Opinie: De pieken (en dalen) van Philippe Gilbert

De komende dagen zal moeten blijken hoe het met de conditie van Philippe Gilbert echt gesteld is, maar het is een feit dat ook Fast Phil, die alles op de Ardennenklassiekers zet, niet verwacht had dat hij op dit moment zó traag zou rijden.

“Zeker blijven kijken. In de ploegentijdrit van Tirreno-Adriatico gebeuren héél vreemde dingen.” Michel Wuyts maakte woensdag de Sporzakijkers wel heel nieuwsgierig bij het afsluiten van de live-uitzendingen van Parijs-Nice. Vreemde dingen? Een grote valpartij? Loslopende paarden? Een renner die omvergetrokken wordt door een toeschouwer? Neen, niets van dat. Gewoon een renner die loste.

Maar niet zomaar een: Philippe Gilbert. De Belgische kampioen tijdrijden. De nummer één van de wereld die vorig jaar van februari tot augustus de tegenstand met diabolische wellust oppeuzelde, maar nu amechtig naar adem happend zijn nochtans traag rijdende ploegmaats – BMC eindigde pas 17e – moest laten rijden. Alsof Novak Djokovic, in 2011 de Gilbert van het tennis, al in de eerste ronde van een Grand Slamtoernooi uitgeschakeld zou worden. Wereldnieuws dus.

Maar, suste BMC-ploegleider John Lelangue: “Dat was strategie. Philippe heeft in het begin veel gewerkt en we moesten op het einde risico’s nemen en versnellen omdat we in het eerste deel al 28 seconden verloren hadden. Bovendien zat Philippe net achteraan toen Cadel Evans stevig doortrok. En dus hebben we hem opgeofferd, hij rijdt toch niet voor het klassement. Met zijn conditie is alles in orde. Phil en de hele ploeg zal er staan in Milaan-Sanremo.”

Zelden zo’n warrige en op niets slaande uitleg gehoord. Ook Dirk De Wolf, die zich opvallend negatief uitliet over Gilbert – ‘Hij heeft mij pijn gedaan’ – en zijn ‘rijke’ ploeg BMC, vond het ‘prietpraat’. Een renner die vorig jaar zelfs in kermiskoersen voor de overwinning meestreed, lost immers niet zonder dat er iets aan de hand is, ook al beweert hij zelf nog altijd op schema te zitten. En als Gilbert dan toch komedie speelt, dan mag hij volgend jaar zijn Oscarbeeldje in Hollywood gaan afhalen.

Alles wijst echter op het tegendeel: de donderwolk op zijn gezicht toen hij over de streep reed, de spraakwaterval van vorig jaar waar al na een aantal koersen geen druppel meer uit komt, en vooral het sms’je dat hij naar De Wolf stuurde. “Ik ben heel slecht.” Vier woorden die veel zeggen en tot onrust leiden.

Tot nu toe had Gilbert nochtans zelf de schouders opgehaald. Onzichtbaar in Qatar? Vijftiende plaats in de Haut-Var? Gelost in de Omloop? Op acht minuten van Fabian Cancellara in de Strade Bianche, waar hij vorig jaar nog alle Italianen een poepje had laten ruiken? ‘No worries. Het seizoen is nog lang’, was de korte en zelfs logische uitleg. Wie op een seizoen én een tweede keer Luik-Bastenaken-Luik, én een paar Touretappes, én de Olympische Spelen, én het WK wil winnen, plús tussendoor nog eens ploegmaat Cadel Evans naar de eindzege in de Tour wil loodsen, móét keuzes maken. Zelfs de Superman die vorig seizoen maanden aan een stuk iedereen overvleugelde, maar – en dat lijkt iedereen te zijn vergeten – op het WK en in Ronde van Lombardije weer op aarde belandde. Dat beseft Gilbert ook, vandaar dus later pieken. Naar Luik-Bastenaken-Luik, de koers die hij liever twee keer zou winnen dan zijn palmares aan te vullen met een eerste Milaan-Sanremo of Ronde van Vlaanderen.

Alleen had Fast Phil en heel de wielerwereld niet gedacht dat hij ondanks dat plan op dit moment zó traag zou rijden. En dus zoekt iedereen naar een mogelijke uitleg. Overgewicht? Neen, beweert een bron bij BMC, op dit moment van het seizoen weegt Gilbert zelfs een kilo lichter dan vorig jaar. En gewicht leek hem toen – gezien zijn zeges in de Strade Bianche en in Tirreno-Adriatico – niet te deren. ‘Bolleke’ werd hij in maart in het peloton zelfs genoemd, wegens nog twee, drie kilo te veel. Iets wat hij in aanloop naar de Amstel en Luik-Bastenaken-Luik zonder problemen kwijtraakte.

Wat dan wel? Wankele conditionele fundamenten wegens te veel vieringen en te weinig trainingen? Alleen Gilbert zal het weten. Al zou dat vreemd lijken voor een renner die de voorbije jaren geroemd werd voor zijn beroepsernst en trainingsarbeid. En vertelde Bob Verbeeck, Gilberts nieuwe manager, onlangs tegen Michel Wuyts: “Zijn fysieke testen waren twintig procent beter dan vorig jaar.” Waarom dan lossen in een ploegentijdrit? Toch zand in de ogen strooien?

Neen, beweert een BMC-bron in Gazet van Antwerpen. “Gilbert kan na drie jaar op een Canyon zijn draai niet vinden op zijn nieuwe BMC-fiets. De positie klopt niet.” En kritiek geven, zoals hij de voorbije jaren openlijk uitte op Canyon, ligt nu veel moeilijker, aangezien fietsenconstructeur BMC immers de grote sponsor is en dus Gilberts riant contract betaalt.

Voor wielerminnend België is het te hopen dat dat inderdaad de uitleg is en dat Verbeeck Wuyts geen fabeltjes wijsmaakte, al zijn managers al wel vaker niet in hun eerste leugen gestikt en zal het gissingen over Gilberts conditie blijven regenen.

De komende (zware) dagen in de Tirreno zal duidelijk worden hoe het daarmee écht gesteld is. En vooral of hij zijn achterstand op Valverde en co nog kan inhalen. In de vijf weken die hem resten tot de Ardennenklassiekers kan een groot talent als Gilbert nog veel goedmaken, maar of dat voldoende zal zijn voor nieuwe winst in de Gold Race en in Luik? Misschien hóéft dat voor de Waal ook niet. Als hij op 28 juli maar olympisch kampioen wordt en twee maanden later op zijn Cauberg de regenboogtrui kan aantrekken.

Jonas Creteur

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content