Johan Vande Lanotte (BC Oostende): ‘Het Belgische basketbal zit met problemen’

© belga
Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

Huidig informateur Johan Vande Lanotte is ruim twintig jaar fervent supporter en drijvende kracht achter de schermen bij BC Oostende. Bij het begin van een nieuw basketbalseizoen bracht Sport/Voetbalmagazine hem samen met Dario Gjergja, de succescoach die zijn BCO ondertussen al acht landstitels op rij schonk.

Druk-druk-druk, het blijkt geen loze kreet wanneer je Johan Vande Lanotte (64) in actie ziet. Op een zonnige maandagochtend omstreeks 9u komt hij binnengestormd in de Versluys Dôme, de thuisbasis van landskampioen BC Oostende. Snel een koffietje en wat ontbijtkoeken. Een paar telefoons en dan hop, een uurtje aan de tafel met Sport/Voetbalmagazine en Dario Gjergja (44) voor een gesprek over het verleden, heden en toekomst van zijn geliefkoosde basketbalclub. Het moet vooruitgaan, laat de ex-minister en huidige informateur vlug merken, er valt immers nog een federale regering te vormen.

Hoe zouden jullie je band omschrijven?

Johan Vande Lanotte: ‘We zijn als een Italiaans koppel. Altijd aan het discussiëren, maar je krijgt ze niet uit elkaar.’ (lacht)

Dario Gjergja: ‘We discussiëren veel, ja, maar altijd met dezelfde insteek: hoe maken we de club sterker? Daarin is geen plek voor negativiteit of ego. Sometimes we agree to disagree. Vooral inzake spelers wijken onze meningen al eens af.’

Ging er veel discussie gepaard met de beslissing om sportief manager Philip Debaere te ontslaan na nochtans veertien zeer succesvolle jaren?

Vande Lanotte: ‘We waren allebei ongelukkig dat we zo’n waardevol iemand moesten laten gaan, maar iedereen weet dat de financiële situatie van ons Belgische basketbal niet rooskleurig oogt. We hebben dit seizoen ook maar een kern van elf spelers in plaats van twaalf… dat doen we niet voor ons plezier. Ik ben in 1999 in het basketbal gestapt, BCO had toen redelijk wat schulden, dat gebeurt wanneer je engagementen aangaat die je niet kan nakomen. Zoiets moeten we vermijden.’

Gjergja: ‘Philip was vooral een aanspreekpunt, een moderator. Hij dacht mee over de invulling van de technische staf en trad op als buffer in gesprekken met scheidsrechters, liga of rivaliserende clubs. Die functie zullen we zeker missen. Maar inzake transferbeleid verandert zijn vertrek weinig, Johan en ik deden die altijd al.’

Vande Lanotte: ‘Ik wil van deze gelegenheid gebruik maken om iemand in de schijnwerpers te plaatsen die dat verdient: Jonathan Givony, onze scout op de Amerikaanse spelersmarkt. Hij helpt ons al jaren om de juiste transfers te doen. Hij, Dario, Thierry (Declercq, hulptrainer, nvdr) en ikzelf beslissen over die dossiers. Het belangrijkste is dat we niet elk onze speler willen opdringen, we proberen een zo goed mogelijk team op de been te brengen.’

Het geslaagde transferbeleid is één van de sleutels tot het succes van de voorbije jaren. Blijkbaar kijken jullie daarbij vooral naar de defensieve kwaliteiten van een speler, klopt dat?

Vande Lanotte: ‘Het volstaat niet dat een speler elke wedstrijd 20 punten maakt. Je beoordeelt ook zijn atletische kwaliteiten en hoe hij als mens in het leven staat. Het belangrijkste is dat ze in een team willen functioneren. Kunnen ze genoegen nemen met een rol waarin ze maar 20 minuten per wedstrijd spelen in plaats van 35 minuten? Is dat niet zo, dan nemen we hem niet, hoe goed ook. Want dat is de basis van Dario zijn spelfilosofie: iedereen draait mee in het systeem. Veel clubs doen het omgekeerd en passen het systeem aan de spelers aan.’

Gjergja: ‘Spelers die naar Oostende komen, weten bijna zeker dat ze hier progressie zullen maken. Ze worden meegezogen in het veeleisende systeem en in de arbeidsethos die de ervaren rotten in mijn kern etaleren. Daarom is iemand als Dusan Djordjevic zo belangrijk, hij is elke dag en overal competitief. Jean-Marc Mwema neemt die rol stilaan over. Zeker met zo een jonge groep als de onze nu, zijn zulke trekkers nodig, anderen zien hoe hard zij werken en kunnen niet anders dan volgen.’

Vande Lanotte: ‘We stellen onze kern heel minutieus samen. Als we met Amar Sylla een beloftevolle bordenspeler halen die nog kracht moet bijwinnen, zetten we er met MiKyle McIntosh een fysiek sterke en ervaren speler naast.’

Van jou werd vroeger nochtans beweerd dat je te veel rekruteerde op basis van statistieken.

Vande Lanotte: ‘Het klopt dat ik daar vroeger wellicht in overdreef. Ik vind statistieken nog steeds heel richtinggevend, alleen interpreteer ik ze nu anders. Ik kijk nu bijvoorbeeld naar hoeveel minuten een speler speelt in verhouding met zijn speeltijd. Als hij ondanks een mager puntengemiddelde meer dan 25 minuten per match speelt, wil dat zeggen dat het team andere dingen van hem krijgt en de coach daarmee heel tevreden is.’

Gefrustreerd door de media

Meneer Vande Lanotte, u verklaarde dat BC Oostende dit seizoen niet als titelfavoriet start. Is dat niet wat raar voor een club die net acht landstitels op rij won?

Vande Lanotte: ‘We zijn een titelkandidaat, maar geen favoriet, neen. Omdat we deze zomer met een nieuw project zijn gestart: thetalent factory. In 2018 werd onze belofteploeg kampioen in tweede klasse, daar konden we mee aan de slag. Ofwel laat je die jongens uitzwermen om elders ervaring op te doen, of je beslist hen de kans te geven zich te ontwikkelen bij onze A-ploeg. Servaas Buysschaert, Simon Buysse en Kaye van der Vuurst-De Vries krijgen nu die opportuniteit. Dan moet je wisselvalligheid incalculeren. In die context verklaren dat je titelfavoriet bent, zou getuigen van arrogantie.

‘Onze titel van afgelopen seizoen was diegene die het meest deugd deed, omdat ze de moeilijkste was. Het bewees dat je door hard werken nog steeds de beste kan zijn. Dit seizoen wordt meer een avontuur, dat mee de identiteit van deze club zal bepalen: die van kweekvijver van eigen talent. Ik ben alvast enthousiast.’

En is een veeleisende kampioenenmaker even enthousiast om een trapje terug te schakelen, Dario?

Gjergja: (ferm) ‘Ik zet nooit een stap terug! Als je met luie, talentloze jongeren zit, heb je een probleem, maar deze groep is het omgekeerde. Ik moet wel iets toegeven: de voorbije jaren geraakte ik behoorlijk gefrustreerd. Ik werd door verscheidene media persoonlijk aangevallen. Ze creëerden een beeld waartegen ik machteloos sta. That hurt me a lot.’

Vande Lanotte: ‘Ik werk al dertig jaar in de politiek en heb ondertussen een olifantenvel gekweekt. Ik weet hoe het voelt om in een schietkraam te staan. Maar voor een ‘normaal mens’ valt zoiets moeilijk te verwerken. Volgens mij heeft veel van de kritiek op Dario te maken met jaloezie.’

Is het niet normaal dat de media, en de neutrale basketbalfan trouwens ook, blij is dat de dominantie van Oostende een beetje gekitteld wordt?

Vande Lanotte: ‘Dat begrijp ik zeker. Maar het mag niet zo persoonlijk worden als in het geval van Dario. Ik heb mij het voorbije seizoen ook behoorlijk gestoord aan de houding van sommige media. Als je ziet hoeveel aandacht Sporza besteedde aan Brussels, Aalstar en vooral Antwerp, stel ik me de vraag: ligt Oostende te ver van Brussel? Het kan niet de bedoeling zijn dat je met overheidsgeld enkel focust op die teams.’

Gjergja: ‘Anderzijds werkte dat motiverend. We wilden bewijzen dat hier nog steeds het beste basketbal gespeeld wordt. Dat journalisten mij beoordelen op enkel die paar uren wedstrijd die ze zien, vind ik goedkoop. Kom mij hier gerust een week lang volgen op de club en geef dan je mening over mijn functioneren. Hoe ik met spelers omga, met de staf, dat kun je niet beoordelen van buitenaf. Ik zie genoeg collega’s die meer schelden en tieren op scheidsrechters of spelers van mij, maar daar gebeurt niets mee.’

Dario Gjergja
Dario Gjergja© Belga

Twee jaar geleden verloor BC Oostende zijn hoofdsponsor Telenet aan Antwerp. Sindsdien moet bij jullie ook de vinger op de knip. Niet echt een opbeurend signaal dat de meervoudige landskampioen zijn budget moet verlagen, toch?

Vande Lanotte: ‘Het is symptomatisch voor de staat van onze competitie. Dat heeft volgens mij deels te maken met het format, waarbij tien ploegen elkaar vier keer treffen in de reguliere competitie en dan nog eens in de play-offs. (vanaf dit seizoen wordt wel een nieuw format geïntroduceerd, met twee speelronders, een eerste waarbij de competitie in twee poules verloopt, vervolgens een tweede met alle clubs samen en behoud van de punten uit de eerste ronde, nvdr) Deels hangt het ook samen met de resultaten van onze nationale ploeg. Het succes van een competitie correleert dikwijls met het succes van de nationale ploeg. Kijk naar het Belgische hockey. Wij doen met onze Belgian Lions ons best, maar er ligt nog veel werk op de plank.’

Daarom heb je je coach dan maar bij de Lions geplaatst?

Vande Lanotte: ‘Geplaatst? Neenee, Dario werd gevraagd. Maar om op mijn punt terug te komen: het Belgische basketbal zit met problemen. Ik weet van andere eersteklassers dat zij met serieuze schulden zitten, tot 3 of 4 miljoen euro. Wij hebben ons team altijd aangepast aan ons budget. Het verschil met tien jaar is enorm, de lonen zijn gehalveerd.’

Gjergja: ‘Die tendens reflecteert zich helaas ook in de werking rond de nationale ploeg. We zijn op stage geweest naar Servië, met de U20 en U18 erbij, dan creëer je meteen een bepaald gemeenschapsgevoel. Zoiets moet je eigenlijk meermaals kunnen doen. Dat lukt nu niet, ik kon het afgelopen jaar hoop en al 17 keer trainen met de Lions.’

Je bent nu bijna een jaar coach van onze Belgische nationale ploeg. Waarom ben je die uitdaging aangegaan?

Gjergja: ‘Ik ben altijd met het algemeen belang bezig. Ik denk niet dat er al veel buitenlandse coaches geweest zijn die zoveel Belgische jongeren tot international gekneed hebben. Eddy Casteels heeft een fantastische job gedaan, maar we moeten opnieuw een project opstarten. Wat ik mis, is een gezonde dosis patriotisme. Ik heb voor onze zomerstage 43 spelers opgeroepen, slechts acht daagden op. En dan heb ik het niet over toppers zoals Sam Van Rossom of Quentin Serron. Toch zie ik potentieel, alles hangt ervan af de juiste atmosfeer te creëren. Ik heb tegen Johan al gezegd dat het goed zou zijn als we onze interlands in Oostende konden spelen.’

De slechtste verdediger in de geschiedenis

Een belangrijke reden waarom je in België aan de slag blijft, Dario, is de financiële zekerheid die je hier krijgt in vergelijking met betere competities als Griekenland en Turkije. Maar als die financiële zekerheid afkalft, stel je die toekomst dan in vraag?

Gjergja: ‘Natuurlijk. Ik heb ambitie, maar naast het contract kijk ik naar de levenskwaliteit. Hier in Oostende voel ik me thuis. Net als mijn gezin. Als er dan geen betere opties komen, vertrek ik niet. Voor mij zijn enkel Spanje, Frankrijk, Duitsland of Rusland interessant. Ik moet bij een club voelen dat ik er iets kan ontwikkelen.’

Vande Lanotte: ‘Binnenkort zal Dario hier tien jaar werken, dat is ongezien. Twintig jaar geleden voerden we te veel trainerswissels door bij Oostende. Rond 2008 is dat veranderd. Samen met toenmalig voorzitter Arthur Goethals hebben we een plan opgesteld, waarin we uitgingen van drie- of vierjarige contracten voor trainers. Bovendien betalen wij correct. Daarom kunnen we Dario houden.’

In hoeverre is geschiedschrijving belangrijk voor jou, Dario?

Gjergja: ‘Daar denk ik geen seconde aan. Ik ben niet met mijn persoontje bezig.’

Vande Lanotte: ‘Geen enkele coach in België was zo succesvol als Dario. Zijn grote voordeel is dat hij een universitaire achtergrond heeft. Hij behaalde zijn diploma in lichamelijke opvoeding, dat betekent dat hij de werking van het lichaam doorgrondt. Een voorbeeld: Jean Salumu had eens rugproblemen omdat hij tijdens de zomer oefeningen had gedaan zonder de club te consulteren. Na een paar maanden vond Jean dat hij klaar was, maar Dario gebruikte hem amper. Ik vroeg mij af wat er gaande was, maar Dario kreeg gelijk: door hem nog even te temperen, kon Jean na nieuwjaar meteen weer een hoog niveau halen. Zulke inzichten maken van hem een topper. Coaches moeten hun job kennen.’

Je bent je Belgische episode begonnen als assistenttrainer bij Spirou Charleroi, nog in de gouden tijd met Eric Somme als voorzitter. Ben je verrast dat Charleroi sindsdien zo een terugval kende?

Gjergja: ‘Toch wel, want zij konden, ook na het vertrek van Somme, nog spelers van 400.000 euro per jaar halen. Maar het hangt er natuurlijk van af hoe je je team samenstelt. Hun oudere spelers, met langdurige contracten, verloren de honger. Daarom zweer ik bij ‘role players’, because they know their role. Elke speler moet zijn taak doen, anders verdwijn je naar de bank. Gisteren nog heb ik een van mijn spelers de ‘slechtste verdediger in de geschiedenis van het basketbal’ genoemd. Als iemand niet werkt, zeg ik dat.’

Vande Lanotte: ‘Wij kopen al lang geen sterspelers meer, Matt Lojeski in 2009 moet zowat de laatste geweest zijn. Bij Charleroi werd er enkele jaren geleden nog gezegd dat ze vijf ballen nodig hadden om iedereen in hun ploeg tevreden te houden. Ook op bestuurlijk vlak waren er te veel mensen die hun zeg wilden hebben. Je moet samen één richting uitgaan. Die continuïteit hebben we toch in Oostende.’

Welke rol speelt Johan Vande Lanotte daarin bij BC Oostende? Want dat is niet altijd even duidelijk.

Gjergja: ‘Hij is heel belangrijk, alleen al om het budget rond te krijgen. Voor de transfer van Braian Angola eind vorig seizoen hebben hij en twee andere bestuursleden het geld samengebracht.’

Meneer Vande Lanotte, er zijn al vraagtekens geplaatst bij de belangenvermenging tussen uw functie als politicus en uw bezigheden bij BC Oostende. Met name de N-VA betichtte u ervan dat in tien jaar tijd meer dan twee miljoen euro van de stadskas naar de club vloeide.

Vande Lanotte: ‘Dat werd meteen weerlegd. De stad heeft de voorbije twintig jaar enkel geholpen met het ontvangen van Europese tegenstanders _ de accommodatie _ en bij het ter beschikking stellen van een grond voor de bouw van deze zaal. Daar kwam geen financiële steun aan te pas. Ik heb me er altijd over verbaasd dat daar in Oostende heisa over ontstond, terwijl bij Antwerp Giants de stad zelfs een van de officiële hoofdsponsors is. Niet dat ik daar een probleem mee heb, voor alle duidelijkheid, ik ben blij dat Antwerpen daarin investeert.

‘Ik kan u zeggen dat iedereen die een gunst verwachtte van mij als burgemeester van een kale reis terugkwam. Nooit was er sprake van inmenging. Hier en daar heb ik wel geld van mezelf in de club gestopt. De club kreeg daarvoor veel kritiek en dat vond ik niet echt fair. Anderzijds: hoe meer macht je krijgt in dit land, hoe meer kritiek. Als je die niet krijgt, is dat vaak een slecht teken.’

Er woedt nu een discussie over het afschaffen van de voordelige RSZ-tarieven voor topsportclubs. Marie De Clerck, de nieuwe CEO van jullie club, verklaarde al dat zoiets de doodsteek van het professionele basketbal in België zou betekenen.

Vande Lanotte: ‘Topsporters betalen inderdaad minder sociale zekerheid en minder belastingen. Voor grootverdieners is het terugdraaien van die gunstmaatregel geen probleem, maar het basketbal zou daar zware gevolgen van dragen. Ik heb al eens een tegenvoorstel gelanceerd: je zet een percentage _ vijf procent bijvoorbeeld _ van een transferbedrag opzij in een fonds dat dient om de sociale zekerheidskas te spijzen. Zo kan voetbal genoeg bijdragen en blijven kleine sporten als hockey en basketbal leefbaar.’?

Johan Vande Lanotte over Dario Gjergja

‘Passie en perfectie, dat zijn de twee woorden die ik meteen associeer met Dario. Na een kampioenstitel is hij misschien even blij, tot de volgende ochtend en dan denkt hij alweer aan de volgende uitdaging. Hij streeft naar perfectie en dat bekom je enkel door heel hard te werken. Dat eist hij van zijn spelers en dat krijgt hij ook, omdat hij het voorbeeld geeft. Bij Dario zien ze meteen wat het hen oplevert: ze worden betere spelers. Dat heeft hij ondertussen voldoende bewezen.’

Dario Gjergja over Johan Vande Lanotte

‘Ik zou hetzelfde zeggen als hij over mij: passie en perfectie. Maar daar wil ik nog één term aan toevoegen: consistentie. Al dertig jaar of meer staat hij aan de top, zowel in de politiek als sportief. Om dat hoge niveau zo lang te handhaven, daar kruipt héél veel energie in. Leeftijd lijkt geen vat op hem te krijgen, de wil om steeds beter te doen, blijft aanwezig. Hij werkt dikwijls zestien of meer per dag, ongelooflijk, ik ken niemand die het hem nadoet.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content