Het tricolore tintje van de NBA

© BELGAIMAGE
Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

Zondag vindt in Charlotte het jaarlijkse NBA All-Star Game plaats. Met op het parket: Nikola Vucevic, de Montenegrijnse vedette van Orlando Magic, maar ook een halve Belg. Wat is zijn connectie met ons land? En hoe tricolore gekleurd is/was de NBA in het heden en verleden? Een overzicht.

This game should have been the final @FIFAWorldCup #BRABEL Allez les diables!’ Het was een van de vele tweets die Nikola Vucevic (28) vorige zomer postte tijdens het WK voetbal, als Rode Duivelsfan. Niet toevallig, want als je naar zijn nationaliteit vraagt, antwoordt hij steevast dat hij zich én Montenegrijn én Belg voelt. Een connectie die dateert van zijn jeugd, toen hij tussen zijn twee en dertien jaar in het Vlaams-Brabantse Sterrebeek woonde. ‘Een bepalende periode in mijn leven’, aldus de vlot Frans sprekende Vucevic.

Nikola stak er bij ons bovenuit, ook letterlijk, maar dat hij zou uitgroeien tot een NBA-vedette kon je onmogelijk voorspellen.

Jeugdtrainer Sven Ceuppens

Het levenslicht zag Nikola nochtans op 24 oktober 1990 in Zwitserland, waar zijn vader Boro Vucevic, een profbasketter, toen speelde. In 1992 verkaste Boro naar België, waar hij aan de slag ging bij Athlon Ieper, en daarna bij Brussels, Luik en Okapi Aalst. Ook Savo Vucevic, Nikola’s oom, belandde in België: hij coachte Spirou Charleroi tussen 2002 en 2006.

Tot op vandaag woont er familie van Vucevic in de regio Zaventem, waar de Montenegrijn zijn eerste basketbalstapjes zette bij de U12 van de Zaventem Jets. SvenCeuppens, jeugdtrainer van Vucevic en huidig voorzitter van de club: ‘Nikola’s ouders speelden basketbal op hoog niveau. Aan zijn balbehandeling was duidelijk te zien dat hij die genen geërfd had. Hij stak erbovenuit, ook letterlijk, maar dat hij zou uitgroeien tot een NBA-vedette kon je onmogelijk voorspellen. Nikola bleef ook slechts anderhalf jaar bij ons. Nadien verhuisde hij via een familielid mee naar Linthout, waar hij ook een jaartje speelde. Daarna keerde de familie Vucevic terug naar Montenegro.’

Op zijn zeventiende trok Nikola naar de VS, om er zich op highschool en later aan de University of Southern California verder te ontwikkelen als basketter. Met succes, want in 2011 werd hij als 16e gedraft door de Philadelphia 76’ers. Hij bleef er een seizoen en verkaste in 2012 naar Orlando. Daar groeide Vucevic, die voor de Montenegrijnse nationale basketbalploeg koos, langzaam uit tot een vaste waarde. Dit seizoen brak hij zelfs helemaal door, als een van de veelzijdigste big men (2m13) in de NBA. Resultaat: na goed 50 van de 82 matchen zit Nikola aan gemiddeldes van 21 punten, 12 rebounds en 4 assists. Terecht beloond met een eerste selectie voor het All-Star Game, gekozen door de NBA-coaches als een van de zeven reserves uit de Eastern Conference.

Geboren in België

Vucevic treedt zo in de voetsporen van die andere, nog veel bekendere/succesvollere ‘halve’ NBA-Belg: Tony Parker (36), zesmaal All-Star tussen 2006 en 2014, en vooral viervoudig NBA-kampioen met de San Antonio Spurs. Een Fransman, maar geboren in Brugge, op 17 mei 1982 als zoon van Tony Parker senior, de Amerikaanse vedette van het intussen ter ziele gegane Avanti Brugge. Achttien jaar later stond Tony junior voor de keuze: de Belgische of Franse nationaliteit. Hij opteerde voor de laatste, aangezien hij slechts een deeltje van zijn leven in België doorgebracht had. Vader Parker verhuisde na een seizoen bij Avanti immers naar Frankrijk, al was hij later ook nog een jaar bij Merksem actief. ‘Had mijn pa twee, drie seizoenen langer in België gespeeld, dan was ik nu misschien Belg. Ik ben dan wel Fransman, maar mijn afkomst zal ik nooit verstoppen’, vertelde Parker ooit. Na zeventien seizoenen bij de Spurs, waarin hij 163 (!) miljoen dollar verdiende, tekende de point guard vorige zomer een tweejarig contract bij de Charlotte Hornets, ter waarde van tien miljoen dollar.

Hetzelfde geboorteland deelt Parker met die andere Franse NBA-speler, Frank Ntilikina (20), in de draft van 2017 als achtste opgepikt door de New York Knicks. Franks moeder Jacqueline Mukarugema ontvluchtte in 1993 immers het door de genocide verscheurde Rwanda. Met haar twee zonen Yves en Brice belandde ze in Elsene. Daar basketten de broers in hun jonge jaren op de vele Brusselse pleintjes en werd in juli 1998 Frank geboren. Drie jaar later trok Jacqueline met haar drie zonen naar Straatsburg, waar Frank zich ontpopte tot profbasketter bij de eersteklasser Saint-Joseph. En nu dus in de NBA, bij de NY Knicks. Al komt Ntilikina, die nog familie heeft in Brussel, er dit seizoen weinig aan spelen toe.

Niet geboren in België, maar wel twee jaar bij Antwerp Giants (2010/2012) geïmponeerd met zijn blocks: Salah Mejri (32), de 2m18 grote reus die na een omweg bij Real Madrid sinds 2015/16 voor Dallas Mavericks speelt, hoofdzakelijk als invaller (dit seizoen gemiddeld 3 punten in 11 minuten). Justin Holiday (29), de guard van de Memphis Grizzlies, was die periode ook aan de slag in ons land, bij Okapi Aalstar, waar hij een gevreesd duo vormde met Chris Copeland, de MVP van de Belgische competitie in 2011/12. Die is na vier seizoenen, bij New York, Indiana en Milwaukee, al sinds 2016 weg uit de NBA, maar Holiday speelt er sinds 2013 wel nog zijn (bij)rol. Veelvuldig gebruikt in trades (zoals begin dit jaar tussen Chicago en Memphis), al is hij dit seizoen gemiddeld toch goed voor 10 punten in 32 minuten.

Niet meer op het NBA-parket, sinds vorig seizoen, na zes campagnes bij Brooklyn, Phoenix en Milwaukee: Mirza Teletovic, de Bosniër die van 2004 tot 2006 schitterde bij BC Oostende. Zes jaar later was ook Dwight Buycks, in de laatste seizoensweken, actief aan de kust. Later speelde hij 49 NBA-matchen voor Toronto, de LA Lakers en Detroit. In 2003 had BC Oostende ook een akkoord met Udonis Haslem, tot die een contract bij Miami Heat kon tekenen. Gevolgd door een lange carrière van 16 seizoenen in Florida, waar hij aan de zijde van eerst Dwyane Wade (2006) en daarna van LeBron James (2012 en 2013) drie keer kampioen werd. Nu is hij bezig aan zijn laatste seizoen, al stond de 38-jarige Haslem door blessures amper op het plein.

Ook NBA-kampioen, en tot dusver de enige Belgische speler ooit in de NBA: Didier DJ Mbenga. Een sprookje, want vanuit Kinshasa naar België gevlucht en daar aan een bushokje nabij het asielcentrum in Kapellen door een basketbalfan opgemerkt. Die bracht de 2m13 grote Congolees in contact met Willy Steveniers. Samen met Lucien Van Kersschaever leidde die hem op tot prof. Na vijf jaar in België en passages bij Gilly, Leuven en Charleroi kreeg Mbenga in 2004 een aanbieding van de Dallas Mavericks. Hij speelde er tot het seizoen 2006/07, dan één jaar bij Golden State, daarna drie seizoenen bij die andere club uit Californië: de LA Lakers. In 2009 en 2010 won Congo Cash aan de zijde van superster én zelfverklaarde vriend Kobe Bryant er twee NBA- titels. Al bleef Mbenga’s rol vaak beperkt tot enkele minuutjes, om een tactische play uit te voeren of om fouten te maken op de center van de tegenstander. Na nog één seizoen bij New Orleans, in 2010/11, zat zijn NBA-loopbaan er op, al woont DJ nog altijd in Dallas.

Megavedette Michael Jordan verdedigt op Brusselaar Eric Struelens, tijdens de McDonald's Open in 1997 in Parijs.
Megavedette Michael Jordan verdedigt op Brusselaar Eric Struelens, tijdens de McDonald’s Open in 1997 in Parijs.© BELGAIMAGE

Net-niet-verhaal

Mbenga verzamelde ook enkele caps als Belgian Lion, maar was een import-Belg. Voor de in België geboren en getogen basketbalspelers werd de NBA steevast een net-niet-verhaal. Ofwel slechte timing, ofwel wilden/durfden ze de stap niet te zetten. Zoals Willy Steveniers die in de jaren zestig een aanbod van de New York Knicks naast zich neerlegde, zo vertelde hij onlangs in dit magazine: ‘ Bob Geuens ( basketbaljournalist, nvdr) had alles geregeld met de Knicks. Ik was echter de grote man in Antwerpen, kon mij alles permitteren, waarom dat opgeven voor iets wat ik niet kende? Te riskant.’

Eind jaren zeventig kreeg Rik Samaey op zijn negentiende een aanbieding om de stap naar de VS te zetten, weliswaar in eerste instantie bij een college. Samaey was toen net getrouwd en zijn vrouw had een goede job bij de bank. Zo bleef hij in Oostende en groeide hij uit tot de succesvolste speler ooit in de Belgische eerste klasse.

Voor center Eric Struelens stond de deur naar de NBA ook even open. Zeker nadat hij in oktober 1997 als vedette van de Franse kampioen PSG het in de McDonald’s Open, een prestigetoernooi tussen de kampioenen van verschillende continenten, opnam tegen de Chicago Bulls van megavedette Michael Jordan. De Brusselaar maakte indruk met 11 punten en liefst 20 rebounds. Het leverde hem open doekjes van Jordan himself en coach Phil Jackson op. Even werd er geflirt tussen beide partijen, maar tot een relatie kwam het nooit. In de loop van 1998 informeerden volgens Struelens ook zes andere NBA-clubs, waaronder San Antonio en Miami. Zijn manager Jan Luchtenburg nuanceerde echter in De Morgen: ‘Er is géén concreet voorstel. En voor het minimumloon gaat Eric niet naar de NBA. Dan kan hij veel meer verdienen in Europa.’ In 1998 trok Struelens naar Spanje, waar hij tot 2005 op de loonlijst van Real Madrid en CB Girona stond. Lucratiever en meer sportieve zekerheid dan een bankzittersstatuut in de NBA.

Hetzelfde scenario enkele jaren later: in 2005 werd Axel Hervelle, dan als 21-jarig broekje spelend bij Real Madrid, als eerste Belg ooit gedraft door een NBA-team. De Denver Nuggets kozen hem als 52e pick, maar besloten in onderling overleg om Hervelle nog een seizoen in Europa te laten rijpen bij Real. Denver liet hem voortdurend scouten, coach George Karl hing om de twee weken aan de lijn. Tijdens de zomers betaalde de club zelfs Hervelles persoonlijke fysiek- en tactiektrainers. Toch speelde de Waal nooit voor de Nuggets. Een eigen keuze, zo zei hij onlangs in Sport/Voetbalmagazine: ‘In 2008 was ik er klaar voor. Denver beleefde echter een moeilijk seizoen en vroeg me te wachten tot juli. Dat kon niet, want intussen kreeg ik een zeer mooie aanbieding van Real. New Orleans toonde ook interesse, maar Denver wilde mijn rechten niet verkopen.’

Hoewel Nuggetscoach George Karl Hervelle speelkansen beloofde, ondertekende het boegbeeld van de Belgian Lions een nieuw driejarig contract in Madrid. Evenzeer een financiële keuze: ‘Geen enkel NBA-team kan dit overtreffen’, vertelde Hervelle in 2006 aan Het Laatste Nieuws. ‘De sterren zitten er aan 15, 16 miljoen dollar per seizoen. De rookies aan één à twee miljoen dollar. Bruto. In Spanje hebben de toppers ook één à twee miljoen. Eúro. En netto.’ In 2009 kreeg Houston de rechten op de Luikenaar in handen, maar dat werd nooit concreet. Vandaag is de 35-jarige Hervelle, na een lange carrière in Spanje, nog actief bij Spirou Charleroi.

Ook Tomas Van Den Spiegel was ooit dicht bij de NBA. In 2003 nam de 2m14 grote center deel aan een zomerkamp met de Golden State Warriors en sprong daar in het oog van de Dallas Mavericks. ‘Omdat ik nog onder contract lag in Europa, was een overgang niet vanzelfsprekend’, legde VDS jaren later uit in Knack. ‘Voor een minimumloon en zonder garanties op minuten wilde ik de stap niet wagen. Ik ben een andere weg opgegaan, en zonder spijt, want ik speelde vier Euroleaguefinales bij Fortitudo Bologna (2004) en CSKA Moskou (2006, 2007 en 2008) – de absolute top in Europa.’

Toekomstige NBA-Belgen?

Opnieuw dus een keuze voor financiële en sportieve zekerheid, het lijkt typisch Belgisch. Al hebben de jongste Belgian Lions een andere instelling. Met name Retin Obasohan (25) en Manu Lecomte (23): die trokken op jonge leeftijd wél naar een college in de VS (Alabama en Miami/Baylor), en spelen er nu in de G League, de competitie onder de NBA, waar veel NBA-teams een satellietploeg hebben. Obasohan staat op het roster bij die van de Phoenix Suns (Northern Arizona), Lecomte bij die van de LA Clippers (Agua Caliente). De twee guards laten er geregeld mooie cijfers optekenen, maar dat is geen garantie op een NBA-contract, onder meer wegens hun (te) kleine gestalte (1m85 en 1m80).

Meer kansen op een NBA-avontuur hebben toptalenten als Vrenz Bleijenberg, de 18-jarige 2m08 grote forward van Antwerp Giants, voor wie al NBA-scouts uit Boston en Philadelphia op de tribune zaten. En ook Haris Bratanovic, de pas 17-jarige, 2m09 grote power forward die vorige zomer van Falco Gent naar FC Barcelona verhuisde, om er zijn opleiding te vervolmaken bij de U18-ploeg. De Belg met Bosnische roots gooit, zoals onlangs op het prestigieuze Next Generation Tournament, er hoge ogen met zijn basket-IQ, softe touch én efficiënt afstandsshot als center. Precies de wapens waar NBA-teams vandaag op verlekkerd zijn…

‘Belgische’ NBA-coaches

Ook drie coaches in de NBA hebben een link met België: Nick Nurse (51) leidde in 1998, als jonge dertiger, het toenmalige BC Oostende, belandde na omzwervingen in Europa en de VS in 2013 bij Toronto, als assistent. Na vijf seizoenen promoveerde hij vorige zomer tot headcoach van de Raptors. Met succes, want ze staan nu tweede in de Eastern Conference.

Ron Adams (71) legde een soortgelijk, intussen langer, parcours af: in 1978/79 als dertigjarige coach aan de slag bij BC Oostende, sinds 2003 assistent in de NBA, en sinds 2014 behorend tot het vaste meubilair van de Golden State Warriors, waarmee Adams al driemaal kampioen werd.

Ook Chris Finch (49) doet bij velen nog een belletje rinkelen: ex-Bree en Bergen, twee keer Coach van het Jaar in België (2005 en 2007). En na een tussenstap bij Rio Grande vanaf 2011 assistent-coach in de NBA: bij Houston, Denver en nu bij New Orleans.

Huidig coach van BCO, Dario Gjergja (43), mocht in de zomer van 2017 ook drie weken werken bij de Boston Celtics, in de Summer League, dankzij een goeie connectie met general manager Danny Ainge.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content