Portret Pieter Timmers (28): ‘Ik droom van de dag dat ik eens opsta zonder spierpijn’

© Belga Image
Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

Zwemmer Pieter Timmers bezorgde België een derde medaille op de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Op de 100 meter vrije slag, het koningsnummer, pakte hij zilver en dat met een fors nieuw Belgisch record: 47,80. Een portret van ‘De Beringse Tuimelaar’.

Dit portret verscheen eerder in de olympische gids van Sport/Voetbalmagazine

Pieter Timmers (28) wil in Rio het uitroepteken achter zijn carrière plaatsen. Om vervolgens met veel goesting aan een nieuwe paragraaf in zijn leven te beginnen. Eentje zonder zwembaden. ‘Ik droom van de dag dat ik eens opsta zonder spierpijn.’

Twee meter gestroomde slankheid, handen als kolenschoppen, een spanwijdte van 2,16 meter – om je een idee te geven: dat is vijf centimeter meer dan Michael Jordan. Pieter Timmers lijkt wel een uit een 3D-printer gegraveerde modelzwemmer. Het zag er aanvankelijk nochtans minder voorbestemd uit. Toen vader Rudi en moeder Lut hun zoon inschreven voor de eerste zwemlessen, bleek die nogal eigenaardig te reageren. “Toen ze respectievelijk vier en zes jaar waren, wilden we Pieter en zijn zus Sarah leren zwemmen, zodat we zonder al te veel schrik op vakantie konden. Voor Pieter bleek dat toch iets te vroeg, hij spartelde en zijn coördinatie klopte niet’, lacht Rudi. ‘Ik dacht even dat er iets met hem scheelde, maar uiteindelijk bleek het vooral angst voor het water.”

Met die angst is het goed gekomen, maar de relatie met het zwembad is altijd bipolair gebleven. Papa Rudi Timmers: “Een paar jaar geleden vroeg ik hem eens of hij graag zwom en hij antwoordde: elke dag zo vroeg op, elke dag een droge huid en jeuk… wat denk je? Zwemmen is een eenzame strijd, je hebt enkel die tegeltjes onder je om naar te kijken. Drie jaar geleden al liet Pieter zich daar ondubbelzinnig over uit in een interview met Knack: “Ik ben graag topsporter, ik ga graag tot het uiterste, maar zwemmen is niet iets wat ik uitzonderlijk graag doe. Ik kick op het fysieke en op de uitdaging, maar het had net zo goed een andere sport kunnen zijn. Ik denk dat het bij veel zwemmers zo is. Wie vindt het niet hatelijk om iedere dag, nog voor de rest van de wereld zelfs maar wakker is, in koud water te springen? Dat is gewoon niet leuk. Mij zie je na mijn carrière niet meer in de buurt van een zwembad.” Niet zo verwonderlijk dus dat de naar Antwerpen uitgeweken Limburger aankondigde dat de Olympische Spelen in Rio wellicht zijn laatste grote wapenfeit als topsporter worden.

Naar PSV

Hoe komt het dat Pieter Timmers dan toch uitgroeide tot de Belgische nummer één in het zwemmen en nu al acht jaar lang elke dag een Spartaans regime hanteert van opstaan om 5 uur, voor de tweede keer ontbijten om 8.30 uur, even slapen of fitness en dan om 16 uur weer het zwembad in voor een eindeloze reeks baantjes? Papa Rudi doet het verhaal: “Na twee jaar zwemschool wilden we dat stopzetten, onze kinderen konden crawl en schoolslag, daarmee was ons doel bereikt. De zwemleraar protesteerde, Sarah was een natuurtalent volgens hem, zonde om er dan zo vroeg mee te kappen. Ze won vaak toernooien. Ik herinner me dat ze eens vroeg: ‘Papa, krijg ik altijd een medaille als ik win?’ Zo zijn ze beiden dus tot hun achttiende blijven zwemmen bij de Beringse Tuimelaars in een twintigmeterbadje, het was een hechte kliek vrienden. Pieter stak er minder bovenuit. Voor hem draaide het om samenzijn met de vrienden en puur plezier.”

Pieter Timmers.
Pieter Timmers.© Belga

Het is ook een periode waarin de puber met zichzelf worstelt. “Er is een tijd geweest dat ik onzeker was en niet goed in mijn vel zat”, verklapte Pieter vorig jaar in Humo. “In de eerste jaren van het middelbaar was dat. Ik moest toen nog ontdekken wie ik juist was en met welke vrienden ik wilde omgaan, en ik hoorde ook niet bepaald bij de populaire jongens op school. Nu heb ik spieren en ziet mijn lichaam er wel oké uit, maar zonder die spieren was ik gewoon een lange slungel.”

Pas wanneer Sarah stopt vanwege rugproblemen en universitaire studies in Leuven, gaat er bij Pieter, dan twintig jaar, een lampje branden. Rudi: “Op een bepaald moment besefte hij: ‘Als ik nu al top drie zwem op een BK, met amper zes uurtjes training per week, wat kan dat dan geven als ik mij er volledig op toeleg?’ Daarop heeft hij zelf besloten om na zijn bachelor Bouwkunde naar Eindhoven te verhuizen en daar aanvullende studies (een master Building Services aan de Technische Universiteit Eindhoven, nvdr) te combineren met doorgedreven training bij PSV. Ik vind het knap hoe Pieter zich in Nederland staande heeft gehouden. Hij deelde een kot met een Engelsman en twee Nederlanders. Pure chaos, ik zou het geen twee dagen uithouden, maar hij klaagde nooit. Dat typeert Pieter: als hij iets in zijn hoofd heeft, gaat hij daar volledig voor. Dan is hij uiterst geconcentreerd en gefocust. Hij maakte op korte tijd serieuze stappen voorwaarts. Toen hij kort daarna op het EK in Debrecen in 2012 voor het eerst de limiet voor de Spelen in Londen zwom, wisten we: nu wordt het serieus. De combinatie met de studies leek niet haalbaar en hij zette alles op de zwemsport.”

Als kind is Pieter nochtans iemand die er vele interesses op nahoudt. Hij speelt saxofoon, tennis, gaat naar de scouts. Maar zijn grootste passie was de luchtvaart, zo verklapte hij ooit zelf in Sport/Voetbalmagazine: “Ik wilde piloot worden, vooral in het leger, dat me op de een of andere manier fascineerde. Die passie voor vliegtuigen is nooit verdwenen. Na mijn humaniora heb ik zelfs geprobeerd om vliegtuigtechnicus te worden, maar ik werd afgekeurd voor mijn rug: scoliose, een zijdelingse verkromming van de wervelkolom, én kyfose, waardoor de bolle kant naar achteren wijst. Het was meteen over and out. Verschrikkelijk spijtig… Achttien jaar en je dromen moeten opbergen. Want ik wilde, net zoals langeafstandszwemmer Brian Ryckeman, topsport met een job bij Defensie combineren.”

A star is born

In aanloop naar de Spelen in Londen 2012 verlegt PSV de focus steeds meer naar de Nederlandse zwemmers, Timmers voelt zich gebarreerd en kiest voor een ’transfer’ naar Brabo, de topclub van België, met als voornaamste lokaas coach Ronald Gaastra. De man die Fred Deburghgraeve in 1996 in Atlanta naar goud leidde.

De twee bouwen een speciale band op. Zo stelt ook journalist Luc Kempen vast, hij volgde Pieter Timmers de voorbije drie jaar voor de tv-reeks Afspraak in Rio. “Het knettert geregeld tussen hen, maar ze hebben elkaar nodig. Je voelt dat Ronald blij is dat hij twintig jaar na Deburghgraeve weer een zwemmer onder zijn vleugels heeft met wie hij kan mikken op medailles. Alleen is Pieter geen Fredje, het zijn twee volledig andere types. Deburghgraeve was een gesloten boek, iemand die in zijn kleine cocon leefde, terwijl Pieter meer een man van de wereld is. Hij ziet ook het leven buiten het zwembad. Pieter is voor een stuk toch ook nog altijd die gemoedelijke Limburger, al kent hij zoals iedere topsporter zijn nukken. Dat botst dan weleens met Ronald.”

Portret Pieter Timmers (28): 'Ik droom van de dag dat ik eens opsta zonder spierpijn'

Al in het eerste jaar onder Gaastra evenaart Pieter Timmers het Belgisch record van Jasper Aerents op de 100 meter vrije slag en verbetert hij het Belgisch record op de 200 meter vrije slag. A star is born. De samenwerking beleeft een eerste hoogtepunt in Londen, waar Pieter in 2012 deelneemt aan zijn eerste Olympische Spelen. Hij wordt er twaalfde op de 100 meter vrije slag na een indrukwekkende prestatie in de reeksen.

Met de aflossingsploeg, bestaande uit Emmanuel Vanluchene, Dieter Deconinck en Jasper Aerents, doet hij nog straffer: hij zwemt de olympische finale van de 4×100 meter. De Belgische ploeg eindigt uiteindelijk achtste, maar de kiemen zijn gelegd, vanaf dan heeft Pieter Timmers nog één brandende ambitie: een podiumplaats op de Spelen in Rio 2016. Een tatoeage op zijn bovenarm van de Olympische ringen dient als herinnering en motivatie. Londen 2012 is ook het moment waarop de Belgische zwemmer plots internationaal ontdekt wordt. Een veelbezochte Amerikaanse website plaatst hem in de top tien van mooiste buikspieren in de wereld. Pieter Timmers is hot.

Rio, de apotheose

Het jaar na de droomzomer in Londen, wordt een bewogen episode in zijn leven. Positief: hij leert Elle De Leeuw kennen, persverantwoordelijke bij VTM (en ondertussen ook de persoon die de persrelaties en het management van Pieter op zich neemt), die hij in 2014 ten huwelijk zal vragen en met wie hij gelukkig samenleeft in Antwerpen. Negatief: in oktober 2013 krijgt Pieter een klaplong tijdens zijn slaap. Niets levensbedreigend, maar een domper in de opbouw van zijn sportieve carrière. “Ik dacht toch even: dit is einde carrière”, blaast vader Rudi Timmers. “Een jeugdkameraadje van Pieter, eigenlijk getalenteerder dan hij destijds, had ook ooit een klaplong gekregen en heeft nadien nooit meer zijn niveau teruggevonden. Bij grote mensen komt klaplong vaker voor, omdat hun longen langer zijn en het bindweefsel makkelijker scheurt. Pieter heeft toen beslist één long preventief te laten opereren, omdat hij wilde vermijden dat het nog eens gebeurt op een groot toernooi. De andere long kan wel nog altijd klappen… We proberen er niet te veel aan te denken.”

Na een 2014 vol twijfels leeft Timmers weer helemaal op in 2015. Op het WK lange baan in Kazan finisht hij zevende in een sterk bezet deelnemersveld en even later op het EK korte baan in Netanya pakt de Belgische zwemmer zilver op de 100 en 200 meter vrije slag. Telkens in een nieuw nationaal record. Al meer dan een jaar op voorhand is Pieter Timmers, als een van de eerste Belgen, zeker van deelname aan de Olympische Spelen in Rio.

Het moet de apotheose worden van zijn carrière, want in zijn hoofd is de ex-Beringse Tuimelaar er klaar mee: eerst nog schitteren in Brazilië en in september trouwt hij met zijn Elle. Die trouwdag moet het begin worden van een nieuw leven. . Indien de Belgische zwembond instemt, doet Timmers in september en oktober wellicht nog mee aan enkele wedstrijden voor de World Cup, kwestie van niet te abrupt te stoppen (niet gezond voor een topsporthart) en eventuele olympische faam te verzilveren. Daarna zullen de badslippers enkel nog voor thuisgebruik dienen.

“Wat ik fantastisch zou vinden,” zei Pieter Timmers vorig jaar nog, “is een keer mijn lichaam niet te hoeven voelen. Ik ben mezelf constant bewust van mijn lichaam, ik heb bijna altijd spierpijn. Ik droom van de dag dat dat niet meer het geval zal zijn.”

Individueel of ploeg?

Met zijn lange lijf en lange armen is Pieter Timmers geknipt voor de korteafstandsnummers. De 100 meter vrije slag, hét koningsnummer in de zwemsport (met illustere namen op het palmares zoals Pieter van den Hoogenband, Mark Spitz, Matt Biondi, Alexander Popov en recenter nog Alain Bernard) is zijn specialiteit. Maar ook op de 200 meter vrije slag domineert hij, althans in eigen land. Op beide nummers kroonde hij zich de voorbije drie jaren telkens tot Belgisch kampioen. Zijn persoonlijk record (in groot bad) op de 100 meter vrije slag is 48.22 seconden. Het wereldrecord staat sinds 2011 op naam van de Braziliaan César Cielo, die de 100 meter afwerkte in 46.91 seconden.

Cielo zal er echter niet bij zijn op de Spelen in zijn vaderland, hij geraakte niet door de kwalificaties. Er is op het koningsnummer sprake van een zekere stagnatie, merkte ook Luc Kempen op. “Er worden nu tijden gezwommen die Pieter Timmers aankan”, aldus de journalist die Timmers drie jaar volgde voor de tv-reeks Afspraak in Rio en ook de Spelen in Sydney meemaakte. “Het is iets waar Pieter toch mee worstelde, die concurrentie uit Australië, Rusland, de VS, Brazilië… Namen die plots opkwamen en weer verdwenen, maar allemaal toptijden neerzetten. Dat lijkt anders te worden in Rio. Vorig jaar op het WK en dit jaar op het EK heeft hij unieke kansen laten liggen: als hij daar in de finales zijn betere tijden zwemt, wint hij (te wijten aan slaaptekort, veroorzaakt door een slecht bed, liet Timmers nog tijdens het toernooi weten, naar Rio neemt hij een eigen bed mee, nvdr). In die zin ben ik benieuwd of hij in Rio de druk op de individuele nummers aankan, want dat is misschien wel de conclusie als je terugblikt op zijn carrière tot nu toe: zeer mooie prestaties, maar net niet op de grote momenten. Rio zou een geweldige apotheose kunnen zijn van die carrière.”

Maar dan dient eerst nog een belangrijke knoop doorgehakt: zet Timmers alles in op de individuele nummers of de aflossingsploeg met de 4×100 meter en de 4×200 meter? Door een zeer ongelukkige programmasamenstelling zal het in Brazilië bijna onmogelijk worden om op beide disciplines te focussen. Die keuze zal nog voor vuurwerk zorgen, voorspelt Kempen. “Pieter heeft al vaak de aflossingsploeg medailles bezorgd door een sterke finish. Coach Ronald Gaastra heeft hem nodig. Zelf heeft Pieter de grootste ambities op de individuele nummers, maar in de aflossing is hij quasi zeker van een finale.”

Louis Croenen, startend zwemmer bij die estafetteploeg, stelde het duidelijk: “Of we kiezen beide voor de aflossing of geen van beide. Zonder Pieter heeft het geen zin dat ik mijn energie in de aflossing steek.”

Alle ogen zijn (eens te meer) op Timmers gericht. Die gaf echter al te kennen, zij het nog niet officieel, waarschijnlijk toch voor de individuele nummers te kiezen. Op basis van de tijdstabellen blijkt immers dat een finale waarschijnlijk is voor de estafetteploeg maar een medaille quasi onmogelijk. Dan liever de gok op het koningsnummer. Zijn nummer.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content