Vooral met de toepassing van het whereabouts-systeem gaat het Wereldantidopingagentschap niet akkoord.
Het Wereldantidopingagentschap WADA heeft kritiek op het huidige Vlaamse antidopingbeleid, en dan vooral op de toepassing van het whereabouts-systeem.
Tennissers Yanina Wickmayer en Xavier Malisse werden vorig jaar door de Vlaamse Gemeenschap één jaar geschorst omdat ze hadden nagelaten hun verblijfsgegevens op te geven. “Wij doen gewoon wat het WADA vraagt,” luidde de uitleg toen.
Momenteel moeten 713 Vlaamse atleten hun zogenaamde ‘whereabouts’ bijhouden. “Dat is te veel,” zegt directeur-generaal David Howman van het WADA donderdag in De Morgen. “Een kleine gemeenschap als Vlaanderen met zoveel atleten? Nooit hebben wij dat vooropgesteld”.
Precedent
België is ook op een andere manier doorn in het oog van WADA. Het Brusselse hof van beroep maakte vorige week de schorsing van baanwielrenner Iljo Keisse ongedaan omdat volgens de rechter “ernstige vragen” te stellen zijn bij de door WADA vooropgestelde beroepsprocedure bij het internationale sporttribunaal TAS.
Die beslissing kan een precedent zijn, weet Howman: “Wat me zorgen baart, is dat je nu beslissingen krijgt van rechtbanken die het grote verhaal niet kennen. WADA is een internationale instantie die een internationaal probleem aanpakt.”
Vlaams minister van Sport Philippe Muyters erkent de kritiek op het huidige Vlaamse antidopingbeleid en werkt daarom aan een nieuw dopingdecreet.
