Hoe het fort van Matthias Casse weer onneembaar werd

© AFP
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Matthias Casse kroonde zich woensdag in Boedapest tot de eerste Belgische wereldkampioen judo bij de mannen. Door zijn belangrijkste troef uit te spelen: zijn kracht, conditie en steeds grotere tactische maturiteit. Hoe werd het Casse-fort opnieuw onneembaar? Een analyse.

12 februari 2020, in een interview met ons zusterblad Knack bespreekt Matthias Casse zijn grootste kwaliteit: ‘Dat ik jong ben en het lang volhoud. Een kamp mag gerust op verlengingen aankomen. Conditioneel klopt niemand mij en vroeg of laat vind ik wel een gaatje. Het gevaarlijke aan verlengingen is dat de neiging ontstaat om te variëren en te twijfelen. De ander voelt dat en zal ervan profiteren. Dat heb ik dus niet. Ik verloor nog nooit in de verlengingen. Mijn trainer zegt altijd: “Vasthouden aan het plan, Matthias. Dan komt alles goed.”‘

Casse sprak in dat interview niet helemaal de waarheid: hij had in het verleden wel degelijk al verloren met een golden score, na een normale tijdsduur van vier minuten per kamp. Hij doelde echter vooral op de laatste vier grote toernooien/kampioenschappen die hij had gewonnen, of waarin hij tot in de finale was geraakt.

Daarin was de Hemiksemnaar inderdaad onverslaanbaar geweest in de verlengingen, op zijn toen nog altijd maar 22e.

EK Minsk (22 juni 2019): vier van de vijf kampen gewonnen via een golden score, onder meer de finale.

WK Tokio (25 augustus 2019): drie van de vijf kampen voor de finale gewonnen na verlengingen. Pas in de eindstrijd gooide de Israëliër Sagi Muki hem al na 2’39” op de grond, met ippon. Niettemin goed voor zilver, zijn eerste WK-medaille.

Masters Qingdao (12 december 2019): drie van de vijf kampen gewonnen na verlengingen.

Grand Slam Parijs (8 februari 2020): twee van de zes kampen gewonnen met een golden score, onder meer de finale tegen de Oezbeek Sharofiddin Baltaboev.

Coronacrisis

Maar dan kwam de coronacrisis. Zo moest Matthias Casse maandenlang in een beperkte bubbel van vier man trainen, met zijn broer Jeroen, Toma Nikiforov en Karel Foubert, van wie bovendien alleen Foubert in dezelfde klasse vecht als Casse.

Niet bevorderlijk voor het competitieritme, de conditie, de kracht en het judogevoel van de Antwerpenaar. Met name door het gebrek aan buitenlandse stages en oefen-/wedstrijdkampen tegen goeie buitenlandse tegenstanders van zijn gewichtscategorie en zijn niveau.

Negen maanden lang kon Casse zelfs geen enkel toernooi vechten, onder meer door een hamstringblessure die hem in het najaar drie weken aan de kant zette. In november 2020 maakte hij eindelijk zijn rentree op het EK, maar daarin werd hij in de slotminuut van zijn halve finale verrast door de kwieke Georgiër Tato Grigalashvili: waza-ari en weg Europese titel.

Casses uitleg toen: ‘Ik had nog nooit tegen hem gevochten en niemand in België gebruikt deze beweging. Daarom is het zo belangrijk dat ik internationale trainingsstages kan doen, wat in 2020 onmogelijk was. Hopelijk lukt dit in 2021 wel en kan ik daar die Grigalashvili nog eens vastgrijpen zodat ik volgende keer wel een antwoord in huis heb.’

Hoe het fort van Matthias Casse weer onneembaar werd
© AFP

Uiteindelijk kon Casse op dat EK nog brons uit de brand slepen. Na… verlengingen, tegen zijn landgenoot Sami Chouchi, een gevecht van bijna zes minuten.

Steeds in stijgende lijn

Daarna volgde de winterbreak, maar in het begin van het nieuwe seizoen 2021 dreef het gebrek aan competitieritme, wedstrijdhardheid en topconditie toch weer boven. En opvallend: telkens in verlieskampen na verlengingen.

Doha Masters (11 januari): in tweede ronde uitgeschakeld door de Zweed Robin Pacek, na zeven minuten.

Grand Slam in Tel Aviv (18 februari): verlies in de kwartfinale tegen de Rus Aslan Lappiganov en in de kamp om het brons tegen de Nederlander Frank De Wit, telkens in de openingsminuut van de verlengingen.

Grand Slam Tasjkent (5 maart): na winst in een marathonkamp van ruim 10 minuten (!) tegen de Mongool Dagvasuren Nyamsuren was Casses frisheid weg in de halve finale tegen de Oezbeek Sharofiddin Baltaboev. Ook in de strijd om het brons moest hij na zeven minuten in de verlengingen het hoofd buigen voor Sami Chouchi.

Beterschap volgde na een maand ‘normaal’ trainen, op het EK in Lissabon (16 april). Voor de finale won de Hemiksemnaar drie kampen na verlengingen (na respectievelijk 9’16”, 5’12” en 7’27”), onder meer tegen Chouchi.

Pas in de eindstrijd moest hij, na ruim zes minuten, plooien voor de Turk Vedat Albayrak. Weer net dat tikje frisheid en conditie tekortschietend. Maar niettemin hoopgevend voor de volgende grote afspraak: het WK. Dat Casse bovendien nog beter kon voorbereiden, via zeer intensieve buitenlandse stages.

Stick to the plan

Dat bleek ook woensdag in Boedapest, waar de Belgische judoka weer over zijn volle kracht beschikte. En opnieuw zijn grootste wapen hanteerde: geduld, onverzettelijkheid, tactische maturiteit en op conditie toeslaan in de verlengingen.

Zo won Casse drie kampen na respectievelijk 4’59”, 5’13” en 5’07”, voor hij aan de halve finale begon tegen Sharofiddin Baltaboev, de Oezbeek tegen wie hij in Tasjkent nog had verloren. Deze keer trok Casse, via een waza-ari, wel aan het langste eind. Waarna hij het in de finale moest opnemen tegen Tato Grigalashvili, de Georgiër die hem op het EK had verrast met zijn ‘nieuwe’ beweging.

Hoe het fort van Matthias Casse weer onneembaar werd
© AFP

In zijn zeer aanvallende stijl probeerde het jonge supertalent ook nu Casse tegen de grond te werken, maar deze keer bleef de Antwerpenaar wel pal staan. En geduldig zijn kans afwachtend, om zo Grigalashvili mentaal te kraken. Tot… de verlengingen, waarin hij de uitgebluste Georgiër Grigalashvili met een schitterende ippon op zijn rug gooide. Dankzij een overschot aan kracht en conditie.

‘Dat ik in 2019 al eens een WK-finale vocht, heeft me geholpen. Twee jaar geleden was ik té enthousiast en gespannen, nu was ik veel rustiger en heb ik mijn plan goed uitgevoerd’, vertelde Casse na zijn wereldtitel. Want dan weet hij: ‘Stick to the plan, en dan komt alles goed’, zoals hij begin vorig jaar in Knack vertelde.

Hoogtepunt

Het goede nieuws is dat er tegen de Olympische Spelen in Tokio, via drie stages, nog een paar procentjes aan conditie en kracht bij kunnen.

Waarna op dinsdag 27 juli 2021 het échte hoogtepunt van zijn nog jonge carrière moet volgen: in de mythische judotempel van Tokio, de Nippon Budokan, een nog sterker, oninneembaar Belgisch fort optrekken. Om dan helemaal waar te maken wat hij vier jaar geleden in Rio de Janeiro, toen nog als trainingspartner van olympische medaillewinnaar Dirk Van Tichelt, op Instagram had gepost: ‘#ilivetobethebest‘.

Een volledige lijst van alle medaillewinnaars op een WK judo bij de mannen:

Robert Van de Walle: 2x zilver (1979 en 1981, -95 kg), 4x brons (1979, 1981, 1983, 1985 en 1989, -95kg)

Johan Laats: 1x zilver (1991, -78 kg)

Cédric Taymans: 1x zilver (2001, -60 kg), 1x brons (1997, -60 kg)

Harry Van Barneveld: 2x brons (1997 en 1999, open categorie)

Dirk Van Tichelt: 2x brons (2009 en 2013, -73kg)

Toma Nikiforov: 1x zilver (2017, open categorie), 1x brons (2015, -100 kg)

Matthias Casse: 1x goud (2021, -81 kg), 1x zilver (2019, -81kg)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content