Er zitten nog medailles in voor Belgen op Olympische Spelen

© Belga

Van welke atleten mogen we nog een medaille verwachten?

Met drie medailles tot dusver – een zilveren en twee bronzen – doet België het lang niet slecht op de Olympische Spelen van Londen, maar het had toch iets meer kunnen en eigenlijk ook moeten zijn. Van welke atleten mogen we nog een medaille verwachten?

Tia Hellebaut De olympische titelhoudster in het hoogspringen komt donderdag voor het eerst in actie in de kwalificaties. Dat Hellebaut (34) net als in Peking opnieuw 2m05 haalt, lijkt onwaarschijnlijk. Hoeft dat in Londen voor een tweede gouden medaille? Misschien, aangezien de Russische Anna Tsjitsjerova in 2011 2m07 sprong en dit jaar al over 2m03 ging. Ook Svetlana Sjkolina, Chaunté Howard-Lowe en Brigetta Barrett rondden in 2012 al de kaap van de twee meter. Ter vergelijking: Hellebaut sprong op de Londen GP, op 13 juli, 1m97, terwijl ze in 2008 in aanloop naar Peking nog twee meter haalde in Heusden-Zolder.

Hellebaut (34) beseft dat die hoogte in Londen allicht het maximaal haalbare is. Welke plaats dat kan opleveren, ligt aan haar concurrentes. Antonietta Di Martino (hamstrings) en Blanka Vlasic (enkel) gaven forfait en het is afwachten hoe de mentaal kwetsbare Tsjitsjerova met de stress omgaat. Insiders zeggen ook dat Howard-Lowe en Barrett dit jaar al te veel gesprongen hebben en (misschien) al uitgeblust zijn. Rest nog Irina Gordeeva (1m99 dit jaar), Ruth Beitia (1m97) en Tonje Angelsen (1m97) als outsiders.

Conclusie: een nieuwe olympische titel wordt moeilijk, maar met een jump over twee meter is zilver of brons zeker geen verre droom voor Hellebaut.

Hans Van Alphen

De Limburger won eind mei de tienkamp in Götzis met 8519 punten, een nieuw Belgisch record en vooral een beste wereldjaarprestatie. Alleen Ashton Eaton, die op de Amerikaanse trials het wereldrecord van Roman Sebrle verbeterde tot 9026 punten, en de Duitser Pascal Behrenbruch (8558 punten op het EK) deden daarna nog beter dan Van Alphen. Trey Hardee, de wereldkampioen van 2009 en 2011, stelde er teleur met ‘slechts’ 8383 punten.

Van Alphen ambieert top acht, maar mag zeker van meer dromen. Met zijn Belgisch record was hij op het WK 2011 zelfs als tweede geëindigd en op het WK 2009 en in Peking als vierde. In de veronderstelling dat Eaton en Hardee in Londen op hun normaal niveau presteren, zal de tienkamper, als hij zijn BR benadert of verbetert, met onder meer Behrenbruch, de Nederlander Eelco Sintnicolaas (8506 punten in Götzis) en de Cubaan Leonel Suárez om brons knokken.

Brian Ryckeman

In tegenstelling tot in het bad, heeft België in het openwaterzwemmen wel een medaillekans(je). Brian Ryckeman werd in 2011 Europees kampioen op de 25 km en gaat, na een zevende plaats in Peking, resoluut voor het podium op de kortere olympische afstand van 10 km. Geen utopie, want van zijn 24 concurrenten op de Spelen heeft de Oostendenaar er slechts één nog nooit verslagen: de Duitser Thomas Lurz, de koning van het langeafstandszwemmen.

Voor Ryckeman (28), vorig jaar zevende op het WK 10 km, wordt het zaak om zich niet te laten wegdrummen in de eindsprint, zijn grootste pijnpunt, want uithouding heeft hij genoeg. Op de 10 km is de positionering van groter belang dan op zijn geliefkoosde 25 km, zeker in het Serpentinemeer in Hyde Park, waar zes toertjes van 1,6 km gezwommen moeten worden.

(Jolien D’Hoore) Baanwielrenster Jolien D’Hoore werd vóór de Spelen niet tot de grootste medaillekandidaten gerekend, maar doet het momenteel behoorlijk in het omnium. De 22-jarige Belgische kampioen op de weg en ex-wereldkampioene bij de juniores, die vooraf aangaf te mikken op een plaats in de top acht, staat halfweg, na de eerste dag, op een knappe vijfde plaats. Ze rijdt in de Velodrome vanaf 11 uur Belgische tijd de laatste drie onderdelen van het omnium. Hangt er een onverhoopte medaille in de lucht? (KVDA/JC)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content