Tom Boonen: passie voor vier wielen

© BELGAIMAGE
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Begin 2017 plaatste Tom Boonen op Instagram volgende nieuwjaarswensen: ‘There is no road to happiness, happiness is the road. Follow your dreams.’ Opmerkelijk: niet met een foto van een fiets, maar van een raceauto op een circuit. En dat is geen toeval.

Twaalf jaar is hij pas, Tom Boonen, wanneer hij vader en moeder plots meldt dat hij – zoals zijn klasgenoten – wil deelnemen aan het Belgisch scholenkampioenschap wielrennen. Tot verbazing van André en Agnes. Hun zoon heeft immers, hoewel André in Toms eerste vier levensjaren (een weinig succesvolle) profrenner was, nooit over fietsen gesproken.

Maar nu borrelt de goesting op en dus brengt vader, vertegenwoordiger bij fietsenfabrikant Ridley, een tweewieler mee vanuit de fabriek. Tot zijn nog grotere verbazing ziet hij hoe Tom, zonder training, met ruime voorsprong de massasprint wint. Opvallend: de finish ligt op het autocircuit van Zolder, zo’n dertig kilometer van het ouderlijk huis van het gezin Boonen in Balen. Vertrouwd terrein voor Tom, want grootvader Raymond verkocht er, als werknemer van Ola, jarenlang ijsjes. En dan ging hij mee, zich vergapend aan de brullende motoren.

Daar, op dat circuit, kiemt een passie voor vehikels met víér wielen. Als kleuter krijgt Boonen wel zijn eerste fietsje, maar veel meer hij is in de ban van een tractor met een aanhangwagentje die hij van Sinterklaas heeft gekregen, en waarmee hij ettelijke uren rondrijdt. Moeder Agnes lacht er nog altijd mee: zo heeft haar zoon zijn sterke spieren gekweekt. Later mag het een pak rapper, zoals wanneer Tom onbevreesd in pretparken de spectaculairste attracties bestijgt. Want: geboeid door snelheid, en steeds meer door blitse bolides, zoals de Bugatti EB110, waarover hij op de lagere school een bevlogen spreekbeurt geeft. Met een zestal kameraden schraapt Boonen ook centen bijeen om een half autowrak bij een handelaar te kopen – zogezegd ‘om op de weide van hun opa te crossen’.

Zonder rijbewijs gaan ze echter meteen de openbare weg op, om enkele straten verder op de… politie te botsen. Die neemt de auto in beslag en brengt vader en moeder Boonen op de hoogte. Zonder gevolgen – de politieman is een oude kameraad van André -, maar die geeft de tiener wel advies: ‘Je zou beter coureurke spelen, zoals uw pa vroeger.’

Best wishes to all of you! Follow your dreams. #dirtyfaceswinraces

A post shared by tom boonen (@bomtoonen) on

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Dat doet Boonen ook: besmet door de fietsmicrobe – sinds het BK in Zolder – wint hij als laatstejaarsaspirant, op zijn dertiende, al zeven koersen. Toch blijft de passie voor auto’s branden: in de laatste drie jaren middelbaar kiest Tom aan het Molse Sint-Paulusinstituut voor automechanica, gevolgd door een specialisatiejaar auto-elektronica. Al is hij niet zinnens om iets met dat diploma – een eis van zijn ouders – aan te vangen. Een ‘normale’ job in de fabriek, weet Boonen dan al, is niets voor hem. Bovendien blijkt hij betere koersgenen dan zijn vader te hebben geërfd, wanneer hij in 2001 de Belgische titel bij de beloften verovert.

Iets chemisch

Het volgende seizoen, na zijn fameus profdebuut in Parijs-Roubaix, is al duidelijk dat Tommeke zijn diploma nooit nodig zal hebben. Enkele weken later maakt hij in HUMO de vergelijking tussen vlammen op kasseien en op vier wielen. ‘Auto’s, daar blijf ik beter bij uit de buurt, want als iets snel kan rijden, wil ik er altijd meteen in en zo hard mogelijk gaan. Op kasseien rijden is ook gevaarlijk, maar ik besef dat niet. Ik voel geen gevaar, ik dóé gewoon. Aangeboren wellicht, iets chemisch in de hersenen.’

Voor het BK, eind juni, koopt de 21-jarige Boonen zijn eerste eigen wagen: een vijf jaar oude páárse BMW 520I. Die zag hij tijdens een training langs de weg, waarop hij meteen de eigenaar belde, ’s avonds een testrit maakte en de deal, inclusief een handgetekende koersbroek en shirt, afsloot. ‘Een koopje’, aldus de Kempenaar, die weet wat gedaan tijdens zijn vakantie na het BK. ‘Rondrijden. Met de auto welteverstaan.’ Toeval of niet: eind dat seizoen rijdt Boonen al zijn eerste prof-WK, op het circuit van… Zolder. Vooraf bekent hij: ‘Eigenlijk zou ik hier liever met een sportwagen racen.’

De volgende maand is al het zover, want de Balenaar mag er een eerste testritje in een Ferrari afwerken. Een goed jaar later, begin 2004, maakt Boonen ook zijn debuut op het circuit van Spa-Francorchamps, wanneer hij voor Sportweekend een snelcursus autoracen krijgt van Freddy Loix, in een Peugeot 206 WRC. In een onderling wedstrijdje blijkt hij amper vier seconden trager. ‘Niet slecht, hé? Ik heb meteen een contract gevraagd, ik heb een toekomst in dit vak’, lacht Tornado Tom, die zijn BMW 520I intussen heeft ingeruild voor een BMW 330. ‘Een coupé. Ik hou van een sportief, pittig wagentje. Spoilers? Neen, da’s een beetje té’, zegt Boonen eind maart 2004 in Sport/Voetbalmagazine.

Tom Boonen
Tom Boonen© Belga Image

Enkele weken later wordt zijn garage uitgebreid als hij, opnieuw op training, een Audi S4 – een break, 370 pk – ziet blinken. In zijn koerskleren en op zijn sokken rijdt hij ermee naar huis. Meteen verkocht. ‘Snel en duur, ja, maar discreet, geen Ferrari of Porsche. Je kunt er mee onder de mensen komen’, benadrukt de jonge wielergod.

Wanneer Boonen echter in september 2005 de wereldtitel verovert en zijn bankrekening begint aan te zwellen, gaat hij toch overstag voor een meer flashy en nog sneller speeltje: een Chevrolet Corvette C6, getuned in Duitsland, met maximumsnelheid tot boven de 300 kilometer per uur – pas het derde exemplaar in België. Een tip van Anthony Kumpen, de bekende autorijder en zaakvoerder van fietsenfabrikant Ridley waarvoor Toms vader André werkt. ‘In Qatar was Tom geïnteresseerd geraakt in een Viper, mijn raceauto’ vertelt Kumpen. ‘Ik heb hem echter die Corvette aangeraden, omdat er twee fietsen in de koffer kunnen – praktischer voor een renner.’

De Corvette dient ook niet om mee te vlammen, legt Boonen zelf uit in zijn biografie die in september 2006 verschijnt. ‘Ik kick op snelle auto’s – het geluid onder de motorkop, de carrosserie -, maar zal ze nooit tot het uiterste testen. Ik ga niet straatracen, ik hou van berékende risico’s.’

Een maand later, na een seizoen in de regenboogtrui, heeft de Quick-Steprenner alweer een nieuwe liefde: een gele Lamborghini Murciélago – 640 pk, topsnelheid 330 kilometer per uur. Prijs: vanaf 260.000 euro. De zijne is echter een occasie, en dus goedkoper. En, vertelt vader André in Het Nieuwsblad: ‘Tom heeft er lang over getwijfeld. Wat zouden de mensen zeggen? Wij hebben hem overtuigd die Lamborghini, zijn droomwagen, toch te kopen. Op een voorwaarde: dan moest zijn Corvette wel de deur uit.’ Boonen verkoopt die aan collega Leif Hoste en volgt een cursus van drie dagen om met zijn nieuwe Lamborghini te kunnen rijden. ‘Anders was de koppeling al na de eerste rit kapot.’

Diezelfde maand komt Anthony Kumpen ook met nieuws: Boonen zal, in een Porsche 996, met hem en Bert Longin deelnemen aan de 10 Uren van Zolder, de koninginnenwedstrijd van de Touring Cup, de divisie 2 van het Belcar-kampioenschap. Zijn grote racedebuut, maar dat plan voert de renner in extremis af. Quick-Stepmanager Patrick Lefevere is immers niet enthousiast: botsend met de belangen van de sponsors van zijn wielerploeg en té riskant. Bovendien zou een ongeval problemen met de verzekering opleveren.

Een crash, met zijn Lamborghini, volgt echter enkele maanden later tóch, de maandag na Parijs-Roubaix 2007. In Mol heeft Boonen naar eigen zeggen moeten uitwijken voor een kat. Hij blijft ongedeerd, al is de neus van de wagen na een botsing met een elektriciteitspaal flink beschadigd. In november 2008 gaat de Balenaar, deze keer met zijn Audi, opnieuw van de weg af, wanneer hij ’s morgens vroeg in Postel een motorrijder moet omzeilen die hij, wegens de mist, te laat heeft opgemerkt. De renner boort zich in een vangrail en knalt tegen een boom.

Niet het enige incident dat jaar, want Boonen krijgt ruim 1000 euro boete en twee maanden rijverbod na twee snelheidsovertredingen. De politie van Mol betrapt hem ook op een te grote hoeveelheid alcohol in het bloed – te veel gedronken tijdens een etentje met zijn manager. Kleine deukjes echter in vergelijking met de perte totale die zijn imago als ideale schoonzoon oploopt wanneer hij dat jaar positief test op cocaïne en xtc.

Mona Lisa

Ondanks de crashes kruipt het racebloed ook de jaren erna waar het niet gaan kan. En dus trekt Boonen na de training geregeld naar het circuit in Zolder, voor een ritje met onder meer zijn zwarte Ferrari 599 GTB die hij, als een zes jaar oude occasie, in 2012 op de kop tikt. ‘Liefde op het eerste gezicht, want een Ferrari is méér dan een auto. Het is zoals met kunst. Als je niet begrijpt dat de Mona Lisa een schitterend schilderij is, dan kan je dat ook niet uitleggen’, vertelt Boonen in Het Nieuwsblad. Dat jaar gaat hij, mét zijn vriendin Lore, ook enkele keren testen op het Ferraricircuit in het Italiaanse Fiorano.

Wanneer de Kempenaar in 2013 en 2014 door blessures amper kan koersen, schroeft hij zijn race-uren flink op. In een echte racewagen, zijn nieuwe, rode Ferrari F430, schuimt hij de circuits af: Zolder, Francorchamps, Zandvoort, de Nürburgring… En met Anthony Kumpen schaaft hij in enkele sessies aan zijn stuurmanskunst. Puur voor de fun, al is de lokroep van het wedstrijdencircuit zeer verleidelijk, geeft Boonen dan al toe. In afwachting van een mogelijke autocarrière ná het wielrennen schaft hij zich alvast een gepersonaliseerd, wit wedstrijdpak en een racehelm aan.

In april 2013 is het wel flink schrikken wanneer de Antwerpenaar tijdens een vrije testdag op het circuit van Francorchamps in de beruchte Blanchimontbocht met 200 kilometer per uur een klapband krijgt en tegen een muur knalt, weliswaar aan een lagere snelheid, waardoor hij er zonder blessures vanaf komt. Zijn Ferrari, vol geschilderd met reclame door cartoonist Jeroom ten voordele van Move to Improve, een organisatie voor kinderen met bewegingsproblemen, loopt wel voor tienduizenden euro’s schade op. ‘Jezus heeft mijn banden niet gered’, tweet Boonen, bij een foto van de blikschade, verwijzend naar het opschrift ‘Jezus spaart of redt mijn banden’ die Jeroom erop had gezet.

Ondanks zijn passie voor Ferrari’s laat de Balenaar zich in 2015 en 2016 verleiden door twee nieuw minnaressen: een groene, op maat gemaakte en in naakt carbon uitgevoerde Donkervoort D8 GTO Bilster Berg – geproduceerd door het gelijknamige Nederlandse familiebedrijf (zie ook kader) – en een Norma M20F Honda CN, een open prototype met 265 pk onder de motorkap. Vooral het onderhoud van de Donkervoort vergt veel tijd en liefde, maar zegt Boonen in december 2016, in Autowereld: ‘Het is zoals met baby’s. Hoe meer vieze luiers je ververst, hoe liever je ze gaat zien.’

De zomerse ritten met vader André lonen dan ook de moeite. ’s Morgens vertrekken, een kilometer of 800, mooie baantjes, zálig’, vertelt Boonen in een dubbelinterview met Stoffel Vandoorne in Het Nieuwsblad, waar hij nogmaals zijn raceambities herhaalt. ‘Het ultieme doel is de 24 uur van Zolder. Vlak bij huis, daar wil ik me voor smijten.’ Al beseft de renner wel: ‘Ik heb autobeheersing, maar om écht competitief te zijn, moet ik nog zes maanden of een jaar wekelijks rijden. Daarom investeer ik nu. Om niet van nul te moeten beginnen als ik stop met koersen.’

Of hoe Tom Boonen ook op víér wielen even gedreven zal zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content