F1 van Spa-Francorchamps: uitkijken naar jonge geweld van Verstappen en Leclerc

© BELGAIMAGE
Chris Tetaert Vaste medewerker Sport/Voetbalmagazine

Lewis Hamilton en Valtteri Bottas, de nummers één en twee van het wereldkampioenschap, vertrekken ook in Spa-Francorchamps als topfavoriet. Maar met Max Verstappen (21, Red Bull) en Charles Leclerc (21, Ferrari), dé revelaties in de slipstream van Mercedes, is een verrassing nooit uitgesloten.

Geen vloek, niet roepen of tieren. Een en al rust. ‘Het was onze dag niet. Jammer. Ik was zo dicht bij mijn kinderdroom, een grand prix in de formule 1 winnen. Maar het mocht niet zijn. Hopelijk mag ik die dag ooit nog beleven.’ Zelden gezien of gehoord, de manier waarop Charles Leclerc zijn pechdag in Bahrein analyseerde. Hij had de kwalificaties gedomineerd, moest in de eerste ronde twee plaatsen inleveren, maar zette vanaf ronde twee orde op zaken.

Hij knalde voorbij Valtteri Bottas, de nummer twee van Mercedes, voorbij zijn ploegmaat Sebastian Vettel en reed ook steeds verder weg van Lewis Hamilton, de vijfvoudige wereldkampioen. Een stunt. Een kereltje van 21 jaar, pas bezig aan zijn tweede seizoen in de formule 1, in zijn tweede race in een Ferrari.

Als er vragen blijven komen over mijn manier van rijden, dan geef ik hier iemand een kopstoot.

Max Verstappen

Le jour de gloire est arrivé, het flitste ook door het hoofd van de piepjonge Monegask. Maar op elf ronden van het einde liet de Ferrari 064 hem in de steek. Hij werd nog derde, na een ongelijke strijd tegen de twee Mercedesmotoren die hun hoogste toeren wél nog haalden. Racen als wrede minnares.

Hard en meedogenloos, maar ook fascinerend. En de manier waarop hij reed en reageerde, vonden collega’s en analisten, bevestigde wat ze al wisten: die jongeman is een toekomstig wereldkampioen.

‘Knappe race, de toekomst lacht je toe’, vond Hamilton. ‘Bescheiden en snel, maar tegelijk ook in staat om goede prestaties én tegenslagen te plaatsen. De combinatie van al die factoren heb ik de voorbije jaren bij niemand gezien’, zag ook Toto Wolff, grote baas bij Mercedes. ‘Een indrukwekkende jonge kerel, op alle vlakken.’

Prins Albert

Leclerc groeide op in Monaco, van op het balkon van het ouderlijk huis keek hij uit op de eerste bocht – Sainte-Dévote – van het nog altijd iconische stratencircuit, waar hij eind jaren negentig in een kinderwagen door vader en moeder werd vooruit geduwd. Later, op weg naar school, wandelde of fietste hij langs de beroemde bochten Massenet, Mirabeau Haute, Grand Hotel Hairpin of de Louis Chiron, genoemd naar de enige Monegask die ooit de grand prix won (1931).

De aanloop naar de jaarlijkse GP waren hoogdagen voor de peuter, die met een vriendje op het balkon races met speelgoedautootjes naspeelde. ‘Zijn kleur weet ik niet meer, maar mijn autootje was rood. Knalrood.’ Later raceten ze op het echte circuit, met trapauto’s. ‘Wie won, kan ik me ook niet meer herinneren’, vertelde hij een paar jaar geleden aan The Guardian. ‘Dat zijn mijn eerste, mooie herinneringen aan de grand prix van Monaco.’

Hij ontdekte het karten toen hij een jaar of vier was en tegen zijn vader, Hervé, had gezegd dat hij te ziek was om naar school te gaan. Een list. Want uitgerekend die dag ging vader op bezoek bij zijn beste vriend, Philippe Bianchi, die in Brignoles een circuit had.

Hij mocht er zijn eerste rondjes rijden, in een kart die met een touw was vastgebonden aan de kart van een geoefende rijder. Na een rondje mocht het touw eraf, op de terugweg zei de kleine Charles tegen zijn vader wat hij later wilde doen. ‘Racen.’

Hij keek vol bewondering naar zijn peetvader, de amper acht jaar oudere Jules Bianchi die op zijn achttiende – in 2007 – in de Formule 3 debuteerde. Jules zou jarenlang zijn vriend, voorbeeld en mentor zijn. En Jules’ manager, Nicolas Todt, sprong financieel bij toen de familie Leclerc de passie van de toen 13-jarige Charles niet meer kon bekostigen. ‘We hadden een duidelijke afspraak: ‘Als Charles het extreem goed doet, dan blijf ik jullie helpen.’ Hij deed beter dan ik durfde te hopen.’ Acht jaar later is Leclerc nog altijd cliënt van Todts All Road Management. Dankbaar voor de kansen die hij kreeg.

Charles Leclerc
Charles Leclerc© BELGAIMAGE

In 2013 duwde Todt zijn 15-jarige protegé naar de KZ-klasse, karts met versnellingen, normaal gezien voorbehouden voor ervaren rijders die de puberteit al ver voorbij zijn. Het werd een uitzonderlijk seizoen, waarin het wereldkampioenschap werd gedomineerd door vijftienjarigen: Leclerc, de nummer twee, en … Max Verstappen, de wereldkampioen. Maar in Monaco was Charles de échte nummer één. Zijn grootste supporter van toen – Prins Albert – zou een persoonlijke vriend worden. Leclerc: ‘Toen ik hier voor het eerst aan de start stond, in 2018, was dat voor alle twee een emotioneel moment. Heel bijzonder.’

Jeugdtrauma’s

Maar nog meer dan de vroege successen en de lofbetuigingen, werd zijn karakter gemarkeerd door twee jeugdtrauma’s. Toen zijn peetvader, Jules Bianchi, op de GP van Japan zwaar crashte en na een coma van negen maanden in juli 2015 overleed – het eerste dodelijke F1-slachtoffer in meer dan 21 jaar -, dacht hij geen moment aan stoppen en knalde naar de wereldtitel in de GP3 (2016).

Het jaar erna, in zijn debuutseizoen in het FIA Formula 2 Championship, sloeg het noodlot opnieuw toe, toen zijn vader in juni na een slepende ziekte overleed. Drie dagen later reed hij in Bakoe naar de zege, pakte op het einde van het seizoen de wereldtitel en voegde zich bij een exclusief kransje: alleen Nico Hülkenberg, Nico Rosberg en Lewis Hamilton werden – in wat toen nog de GP2 Series was – als rookie wereldkampioen. ‘Er waren momenten die ik liever nooit had meegemaakt, maar die me wel geholpen hebben als rijder en mentaal sterker maakten. De dood van Jules, het overlijden van papa … Je vader op jonge leeftijd moeten verliezen, verandert je voor altijd.’

Hij was in 2016 al opgenomen in de Ferrari Driver Academy, na zijn wereldtitel in de Formule 2 was een debuut bij het Alfa Romeo Sauber F1 Team – met Ferrarimotoren – in de koninginnenklasse de logische volgende stap. Hij was piepjong, 20 jaar, maar teambaas Frédéric Vasseur had nog met Leclerc samengewerkt in zijn kartteam en in de GP 3 en wist wat hij in huis haalde. ‘Charisma. En hij weet perfect wanneer hij iemand achter de veren moet zitten of maar beter kan kalmeren.’

Sergio Marchionne, president van Ferrari en Alfa, keek van op de achtergrond mee en zag hoe de Monegask in zijn vierde grand prix naar een zesde plaats flitste, het beste resultaat in de geschiedenis van het Zwitserse team. En, nog belangrijker: in de slotronden in Azerbeidzjan had hij de inhaalmanoeuvres van een opdringerige Fernando Alonso, tweevoudig wereldkampioen, moeiteloos afgewend. In september, twee maanden voor het einde van het seizoen, werd hij bij Ferrari de verrassende vervanger van wereldkampioen Kimi Räikkönen.

Max Verstappen
Max Verstappen© BELGAIMAGE

Ongezien op Maranello, waar in het verleden voor namen en ervaring werd gekozen, maar bijna halfweg het seizoen een beslissing waar niemand spijt van heeft. Zes podiumplaatsen, evenveel als zijn Duitse ploegmaat, die hij in Australië en China op bevel van het team moest laten passeren. Leclerc pikt het. Voorlopig.

Max de spektakelman

Verstappen woont óók in Monaco, maar daar stopt elke gelijkenis met Leclerc. De Belgische Nederlander van Red Bull stond dit seizoen vijf keer op het podium, één keer minder dan Leclerc, maar knalde in Oostenrijk en Duitsland naar de overwinning. Eigenzinnig en compromisloos, zoals altijd. Na zijn debuutjaar (2015) bij Toro Rosso – 17 jaar jong – was hij een van de sterren op het FIA-gala in Parijs, waar hij drie keer in de prijzen viel: Rookie of the Year, Personality of the Year én Action of the Year, voor zijn inhaalmanoeuvre op Felipe Nasr in Spa-Francorchamps. Ín de Blanchimont, een van de snelste bochten van alle grands prix, met 300 kilometer per uur. ‘Fantastisch, ‘ zei Helmut Marko, ‘maar dit doe je dus nooit meer, hoor je.’

Max hoorde het niet en zou ook de volgende seizoenen, in zijn Red Bull, geregeld met spectaculaire manoeuvres uitpakken. Soms succesvol, in andere gevallen leidden ze tot brokken. Tot grote ergernis van sommige concurrenten, die zijn rijstijl agressief en gevaarlijk noemden. Maar Max beet terug. ‘Als die Ferrari’s mijn koers om zeep helpen, dan laat ik ze niet meer voorbij. Ik rijd ze nog liever van de baan.’ Of: ‘Als er vragen blijven komen over mijn manier van rijden, dan geef ik hier iemand een kopstoot. Ik zal mijn rijstijl nooit veranderen. Die heeft me gebracht tot waar ik nu ben.’

Vorig seizoen, toen hij in de eerste zes races telkens bij een incident was betrokken, was een dieptepunt. Christian Horner, teambaas van Red Bull, was in alle staten toen hij in de grand prix van Azerbeidzjan botste met Daniel Ricciardo, zijn … ploegmaat. ‘Max moet stoppen met zulke vergissingen te maken en een voorbeeld nemen aan Daniel.’ Een wake-upcall.

Na Spanje (2016), Maleisië en Mexico (2017), Oostenrijk en Mexico (2018) pakte hij dit jaar zijn zesde en zevende overwinning, in Hongarije lieten zijn banden hem in de steek en werd hij nog op vier ronden van het einde door Hamilton voorbijgestoken. Maar hij had wel geschiedenis geschreven op de Hungaroring in Mogyoród, waar hij de eerste Nederlander ooit werd die van op de pole mocht vertrekken. Na zijn vijfde (2016) en vierde (2018) plaats in het WK, mag hij stilaan beginnen te dromen van het podium. Of meer. Lewis Hamilton lijkt met 250 punten buiten schot, maar in de WK-tussenstand heeft de nummer twee – Bottas (188 punten) – amper 7 puntjes meer.

Rustiger en volwassener

‘Hij is de enige die Hamilton dit seizoen kan bedreigen’, analyseerde Scott Mitchell van Autosport.com. ‘Een briljante rijder die veel meer punten pakte dan de vorige seizoenen, met één groot nadeel: Red Bull is té afhankelijk van Verstappen. Door zijn aanwezigheid heeft het team niet dezelfde diepte als een paar jaar geleden. Hij is op dit moment eigenlijk de slechtste ploegmaat die je in de Formule 1 kan hebben. Hij vernietigt zijn ploegmaats.’

Ricciardo verkaste in het tussenseizoen, na vijf jaar Red Bull, naar Renault en onlangs werd Pierre Gasly gedegradeerd – naar het zusterteam Scuderia Toro Rosso – en vervangen door Alexander Albon, een Thaise Brit die in zijn debuutseizoen al vijf keer in de punten reed. ‘Mij maakt het niet veel uit wie mijn teamgenoot is’, reageerde Verstappen in De Telegraaf. ‘Het gaat erom dat we beter moeten presteren met de andere auto en daardoor meer punten binnenhalen voor het team’, aldus Verstappen, die volgens Horner een meer volwassen indruk maakt. Een Limburgse Belg zonder streken die kan lachen als er grappen worden gemaakt.

Of die zelf, ongevraagd, grappig is. Zoals de journaliste van The Guardian enkele weken geleden mocht ondervinden, toen ze hem naar zijn eetgewoontes vroeg. ‘Ik houd van ongezond eten. Hamburgers, pizza, pasta … Genetisch bepaald, want in mijn familie zijn de meesten zwaar gebouwd. Mocht ik alles eten waar ik zin in heb, dan zou ik wellicht een andere sport moeten kiezen. Sumoworstelen of zoiets.’

Voorlopig blijft het vechten met Mercedes. Gesteund door het onvermijdelijke Oranjelegioen. Zondagnamiddag, in Spa-Francorchamps, nog meer dan ooit.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content