Ippon in Japan

© BELGAIMAGE

Het judo is al tientallen jaren de hofleverancier van medailles voor de Belgische delegatie en ook in Tokio zijn de verwachtingen hooggespannen. Een rondleiding langs de hoofdfiguren van het Belgische judo. Hajime!

Als de Spelen in de zomer van 2020 hadden plaatsgevonden, had het Belgische judo er anders uitgezien. Om te beginnen zou Dirk Van Tichelt, brons in Rio, van de partij geweest zijn. De 36-jarige Antwerpenaar besliste echter om zijn carrière te beëindigen na een nekblessure. Maar de coronapandemie heeft nog andere gevolgen.

‘Het was moeilijk om trainingen te organiseren,’ zegt Cédric Taymans, technisch directeur van de Franstalige judofederatie. ‘We konden niet meer naar het buitenland, wat normaal onze sterkte is. Aangezien we een kleine natie zijn en we een contactsport beoefenen, trainen we veel met andere landen. Zo kunnen onze atleten vooruitgang boeken.’

Toch wisten de Belgische judoka’s zich bij de hervatting van de competitie staande te houden. De leiders van de delegatie – Matthias Casse, Toma Nikiforov en Charline Van Snick – behaalden goede resultaten, net als Gabriella Willems, Jorre Verstraeten en Sami Chouchi. Het succes laat het beste verhopen voor Tokio. In het land van het judo zouden de Belgen wel eens een aantal medailles kunnen pakken. Analyse van de voornaamste kandidaten voor het podium.

Toma Nikiforov: de sterke man

De Brusselaar reist met veel vertrouwen naar Tokio dankzij een gouden medaille op het EK van Lissabon in april. Nikiforov schakelde daarbij Georgiër Varlam Liparteliani uit, de nummer één van de wereld in zijn categorie (-100 kg). Met deze uitzonderlijke prestatie toonde Nikiforov dat hij zijn kwaliteiten niet verloren heeft, en dat ondanks talrijke blessures.

‘Die blessures zijn zijn enige tekortkoming’, zegt Cédric Taymans. ‘Hij is iemand met een ongelooflijk talent, een kampioen in hart en nieren. Hij is tot alles in staat, vooral in Tokio.’ Bevrijd van zijn blessures, tactisch goed voorbereid en op zoek naar revanche, zal Nikiforov zijn tegenstanders de stuipen op het lijf jagen. En zijn Belgische fans doen juichen.

Toma Nikiforov
Toma Nikiforov© Belga Image

Gabriella Willems: de vechter

Als 25e in de olympische rangschikking in haar categorie (-70 kg), kon Gabriella Willems zich in principe sereen voorbereiden op haar eerste Olympische Spelen. Met een bronzen medaille op de grand slam in het Georgische Tbilisi was de Luikse aan een goede voorbereiding bezig, tot haar lichaam het plots begaf.

In de grand slam van Antalya verdraaide Willems in haar tweede wedstrijd haar knie. Ze moest op een brancard afgevoerd worden en terug in België was het verdict hard: gescheurde voorste kruisband. Ze stelde de operatie uit en vecht om toch naar Tokio te gaan. ‘Ze is volop aan het revalideren, ze kan nog niet sparren. We moeten afwachten hoe dat evolueert. Het is nog een beetje onduidelijk’, zegt Cédric Taymans.

Eén ding is zeker: aan motivatie ontbreekt het Willems niet. Ze brengt vele uren door in het Academisch Ziekenhuis van Luik om klaar te raken tegen eind juli. Het is een race tegen de klok.

Gabriella Willems
Gabriella Willems© Belga Image

Matthias Casse: de leider

Op zijn 24e is de Antwerpenaar de nummer één van de wereld in zijn categorie (-81 kg) en de grootste kans op een Belgische medaille. Casse won de Europese Spelen in 2019, de grand slam van Parijs in 2020 en een zilveren medaille op de laatste Europese kampioenschappen. Hij maakt vooral indruk door zijn regelmaat. ‘Zó consistent zijn op zijn leeftijd, dat hebben we nog niet veel gezien in ons land. Casse kan bovendien heel goed met de druk omgaan en dat is essentieel op de Spelen. Hij zal de favoriet zijn en wij zullen hem moeten steunen’, zegt Cédric Taymans.

In dezelfde categorie zal Sami Chouchi niet naar Japan reizen. Volgens de reglementen mag er per categorie slechts één atleet per land deelnemen, en dus moet Chouchi plaats maken voor Casse, die beter geklasseerd staat. ‘Hij heeft andere doelen, zoals het wereldkampioenschap. Een podiumplaats zou geweldig zijn. Voor de Olympische Spelen zal hij er alles aan doen om er over drie jaar bij te zijn,’ zegt Taymans.

Matthias Casse
Matthias Casse© Belga Image

Charline Van Snick: voor de dubbel

Charline Van Snick is de meest ervaren judoka van de groep. Ze won in 2012 brons in Londen en is in Tokio toe aan haar derde olympiade. Als zesde op de wereldranglijst (-52 kg) behoort ze opnieuw tot de favorieten voor het podium. Maar de Luikse kende geen probleemloze voorbereiding.

In februari raakte ze tijdens de grand slam van Tel Aviv zwaar geblesseerd aan haar rechterenkel. De tweevoudige Europees kampioene moest twee en een halve maand rust nemen alvorens de competitie te hervatten. ‘Ze is nog niet honderd procent, maar ze is op de goede weg en zal klaar zijn voor de Olympische Spelen, daar is geen twijfel over mogelijk. Er is nog wat tijd en die zal ze nodig hebben om volledig op niveau te komen’, zegt Taymans.

Hoewel ze bij haar rentree in Rusland meteen werd uitgeschakeld, zal Van Snick in goede vorm aan de Spelen beginnen. Haar ervaring moet het verschil maken. Van Snick is met haar dertig jaar de oudste van de groep en zal proberen de Belgische delegatie de weg te wijzen.

Door Samuel Gothot

Charline Van Snick
Charline Van Snick© Belga Image

Jorre Verstraeten: de nieuwkomer

De 23-jarige Jorre Verstraeten, die onlangs in de Container Cup het record van Mathieu van der Poel verbeterde, laat ook in het judo steeds betere resultaten optekenen. Na bronzen medailles op de Europese Spelen van 2019 en de Europese kampioenschappen van 2020 won hij zijn eerste grote trofee op de grand slam van Antalya in de categorie tot 60 kilogram. ‘Jorre zit echt in een opwaartse curve. Ik dacht vooraf dat hij zich maar nipt voor deze Olympische Spelen zou plaatsen, maar uiteindelijk staat hij veertiende op de wereldranglijst. Hij kan echt voor een verrassing zorgen, zoals hij in Turkije heeft laten zien,’ zegt Cédric Taymans, technisch directeur van de Franstalige judofederatie.

Net als voor Gabriella Willems en Matthias Casse zijn het voor Jorre Verstraeten zijn eerste Spelen. Toch vertrekt hij niet om de hoop te vergroten. ‘Eigenlijk moeten we niet spreken over een eerste ervaring op de Olympische Spelen, want deze atleten hebben al tonnen ervaring. In onze sport zijn er veel toernooien, en daar heeft Jorre al bewezen dat hij de besten van de wereld kan verslaan. Op de Spelen moeten alle elementen samenkomen op dezelfde dag,’ onderstreept Taymans.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content