Wat zijn de kansen van Bradley Wiggins als roeier?

© gf
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Zijn cleane reputatie is – zeker in eigen land – naar de haaien, maar toch brandt Bradley Wiggins van ambitie om in 2020 de Olympische Spelen te halen. Als roeier!

Onlangs sloot het Britse antidopingbureau UKAD zijn onderzoek af naar het mysterieuze pakketje dat tijdens het Critérium du Dauphiné van 2011 aan Bradley Wiggins werd bezorgd. Het UKAD kon, wegens een gebrek aan bewijs, de inhoud van het pakket niet bevestigen of weerleggen.

Zo blijven de verdachtmakingen aan het adres van Wiggins en Team Sky. Hun witteriddersreputatie was eerder ook al besmeurd geraakt toen bleek dat de Brit via medische attesten (TUE’s), toegestaan door de UCI, een krachtig corticoïde (kenacort) had gebruikt in aanloop naar de Rondes van Frankrijk 2011 en 2012 en de Giro 2013.

Roeien

Wiggins reageerde op het afsluiten van het onderzoek dat hij ‘door een hel’ was gegaan. Al kon hij zich de voorbije maanden wel afreageren met een nieuwe passie: roeien. En niet zonder ambitie, want de vijfvoudig olympisch kampioen (individuele/ploegenachtervolging, tijdrijden op de weg) wil naar de Spelen van Tokio.

Na zijn laatste koers, de Gentse zesdaagse van 2016, begon Wiggins met roeien om fit te blijven. Dat lukte zo goed dat hij zeven dagen per week ging trainen, onder begeleiding van olympisch kampioen en goeie vriend James Cracknell.

Met als eerste doel: het British Indoor Rowing Championship dat zaterdag plaatsvindt in de olympische velodroom van Londen. Een 2000-meterrace, op statische roeimachines. Het moet een eerste opstapje worden naar een echte roeicarrière. Een switch die in het verleden alleen Rebecca Romero al succesvol heeft gemaakt, maar dan in ómgekeerde richting. De Britse veroverde olympisch zilver in het roeien in 2004 en goud in 2008 in de achtervolging op de piste.

Wiggins gelooft in zijn missie: ‘Misschien zit een zesde olympische titel er wel in. Mijn tijden tonen aan dat ik geen onzin vertel.’

100 kg

Kenners zijn echter zeer sceptisch. Gewicht zou al een obstakel kunnen zijn, al wil Wiggo 31 kilo bijkomen in vergelijking met zijn Tourgewicht, van 69 tot zo’n 100 kilo. Niettemin zou hij, met zijn 1m90, daarmee een van de lichtste en kleinste zijn in de zwaargewichtencategorie. In die klasse zal hij sowieso moeten roeien, want bij de lichtgewichten (70 kg) maakt hij geen enkele kans om het Britse team te halen, gezien de grote concurrentie en de techniciteit van de double scull-boot.

Meer dan de wattages die Wiggins kan duwen (en die wellicht tekort zullen schieten tegenover de toproeiers), wordt die techniek het grootste probleem: evenwicht vinden, het ritme in samenwerking met de andere roeiers, op het juiste moment het water verplaatsen met de spanen – zelfs toproeiers kost dat duizenden uren training. Henrik Stephansen, de beste lichtgewichtroeier ooit op een roeimachine, raakte bijvoorbeeld niet verder dan een 13e plaats op de Spelen.

In een roeinatie als Groot-Brittannië moet Wiggins bovendien een plaats verwerven in een team. Niet vanzelfsprekend, zelfs niet met zijn naam. De grootste kans maakt hij in de boot met acht roeiers, omdat die minder technisch is (met één roeispaan).

Sowieso zal de Tourwinnaar van 2012 heel vlug heel goed moeten worden. In Tokio 2020 zal hij ook al 40 jaar zijn, terwijl de meeste toproeiers hun carrière beëindigen tussen hun 35e en 40e.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content