Knack Roeselare kampioen: de titel van de stabiliteit en de continuïteit

© Sportpix.be

In een jaar waarin verrassingen niet uitbleven, kroonde titelfavoriet Knack Roeselare zich toch weer, en dat al voor de dertiende keer in de clubgeschiedenis, tot landskampioen.

Een Europees parcours zonder uitschieters, waarbij zoals verwacht het Poolse Jastrzebski maar ook het Bulgaarse Pazardzhik te sterk bleken en een bekercompetitie waarin het al sneuvelde in de kwartfinales tegen Menen: Knack Roeselare kende zeker niet zijn beste seizoen. Vooral de bekeruitschakeling deed pijn, vertelt coach Steven Vanmedegael. ‘We hebben in die wedstrijd heel atypisch gespeeld voor een team als het onze. We maakten immers enorm veel fouten. Dat we zo vroeg strandden, was volgens mij dan ook onze eigen schuld, veeleer dan de verdienste van Menen.’

Geen zevende beker op rij voor Roeselare en omdat ook Maaseik al in de kwartfinale sneuvelde kreeg het Sportpaleis eind februari trouwens een onuitgegeven finale. Underdog Gent zorgde daarin voor de eerste grote verrassing van het seizoen door in een Oost-Vlaams onderonsje Aalst met 3-1 te verslaan en zo zijn allereerste prijs te pakken.

Even historisch als de bekerzege van Gent was de naam van de tegenstander die Roeselare de voorbije dagen in de finale van de play-offs tegenover zich kreeg. Niet Maaseik, waar trainer Joel Banks tot verrassing van velen in de loop van het seizoen de wacht werd aangezegd, maar wel Menen dwong via de Champions Final 4 een plaats af in de titelfinale. Opmerkelijk, temeer omdat het Menense clubbestuur eerder op het seizoen aankondigde dat het door financiële problemen de handdoek gooide en aan zijn laatste seizoen in de Liga bezig was.

Amper een maand later zag de wereld er in Mijnde weer rooskleuriger uit en kwam de mededeling dat de ploeg volgend seizoen in de hoogste afdeling zal blijven volleyballen. Een goede zaak voor het Belgische volleybal, waarin naast de prestaties van Menen, Gent en Achel – dat dit seizoen voor het eerst Europees speelde – ook de ambities en de geleidelijke groei van Haasrode Leuven een indicatie zijn dat het niveau van de Ligaclubs dichter bij elkaar komt te liggen.

‘Maaseik was voor ons zeker en vast een zwaardere tegenstander geweest in de finale.’

Steven Vanmedegael, coach Knack Roeselare

Het beproefde recept

Die vaststelling ten spijt blijven, aldus Vanmedegael, de vaandeldragers van het vaderlandse volleybal luisteren naar de namen Roeselare én Maaseik. ‘Als je een steek laat vallen, zeker eentje van drie punten, dan is het in een play-offronde met zes wedstrijden heel moeilijk om daarvan te bekomen. Dat gebeurde met Maaseik: op de tweede speeldag lieten ze in Menen drie punten liggen. Toen wisten ze dat ze in de twee confrontaties met ons eigenlijk de volle buit moesten pakken. Dat lukte hen niet en daardoor kregen we Menen als opponent. Maaseik was voor ons zeker en vast een zwaardere tegenstander geweest in de finale en dan hadden we bovendien niet altijd in eigen zaal aangetreden (de zaal van Menen voldoet niet aan de eisen om een finale te spelen, waarop Menen de Tomabelhal, de thuishaven van Roeselare, uitkoos om zijn ’thuiswedstrijd(en) af te werken, nvdr)’

Hoewel Joel Banks er bij Maaseik de afgelopen jaren tot tweemaal toe in slaagde om van scratch te beginnen en toch een succesvol team te bouwen, bewees Roeselare opnieuw dat het beproefde recept – stabiliteit en continuïteit – nog steeds deugt.

In tegenstelling tot de Limburgers, die net als Aalst andermaal zeven, acht nieuwe spelers moesten inpassen, kon Roeselare rekenen op een groot deel van de kern van vorig seizoen. Het leverde Knack een tweede landstitel op rij op, de dertiende in de clubgeschiedenis.

roel van den broeck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content