Start van internationaal skiseizoen: driemaal afspraak met de geschiedenis

© belgaimage
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Eén wereldbekermanche is al afgewerkt, maar met een dubbele slalomrace (m/v) in Finland start het internationale skiseizoen, grotendeels in het teken van de Winterspelen, komend weekend pas echt. Een vooruitblik waarin drie ski-iconen centraal staan.

Voor de zesde (!) opeenvolgende keer won Marcel Hirscher (28) vorig seizoen de wereldbeker allround. Geen man of vrouw had de Oostenrijker dat ooit voorgedaan. Zijn landgenote Annemarie Moser-Pröll schreef weliswaar ook evenveel keer de algemene worldcup op haar naam, maar niet op rij (1971-1975 en 1979).

Is de Oostenrijker met de Nederlandse moeder, gezien zijn zes allroundtitels, plus vier in de slalom én vier in de reuzenslalom, dan de grootste skiër ooit? Op basis van die cijfers wel, maar zelf zal hij het nooit beweren. Dan werpt hij op dat hij ‘slechts’ 45 zeges in WB-manches heeft behaald, terwijl recordhouder Ingemar Stenmark er 86 telt. Hirscher won weliswaar één individuele wereldtitel meer dan de legendarische Zweed (4, waaronder de dubbel slalom/reuzenslalom op het WK 2017), maar Stenmark overtreft hem qua wereldbekertitels (19 vs 14) en vooral met twee olympische gouden plakken (Lake Placid, 1980). Net dát is het grote hiaat op Hirschers palmares, die niet verder raakte dan zilver in 2014 in Sotsji, op de slalom.

In februari 2018, in Pyeongchang, moet het eindelijk zover zijn. Magic Marcel zou in Zuid-Korea zelfs vier olympische titels kunnen veroveren: in de slalom en reuzenslalom, de super combiné en, met Oostenrijk, in het nieuwe teamevent. Zóú, want Hirschers seizoensvoorbereiding raakte danig verstoord door een enkelbreuk die hij half augustus opliep. Pas begin december zou hij weer in competitie treden.

Nog net op tijd om, als hij even dominant is als de vorige seizoenen, een zevende algemene wereldbeker te veroveren, en vooral om klaar te geraken voor de Winterspelen. Die zullen bepalen of Hirscher de geschiedenis zal ingaan als (een van) de allergrootste skiër(s) ooit, want zonder olympische titel(s) zal er altijd een asterisk bij zijn naam geplaatst worden. De druk van het thuisfront is alleszins immens. ‘In Oostenrijk kan ik alleen maar verliezen. Als dat gebeurt, wordt dat een nationale ramp’, zei Hirscher.

Kan Magic Marcel niet toveren, dan staan de Franse allrounder Alexis Pinturault (26, winnaar van vier reuzenslalommanches vorig seizoen) en de Noor Henrik Kristoffersen (23, de beste in vier slalomraces) klaar om zijn troon over te nemen. In de strijd om de wereldbekertitels (reuzen)slalom en allround – al wordt daar ook de 32-jarige afdalingsspecialist Kjetil Jansrud een kandidaat – maar ook om olympische roem in Pyeongchang.

Tenzij de Amerikaan Ted Ligety (33), de goudenmedaillewinnaar op de reuzenslalom op de Spelen van 2014 en vijfvoudig laureaat van de wereldbeker op dat nummer, weer zou opstaan. Geplaagd door blessures heeft die in twee seizoenen geen worldcuprace meer gewonnen. Hij is naar eigen zeggen klaar voor een historische comeback.

Vonns zoveelste comeback

Hoe rijk Marcel Hirschers palmares ook is, als het skiën één wereldvedette heeft, ook bekend bij het grote sportpubliek, dan is het Lindsey Vonn. Mede door haar looks, haar (intussen uiteengespatte) relatie met Tiger Woods, maar evenzeer door haar prestaties. Daarin is ze minstens de evenknie van de Oostenrijker, met vier algemene wereldbekerzeges, zestien WB-eindoverwinningen in afdaling/super G/super combiné, en 77 triomfen in WB-races. Een record bij de vrouwen en nog slechts 9 minder dan Ingemar Stenmark (86). De Amerikaanse had hem al dichter willen benaderen, maar de laatste seizoenen, sinds het WK 2013, werd ze geteisterd door zware blessures, telkens gevolgd door een lange revalidatie.

Dit seizoen is Stenmarks record minder een doel – dat kan wachten tot in 2018/19 – want daarvoor zijn de Winterspelen te belangrijk. Vonn wil haar competitieschema zelfs hoofdzakelijk beperken tot de afdaling en de super G, al nam ze eind oktober wel al verrassend deel aan de openingsmanche in de reuzenslalom in Sölden, waar ze zich niet kon kwalificeren voor de tweede reeks. Het past in haar ambitieuze comebackplan om in Pyeongchang deel te nemen aan vier van de vijf individuele nummers: de afdaling, super G, reuzenslalom en super combiné.

Net als Hirscher moet de Amerikaanse daar haar plaats op de balans van de skigeschiedenis extra gewicht geven. Op Vonns teller voorlopig ook ‘slechts’ één olympische titel, op de afdaling in 2010 in Vancouver. De Spelen van Sotsji miste ze immers door een zware knieblessure. Voor de afdaling lijkt Don Don weer topfavoriete, zeker nu de Sloveense regerende wereldkampioene Ilka Stuhec een kruisband heeft gescheurd. Vonn kan, op haar 33e, de oudste winnares van een olympische skimedaille worden. Om dan volgend seizoen nog een langgekoesterde droom te vervullen: in Lake Louise, haar favoriete circuit op de afdaling, het opnemen tegen… de mannen. De Internationale Skifederatie (FIS) beslist in mei 2018 of het haar fiat zal geven.

Drie keer goud?

Als Vonn in Zuid-Korea haar olympische missie tot een goed einde brengt, zal ze de aandacht misschien moeten delen met die andere Amerikaanse skivedette, Mikaela Shiffrin. Als 18-jarige in Sotsji de jongste olympische kampioene ooit op de slalom. En daarna bewees Mika geen eendagsvlieg te zijn: intussen telt ze, op haar pas 22e, al 31 zeges in wereldbekermanches, goed voor vier WB-titels in de slalom (2013-2015, 2017) en vorig seizoen, voor het eerst, ook de koppositie in het eindklassement van de allround worldcup, als jongste in 14 jaar. Weliswaar mede dankzij het uitvallen van geblesseerde ex-winnaressen als Lara Gut, Anna Veith, Tina Maze, en ook Vonn – wat Shiffrin ook een dubbel gevoel gaf toen ze als laureate gekroond werd.

Het heeft haar ambities voor dit seizoen niet afgezwakt: de Amerikaanse wil als eerste sinds Anja Paerson (2004) de eindzeges in de WB allround, slalom én reuzenslalom op zak steken. Het grootste doel is echter ook Pyeongchang. Na haar slalomtitel in Sotsji verklaarde Shiffrin dat ze in 2018 voor vijf gouden medailles zou gaan, maar dat is een utopie. In de voetsporen treden van Toni Sailer (1956), Jean-Claude Killy (1968) en Janica Kostelic (2002) met drie individuele olympische titels op één Winterspelen – in haar geval slalom, reuzenslalom en super combiné – moet wel mogelijk zijn, zoals dat ook voor Marcel Hirscher geldt. Schrijven zij, en ook Vonn, skigeschiedenis? Afspraak van 11 tot 24 februari in Zuid-Korea.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content