Overstap naar Renault bezorgt Ricciardo vooral frustraties

© belgaimage
Chris Tetaert Vaste medewerker Sport/Voetbalmagazine

Het F1-seizoen is nog niet eens halfweg, maar de glimlach van Daniel Ricciardo is nu al ver te zoeken. Hij staat met zijn nieuwe Renault nog net in de top tien, vér beneden zijn mogelijkheden.

Twee keer moeten opgeven, achttiende in Bahrein, twaalfde in Spanje. En in China en Monaco, waar Daniel Ricciardo vorig jaar in zijn Red Bull won, ook twee keer kansloos – zevende en negende. De Australiër die volgende week 30 wordt, had zich zijn overstap naar Renault heel anders voorgesteld.

‘Mijn droom is dit team opnieuw naar zeges en wereldtitels leiden’, klonk hij tijdens de voorstelling van de nieuwe wagen, maar die droom is allang uiteengespat.

Ook zijn ploegmaat Niko Hülkenberg botst op de limieten van de wankele Renault. Vorig jaar werd hij met Renault vierde bij de constructeurs, maar de achterstand op nummer drie – Red Bull – bedroeg bijna 300 punten.

‘Een project voor de lange termijn’, legde Ricciardo zijn verrassende keuze uit en ook teambaas Cyril Abiteboul vroeg geduld. Sinds de laatste twee wereldtitels van Fernando Alonso (2005, 2006) was de Franse constructeur nergens meer, maar met de input van nieuwe ingenieurs, meer financiële middelen én de ervaring van de Australiër zou het team in 2020 klaar zijn om opnieuw in de prijzen te rijden.

‘We willen dit seizoen wel al de kloof met Red Bull verkleinen, misschien kunnen we zelfs de rollen omdraaien’, klonk het in februari, maar vier maanden verder is het optimisme in het team ver te zoeken. De kloof is dit seizoen nóg groter geworden. ‘Ik wil niet voor een team rijden dat op het einde van het seizoen tevreden is met een vierde plaats.’

Hij knalde in de straten van Monaco al vier keer naar de top drie, dit keer moest hij genoegen nemen met de zesde tijd in de kwalificaties en na een verkeerde tactische inschatting van het team moest hij nog drie plaatsen inleveren. ‘Heel frustrerend. Ik ben enorm kwaad, ja.’ Zeldzame harde woorden van de Australiër, een levensgenieter die tijdens raceweekends met een brede smile door de paddock wandelt. Bijna apathisch, maar schijn bedriegt. Zijn personal coach Stuart Smith herdoopte hem ooit in Honey Badger – honingdas. ‘Een diertje dat er heel lief uitziet, maar eigenlijk wreed, meedogenloos en onverschrokken is.’

Op de teller, in zijn negende F1-seizoen, staan 7 zeges en 29 podiumplaatsen. Veel te weinig voor iemand die door collega’s als ‘een genadeloze inhaalmachine’ wordt omschreven. Maar daarvoor moeten motor en wagen mee willen. En precies daar, net als de voorbije jaren, wringt het. Of, verbeterde Abiteboul: ‘Wrong het.’

In Canada reed hij zich, met een aangepaste motor en nieuwe onderdelen voor het chassis, naar een zesde plaats, het beste resultaat van dit seizoen. ‘In races moeten we niet meer onderdoen voor de snelheid van Ferrari en Mercedes, in de kwalificaties zijn alleen de Italianen sneller. Mijn twee rijders zeggen dat ze het verschil in power goed merken.’ Dat zal de volgende maanden moeten blijken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content