zijn voornaamste doelstelling met Kangoeroes Mechelen. De ervaren coach, eerder al succesvol bij Duvel Willebroek, Bree, Antwerp Giants en recent bij het Nederlandse Leiden, staat voor uptempobasketbal. ‘De manier waarop we spelen, is voor mij minstens zo belangrijk als het resultaat. Er moet iets te beleven zijn tijdens onze wedstrijden, alleen zo lok je supporters naar de zaal, ‘ oordeelt Vervaeck. ‘Ik wil ritme creëren, actie en reactie, geen statisch basketbal.’

De voorbereiding was moeilijk, getroebleerd door enkele blessures, daarom probeert de coach de (hooggespannen) verwachtingen wat te temperen: ‘Qua budget kunnen we niet concurreren met Antwerp Giants, Charleroi en Oostende, dat zijn drie clubs waar er druk is om een prijs te pakken dit seizoen. Antwerp staat nu financieel zo ver dat het de sterkhouders kan behouden, Charleroi kocht deze zomer straf in en Oostende staat er elk jaar. Ik vermoed dat het dit seizoen dichter bijeen zal liggen tussen die drie. Voor onze ploeg beoog ik voornamelijk een groeiproces. We hebben een jonge ploeg, dus daar moet je geduld mee hebben. Maar de groep is zo samengesteld dat we zullen vechten als leeuwen. Dat is wat de supporters willen zien: spelers die achter elke bal duiken en niet iemand met een negatieve lichaamstaal.’

De Mechelaar spiegelt zich aan hetgeen hij begin jaren 2000 bij Bree neerzette. ‘In ons debuutjaar in eerste klasse hebben we toen geen enkele thuiswedstrijd verloren … en op verplaatsing wonnen we niets. ( lachje) Maar onze zaal zat wel altijd tot de nok vol. Twee jaar later kwam de Expodroom er in Bree en die zat ook altijd vol. Ik denk dat zoiets in Mechelen te herhalen valt.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content