Het verhaal van Emma Meesseman: in de naam van de moeder

© GETTY
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Emma Meesseman is topfavoriet om zaterdag tot Sportvrouw van het Jaar verkozen te worden. Van een Blue Cat in Ieper tot een Unicorn in de WNBA: een terugblik op haar parcours, met haar moeder Sonja als grote voorbeeld.

De beslissende vijfde wedstrijd van de WNBA-finals is net voorbij, wanneer Emma Meesseman (26) voor de lenzen van de fotografen een vrouw omarmt. Dít, wijst ze, is haar moeder. Níét diegene die in de vorige match op tv-zender ESPN benoemd werd als haar ‘Mom‘. Emma’s échte moeder, Sonja Tankrey, heeft maanden eerder aan dochterlief beloofd dat ze erbij zou zijn als die de WNBA-finals zou halen. “Dat zij hier is, tijdens een van de mooiste momenten van mijn leven, betekent heel veel voor mij”, zegt Meesseman tegen de Amerikaanse pers, gelukkiger en uitbundiger dan ooit.

Dat Meesseman dat geluk zo innig deelde met moeder Sonja is niet toevallig. Zij is de reden waarom de vijfjarige Emma voor het Sint-Maartensfeest (op 11 november, een traditie in Ieper, nvdr) om een basketbal vraagt.

Ook al heeft Sonja haar dochter nooit in die richting gepusht, als nochtans ex-basketbalspeelster. Zelfs een van de beste in België: begonnen bij Racing Ieper, daarna met BBC Koksijde vijf dubbels op rij (kampioenschap en beker) – inclusief een titel als Speelster van het Jaar in 1982/83 – deelgenomen aan het EK in 1980 en 1985, en haar carrière in 1992 afgesloten bij Ieper, op het moment dat ze zwanger was van Emma.

Die ziet haar moeder dan ook nooit aan het werk – op één minicomeback na, wanneer Sonja nog eens invalt voor een geblesseerde speelster in een cruciale promotiematch van Racing Ieper. De mondelinge overlevering en de talloze video’s van mama’s carrière zijn echter voldoende om het basketbalvuur in Emma aan te wakkeren.

En dus start ze op haar vijfde bij Racing Ieper, waar ze bij de microben (acht tot tien jaar) onder de hoede belandt van coach Ann Dumortier, een goede vriendin van moeder Sonja.

Ze beslissen om Emma, en ook Dumortiers dochter Silke bij de jongens te laten spelen, om hardheid te kweken. Ook al is Emma voor haar leeftijd al heel groot, waardoor ze vaak slungelig over haar voeten valt. Maar dat compenseert ze met een uitzonderlijke balvaardigheid, speldoorzicht en techniek.

Toch is profspeelster worden dan, en in haar vroege tienerjaren, (nog) niet Meessemans Grote Droom. Ze heeft immers vele andere hobby’s: ze tennist en volleybalt, verslindt tientallen boeken, volgt tekenles en is ook lid van de scouts. In 2007, op haar veertiende, trekt Emma zelfs drie weken naar de Jamboree in Engeland, ook al mist ze daardoor haar eerste EK bij de jeugd.

Pas op haar zestiende zal ze de scouts vaarwelzeggen, wegens de te drukke combinatie met basketbal en school. Die school is dan nog prioriteit nummer één, als studente wetenschappen-moderne talen aan het Ieperse Lyceum.

Van een topsportschool willen moeder Sonja en vader Gil immers niet weten. En ingaan op voorstellen van Amerikaanse colleges is ook geen optie, daarvoor stellen de diploma’s in de VS te weinig voor.

Bovendien werpt de uitstekende opleiding bij Racing Ieper en vanaf haar dertiende bij Blue Cats Ieper al vlug haar vruchten af. Op haar bijna zestiende, op het einde van het seizoen 2008/09, mag de Ieperse al van de eerste ploeg proeven.

En in de daaropvolgende campagne, 2009/10, wordt Meesseman al in de vaste kern van de Blue Cats opgenomen. Ze etaleert meteen haar klasse, onder meer in een bekerwedstrijd tegen Doornik met liefst 44 punten. Op het einde van het seizoen, in mei 2010, wordt de pas zeventienjarige dan ook met grote voorsprong tot Belofte van het Jaar verkozen.

Ook bij de Young Belgian Cats spint de West-Vlaamse van plezier: na een eerste EK U16 in Katowice, in 2008, stoot ze het jaar erna met de nationale ploeg door tot de finale van het EK U16 in Napels. Daar is Spanje te sterk, maar Meesseman wordt wel tot MVP van het toernooi gekroond.

Na lang te hebben gedacht dat ze alleen geselecteerd werd omdat ze ‘groot en lomp’ was, doet die bekroning haar beseffen dat ze een toekomst als profspeelster heeft. Althans in België, want het buitenland, laat staan de WNBA, waar Ann Wauters in 2008 met San Antonio de finale haalde, lijkt dan nog zeer ver weg.

Met het boegbeeld van het Belgische damesbasketbal, met wie Meesseman al vlug vergeleken wordt, deelt ze in de zomer van 2010 wel voor het eerst de kleedkamer, als lid van de Belgian Catselectie voor enkele EK-kwalificatiewedstrijden. Emma, dan nog een onwennig, verlegen piepkuiken, durft niets te vragen aan Wauters, excuseert zich zelfs als ze haar afblokt op training.

Wauters neemt het toptalent echter onder haar vleugels. Raad die Meesseman helpt in het daaropvolgende seizoen met Blue Cats Ieper, want ze wordt in 2011, net na haar achttiende verjaardag, al uitgeroepen tot Speelster van het Jaar. Succes met het team volgt het seizoen erna (2011/12) ook, met titel/bekerwinst en – uiteraard – een nieuwe bekroning als beste speelster van de competitie.

Op dat vlak overtreft Meesseman al moeder Sonja (met één zo’n persoonlijke titel). En dat was aanvankelijk hét hoofddoel van de jonge Emma.

Hoe ontpopte de Ieperse zich daarna van Ieperse Blue Cat tot een Unicorn, een zogenaamde eenhoorn, in de WNBA, en tot een van de beste basketbalspeelsters ter wereld?

Lees het hele verhaal van Emma Meesseman in onze Plus-zone of in Sport/Voetbalmagazine van 18 december.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content