Marc Caudron, de voorzitter van de Koninklijke Belgische Hockey Bond (KBHB), zet in op de Red Lions maar ook op de tax shelter om het Belgische hockey gezond te laten groeien.
Hockey is opnieuw de enige Belgische collectieve sport op de Olympische spelen. De sporttak die lange tijd op een beperkte kring gericht bleef ondanks een bijna systematische aanwezigheid op grote events in de jaren 60 en 70, kende de laatste jaren een echte boom. Zelfs de oudste zoon van koning Filip, prins Gabriel, speelt bij White Star in Evere. En de Belgische bond zal in september meer dan 40.000 leden tellen.
‘Het is redelijk opmerkelijk want in 2000 hadden we maar 13.000 leden en in 2005 waren we met iets meer dan 16.000’, vertelt KBHB-voorzitter Marc Caudron vanuit Rio, waar hij de Red Lions steunt in hun jacht op een eerste olympische medaille. ‘Elk jaar, sinds 2008, stellen we een groei vast van ongeveer 7 à 10 procent.’
Ten gevolge van een grote evolutie van het vrouwelijke hockey, zijn 40 procent van onze leden vandaag meisjes
‘Bovendien is die goed op alle niveaus verdeeld: 51 procent van onze leden spelen in een Franstalige club, tegen 49 procent in een Nederlandstalige. En ten gevolge van een grote evolutie van het vrouwelijke hockey, zijn 40 procent van onze leden vandaag meisjes. Dat is uiteraard een zeer positieve evolutie.’
Zichtbaarheid
Hockey heeft dus wind in de zeilen maar om aantrekkelijk te blijven naast andere ploegsporten zoals voetbal en basket, die veel populairder zijn in België, is een goed resultaat van de Red Lions op de Olympische Spelen mooi meegenomen.
Na het succesvol Europees kampioenschap in Boom in 2013 waar de Belgische ploeg de finale bereikte tegen Duitsland en de tribunes volliepen, is het enthousiasme wat bekoeld. 2015 was zelfs ronduit ontgoochelend met het falen van de Red Panthers, de vrouwelijke ploeg, voor de kwalificatie voor de Olympische Spelen en slechts een vijfde plaats voor de Red Lions op het Europees kampioenschap in Londen.
‘De Olympische Spelen zijn uiteraard een zeer belangrijk event. Ze worden heel erg gemediatiseerd en veroorzaken een enorme weerklank in elk land. Ik heb persoonlijk deelgenomen aan twee Wereldbekers, maar niemand buiten de hockeyspelers die zich dat nog herinnert’, lacht de bondsvoorzitter. ‘Maar sinds het Belgische hockey zijn terugkeer maakte op de Spelen in Peking in 2008, volgen alle Belgen de prestaties van de nationale ploeg. Hockey geniet dus van een mooie zichtbaarheid. Daardoor zou een mooi resultaat in Rio een prachtige beloning zijn voor de spelers, de staf en het hockey maar ook voor de Belgische sport in het algemeen want het BOIC, BLOSO en Sport Vlaanderen hebben ook veel geïnvesteerd.’
Gezond groeien
Dit gezegd zijnde maakt Marc Coudron zich niet te veel zorgen over de toekomst aangezien de Red Lions het tornooi uitbundig gestart zijn met een 4-1 overwinning tegen Groot-Brittannië en een 0-12 tegen Brazilië.
De voormalige internationale speler heeft in ieder geval niet de ambitie om te concurreren met voetbal of cyclisme. ‘Het zou fantastisch zijn als we olympisch kampioen worden, maar het belangrijkste is dat we gezond blijven vorderen’, vindt hij.
Zijn doelstelling is om een zo sterk mogelijke basis uit te bouwen om de beste ontwikkeling en een mooie duurzaamheid te verzekeren. Hij werkt trouwens onafgebroken aan twee zeer belangrijke aspecten, de infrastructuren en de begeleiding, wetende dat het gebrek aan ruimte de ontwikkeling van het Belgische hockey remt.
‘Je moet creatief zijn’, verklaart hij. ‘Ik werk tegenwoordig veel voor het project tax shelter, naar het voorbeeld van wat op audiovisueel vlak gebeurt. Dat kan een enorme hulp betekenen voor de ontwikkeling en de vernieuwing van infrastructuren, net zoals voor de sportieve begeleiding van de clubs. Elke jongere die zin heeft om hockey te spelen zou zich zo in de beste omstandigheden kunnen ontplooien. We maken voorderingen. Toen ik in 2005 voorzitter werd was Limburg bijvoorbeeld een terra incognita, net zoals de provincie Luxemburg. Vandaag hebben we clubs in Neerpelt, Roeselare, Veurne, Aalst en Aarlen.’
Hockey moet geen raket zijn die je nooit meer terugziet.
‘Het is belangrijk om te blijven groeien, maar niet te snel. De structuren moeten gezond zijn. Hockey moet geen raket zijn die je nooit meer terugziet. Ik ben ervan overtuigd dat dat niet zal gebeuren want de kracht van hockey beperkt zich niet tot de nationale ploeg. Onze jongeren boeken ook uitstekende resultaten en in de clubs wordt er alle dagen enorm veel werk geleverd. Het Belgische hockey is gezond en performant dankzij de bergen werk die verzet worden.’
Serge Fayat
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
