Emma Meesseman: de Belgische eenhoorn

© Belga Image
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Op weg naar de WNBA-finale kreeg Emma Meesseman (26) een nieuwe bijnaam: Emma Buckets. Omdat ze meer dan ooit korven scoorde, vaak vanachter de driepuntlijn. Hoe ontwikkelde de 1m92 grote basketbalspeelster zich tot een van ’s werelds beste scherpschutsters?

‘F ACTS!!!‘ Met een korte tweet aan zijn 44 miljoen volgers bevestigde LeBron James wat Kyle Kuzma, zijn LA Lakersploegmaat, even ervoor had gepost: ‘ Meesseman is cash flames!‘ Met eigen ogen had James, ’s werelds bekendste NBA-speler, de Belgische aan het werk gezien in de vierde halvefinalewedstrijd van de WNBA, tussen de Las Vegas Aces en Meessemans ploeg Washington Mystics. Emma Buckets scoorde daarin 22 punten, waaronder vier op vier driepunters, plus de beslissende korf een halve minuut voor het einde. Goed voor een ticket tot haar eerste WNBA-finale, die op het moment dat u dit verhaal leest ofwel afgelopen is – de vierde match tegen Connecticut Sun vond dinsdagnacht plaats – of donderdagnacht in een beslissende game five zijn ontknoping kent.

In WNBA-seizoen 2016 werkte Meesseman haar driepunters af aan 44,8 procent, een percentage à la Stephen Curry.

In de eerste drie duels van die finale, en daarvoor ook in de halve finale tegen Las Vegas, toonde Meesseman wat haar coach bij de Mystics, Mike Thibault, al in haar eerste seizoen in de VS (2013) had voorspeld: dat ze tot een van de beste speelsters in de WNBA zou uitgroeien. De Belgische wordt nu zelfs al bestempeld als een unicorn, eenhoorn. Met die term omschreef NBA-superster Kevin Durant in 2016 Kristaps Porzingis, de 2m21 grote, toenmalige center van de New York Knicks (nu Dallas Mavericks). Die is voor zijn lengte immers heel beweeglijk en mikt ook raak vanachter de driepuntlijn – een kwaliteit die vroeger alleen aan kleinere spelers werd toegedicht. Vandaar dus unicorn, als zeldzame combinatie. Met die nuance dat het basketbal in de NBA en WNBA de jongste jaren is geëvolueerd naar een game met een hoog tempo, waarin posities (point/shooting guard, small/power forward, center) steeds meer in elkaar overvloeien, en waar vooral het belang van de driepunter enorm toegenomen is. En daarin past Meesseman als gegoten.

Althans: de huidige Emma Meesseman, want tot september 2015 was ze geen eenhoorn met een dodelijk afstandsshot. Het werd van haar, als ’traditionele’ 1m92 grote centerspeelster, ook niet verlangd, zeker niet in Europa, bij Villeneuve d’Ascq (2012-2014) en Spartak Moskou (2014-2016). Ook in de WNBA, bij de Washington Mystics, dacht de geboren Ieperse er niet aan om van ver aan te leggen. In haar eerste twee seizoenen waagde ze in totaal amper vier driepunters in 68 matchen en scoorde ze er geen enkele. In 32 wedstrijden voor Spartak Moskou (Russische competitie en EuroCup) stond de teller na het seizoen 2014/15 zelfs op… nul. Nochtans had Meesseman tijdens haar jeugdopleiding bij Blue Cats Ieper wel degelijk een uitstekende shottechniek ontwikkeld: voetenwerk, shothoogte, release, het volledige pakket. ‘Ze zou zo een clinic kunnen geven’, zei Philip Mestdagh, Belgisch bondscoach en haar ex-coach bij de Blue Cats, onlangs nog in Het Nieuwsblad.

Stapje achteruit

Meesseman was echter een teamplayer bij uitstek, want waarom zelf schieten als een ploegmaat meer open staat? In die eerste jaren ook nog niet zo zelfbewust als nu, op haar 26e. Dat vertelde ze in Sport/Voetbalmagazine na haar eerste seizoen in de WNBA: ‘Coach Mike Thibault heeft me daar vaak op gewezen. ‘ Em, niet aarzelen! Shoot!’ Ik besef nu dat vedetten als Candace Parker of Maya Moore, aan wie ik vroeger een handtekening gevraagd zou hebben, ook slechts twee armen en benen hebben. Ook tegen hen probeer ik nu mijn spel te spelen.’

Toch duurde het ruim twee jaar eer Thibault, die van bij het begin de foutloze shottechniek van de Belgische opgemerkt had, haar dat echt kon inpeperen. ‘Je bent een uitstekende three point shooter, je hebt het alleen nog niet tegen jezelf gezegd. Verkwist die skill niet!’ De coach van de Mystics dacht er zelfs aan om Meesseman een boete te geven als ze niet of te weinig zou schieten – zinloos, uiteraard.

Wat wél hielp: stoppen met roepen en meer shotsessies bij Spartak Moskou, met Mysticsploeggenote Stefanie Dolson, die ’s winters ook richting Europa trok. Bij Meessemans terugkeer in Washington, voor het WNBA-seizoen in 2015, verplichtte Thibault de West-Vlaamse om ook na de trainingen bij de Mystics deel te nemen aan shooting contests. Wedstrijdjes die ze na een tijdje zelfs wón. En dus begon Em effectief meer te shotten, weliswaar van te dicht, net bínnen de driepuntlijn. ‘Als je een stapje achteruitzet, ga je vijf punten per match meer scoren’, raadde Thibault aan.

Een switch die Meesseman op het einde van dat WNBA-seizoen eindelijk maakte: na zes driepunters in de eerste 29 wedstrijden shotte ze er zeven in de laatste vijf duels van de reguliere competitie en vier in drie play-offgames, goed voor een zes op elf. Sindsdien besefte ze: ‘Als ik vrij sta, moet ik shotten.’

Dat deed de Ieperse in het daaropvolgende WNBA-seizoen (2016) meer dan ooit, vanachter de driepuntlijn: 67 pogingen in 34 wedstrijden (bijna twee gemiddeld), waarvan er liefst 30 door het net vielen. Afgewerkt aan 44,8 procent, een percentage à la Stephen Curry, de beste afstandsschutter in de NBA, en zelfs het beste cijfer van alle WNBA-speelsters die aan dat volume geshot hadden. Toch was Mike Thibault nog niet helemaal tevreden: hij moedigde Meesseman aan om nog vaker en van nog verder te schieten, toen verdedigsters steeds dichter op haar begonnen te plakken om haar shot weg te nemen. Op training, in de zaal van NBA-club Washington Wizards, had hij immers gezien dat Em ook vanop NBA-afstand (waar de driepuntlijn een kleine halve meter verder ligt dan in de WNBA) de ballen door de korf joeg.

E in het kwadraat

Zo ontwikkelde de Belgische unicorn een dodelijk wapen, dat ze meenam naar Europa en haar nieuwe Russische club UMMC Jekaterinenburg (sinds 2016). Weliswaar aan een kleiner volume (gemiddeld ongeveer één poging tot driepunter per match), maar wel aan een hoog afwerkingspercentage. Zeker afgelopen seizoen: 10 op 14 (71%) in 17 Russische competitiewedstrijden, 6 op 15 (40%) in 17 Euroleaguewedstrijden. Zoals Meesseman ook in de zes EK-duels met de Belgian Cats 4 op 10 driepunters (40%) binnen knalde.

Die lijn trok ze door in het jongste regular season van de WNBA. Na drie wedstrijden eind mei, begin juni vatte de Ieperse, door het EK, die competitie weliswaar pas half juli echt aan. Maar scherper dan ooit: haar field goals werkte ze af aan 55,2 procent, waaronder haar driepunters (45 pogingen in 23 wedstrijden) aan 42,2 procent, en haar vrijworpen aan 90,5 procent. In die drie categorieën aan respectievelijk plus 50, plus 40 en plus 90 procent afwerken is hoogst uitzonderlijk. In de hele NBA-geschiedenis zijn daar slechts acht spelers in geslaagd, onder meer grote namen als Larry Bird, Reggie Miller, Steve Nash en Stephen Curry. In de WNBA? Slechts één speelster. Maar niet Emma Meesseman, want omdat ze door het EK elf matchen miste, haalde ze niet het vereiste aantal gelukte driepunters (25, zij had er 19) en vrijworpen (50, zij had er 38). De eer ging naar haar ploeggenote Elena Delle Donne, ook een unicorn-type, met haar 1m96. En nog veel meer dan Meesseman dé grote ster bij de Mystics, als MVP van de WNBA in 2015 en uiteraard ook van het voorbije reguliere seizoen.

Beiden speelden al in 2017 samen bij de Mystics (Delle Donnes eerste seizoen in Washington), maar die band werd doorgeknipt toen Meesseman in 2018 voorrang gaf aan de WK-campagne met de Belgian Cats. En eindelijk ook een zomerbreak wilde inlassen, na zes jaar zonder langere pauze te hebben gespeeld (in Europa in de herfst/winter, in de WNBA in de lente/zomer). Zonder Meesseman behaalden de Washington Mystics vorig jaar weliswaar de WNBA-finale, maar daarin veegde Seattle hen met 3-0 weg. Toen al zeiden coach Mike Thibault én Elena Delle Donne: wacht tot Emma terugkeert!

Emma Meesseman heeft een dodelijk afstandsschot
Emma Meesseman heeft een dodelijk afstandsschot© Getty

Hun voorspelling kwam uit: toen Meesseman in mei dit jaar de draad in de WNBA weer opnam, met voor het eerst aan haar zijde ook streekgenote Kim Mestdagh, bleek ze inderdaad de missing link. Weliswaar in een groot deel van het reguliere seizoen in een invallersrol vanaf de bank. Delle Donne en de West-Vlaamse spelen immers hoofdzakelijk op de powerforwardpositie, naast center LaToya Sanders. Toen guard Kristi Toliver eind augustus echter geblesseerd uitviel, besliste coach Mike Thibault om met een grote basisvijf uit te pakken: Meesseman náást Delle Donne. Dat bleek, zoals ook al tijdens de invalbeurten van de Belgische, wonderwel te lukken: ze klikten perfect samen, als het zogenaamde E-Squared (E in het kwadraat) duo. Niet alleen vanwege dezelfde eerste letter van hun voornaam, maar ook wegens hun complementariteit.

Tandje bij

Vooral Meesseman profiteerde van haar nieuwe rol in de basisvijf: in de laatste vier reguliere seizoensmatchen, begin september, stegen haar speelminuten van begin de twintig naar ruim dertig, net als haar totaalaantal shotpogingen en, gezien haar efficiënte afwerking, ook haar puntenproductie. Niet toevallig sprak coach Thibault over hoe Meesseman agressiever speelde, meer ballen opeiste, en hoe zelfs haar lichaamstaal veranderd was.

Niet toevallig draaiden ook de Mystics op volle toeren: ze veroverden de eerste plaats in de reguliere competitie en konden zich ook op de borst kloppen als het beste offensieve team in de WNBA-geschiedenis. Met het E-Squared duo Meesseman en Delle Donne als exponenten: twee veelzijdige speelsters die van overal kunnen scoren, vanop afstand, maar ook onder of met een drive naar de korf. Hoewel Meesseman met haar 86 kilogram niet het grootste gewicht in de weegschaal kan leggen, kan ze met haar techniek, snelheid en wendbaarheid immers grotere en zwaardere tegenstandsters in de wind zetten. Zoals ze met haar subliem voetenwerk en haar looplijnen weg van de bal zich ook perfect kan positioneren. Om zo vrij te kunnen shotten, vanop halve afstand of vanachter de driepuntlijn.

Dat rendeerde in de play-offs nog meer, want Meesseman zette nog een tandje bij en scoorde in de vier halvefinalematchen tegen Las Vegas en de eerste drie finaleduels tegen Connecticut (tot voor de deadline van dit magazine) vijfmaal meer dan 20 punten, twee en een half keer zoveel als in de hele reguliere competitie. Bovendien aan een nóg hoger afwerkingspercentage qua field goals (59,2% v 55,2%) en driepunters (57,7% v 42,2%). En ook op sleutelmomenten in money time, want die killermentaliteit heeft de altijd kalme en coole Ieperse ook.

De coming out party van Emma Buckets/Emma Play-Offs, van role player naar een ster, werd dan ook luid bejubeld. Door de media, door LeBron James, door ploeggenotes. ‘ All Hail our new Belgian Queen‘, titelde een blogger. Er werden zelfs Emma Play-Offs-T-shirts gemaakt. Of dat ook haar eerste WNBA-titel oplevert, weet u dus misschien al, of nog niet. Meer dan ooit echter heeft Meesseman plaatsgenomen in het penthouse van de WNBA, als boegbeeld van het Belgische basketbal. Ook al beseft de steevast bescheiden en nuchtere West-Vlaamse dat zelf niet helemaal, zo vertelde ploeggenote Kim Mestdagh onlangs aan ESPN: ‘Soms zeggen we tegen haar: je bent Emma. Dé Emma.’

Wauters VS Meesseman

Emma Meesseman wordt gezien als de opvolgster van Ann Wauters, vijfvoudig Europees Speelster van het Jaar en ook de eerste Belgische die in de WNBA een titel behaalde, in 2016 met de Los Angeles Sparks. Weliswaar in een rol als mentor: op haar 36e speelde Wauters toen slechts 4,6 minuten per partij. Veel dominanter was ze in 2008, toen ze met de San Antonio Silver Stars ook de WNBA-finale haalde, maar die verloor tegen de Detroit Shock. In het reguliere seizoen was de toen 27-jarige Oost-Vlaamse goed voor gemiddeld 14,7 punten en 7,5 rebounds in het reguliere seizoen en 13,4 punten en 5,8 rebounds in de play-offs.

In 220 reguliere seizoenswedstrijden in de WNBA noteerde Wauters 9,9 punten, 5 rebounds en 1,3 assists per partij, in gemiddeld 24 minuten.

Emma Meesseman heeft nu 182 matchen in het reguliere seizoen van de WNBA op de teller, met 11,2 punten, 5,3 rebounds en 2,2 assists per duel. Gemiddeldes die ze dit jaar, in 26 wedstrijden, optrok naar 13,1 punten, 4,2 rebounds en 3,2 assists. Vergelijkbaar met het topseizoen 2008 van Ann Wauters, met dat verschil dat zij een pure centerspeelster was, die met haar 1m93 vooral onder de korf opereerde. In haar WNBA-carrière waagde Wauters in slechts één op de drie matchen een driepunter. Geen unicorn-type dus zoals de nochtans bijna even grote Meesseman (1m92). Zij lanceerde er het voorbije WNBA-seizoen twee per wedstrijd, en ook aan een hoger afwerkingspercentage (42,2% versus 35,8% voor Wauters, in haar hele WNBA-carrière).

Ann Wauters
Ann Wauters© Belga Image

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content