Zico Waeytens over zijn nieuwe bokscarrière: ‘Na mijn eerste training kon ik mijn tanden zelfs niet meer poetsen’

© KW.be/JOKE COUVREUR

Na zijn carrièreswitch van de fiets naar de boksring in 2020, wacht Zico Waeytens nog steeds op zijn eerste kamp. Maar de ex-wielrenner heeft enorm veel zin om in april volgend jaar er dan eindelijk te staan. ‘Schrijf maar op: ik moet en zal winnen.’

Door Philippe Verhaest (KW.be)

Het Boksgala in Izegem werd voor de tweede keer geschrapt en dus moest je ook al voor de tweede maal je debuut uitstellen. Hoe hard heb je gevloekt?

Zico Waeytens: ‘Zéér hard. Het is balen, hé. Toen Covid-19 in april 2020 een eerste keer roet in het eten gooide, had ik nooit gedacht dat ik anderhalf jaar in de wachtkamer zou moeten zitten. En nu het eindelijk zover was, herhaalt het scenario zich. Ik was er ook helemaal klaar voor. Fysiek in topvorm, het kopje zat ook snor. Toen ik hoorde dat Izegem gesneuveld was, heb ik twee weken niet getraind. Ik had gewoon geen motivatie. Maar ondertussen heb ik de draad weer opgenomen.’

Je hebt ook weer een doel voor ogen: op 23 april organiseren je vader en broer een boksmeeting in de sporthal van Ledegem.

Waeytens: ‘Derde keer, goeie keer, zeker? Ik heb er nu al goesting in. Opnieuw voor eigen volk, vrienden, familieleden en de oud-collega’s uit het peloton in het publiek… Het zal er boenk op zijn, zowel in als naast de boksring. Schrijf maar op: ik moet en zal winnen.’

Hou je rekening met een minder goeie afloop, straks in april?

Waeytens: ‘Neen. Onmogelijk. Schrijf maar op: Zico Waeytens zal winnen. Een ander scenario is er niet. Dat het emotioneel zal worden, weet ik nu al. Het wordt ook een overwinning op mezelf. Twee jaar geleden afscheid moeten nemen van het peloton, maar ik heb mezelf weer in de aandacht geknokt.’

Zijn er gelijkenissen tussen de koers en de bokswereld?

Waeytens: ‘Een coureur en bokser moeten allebei tegen een stootje kunnen. Het verhaal van vallen en weer opstaan en altijd blijven gaan. Maar daar stopt het ook. Ik heb mijn lichaam op een volledig andere manier moeten afstellen. Na mijn eerste bokstraining had ik overal pijn. Zelfs mijn tanden poetsen lukte bijna niet meer. Ik had ook een hele weg in te halen. Normaal start je rond je zestiende met boksen, ik was er al 29. Dat verschil ben ik op karakter aan het dichten. Eenmaal ik me ergens in vastbijt, los ik niet meer.’

Lees het volledige interview op KW.be.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content