Zulte Waregem een illusie armer

© Belga
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Zelden gaf een 2-0 zege zo’n vertekend beeld van de waardeverhoudingen tussen twee ploegen weer als gisterenavond in het Philipsstadion. Meer nog dan de zwakte van Zulte Waregem, zegt de bolwassing door PSV echter veel over het niveau van de Belgische competitie.

Aan iedereen die het wilde horen vertelde Francky Dury het voor de match over hoe belangrijk het was om “onze uitstraling te behouden”, “om zelf ambitie te tonen, voluit te geloven in onszelf en te tonen dat we goed kunnen voetballen.” Zoals Zulte Waregem vorig seizoen bewezen had op Standard, Club Brugge en Anderlecht, waar het buitenshuis telkens wist te winnen en het thuispubliek zelfs applaudisseerde voor Essevee.

Geen van de grote drie kon toen het geautomatiseerde team van Dury uit verband spelen. En dus leefde de overtuiging dat ook op PSV misschien iets te rapen zou zijn. Kapitein Davy De fauw sprak zelfs ‘fiftyfifty’-kansen.

Een utopie zo bleek na de ontnuchtering, want dit Zulte Waregem is niet het Essevee van vorig seizoen. Dat bleek al vorig weekend op Lierse, waar de vorig jaar zo stabiele verdediging opvallend veel moeite had met, godbetert, Dolly Menga, en de West-Vlamingen alleen wonnen dankzij twee flitsen van de nochtans niet honderd procent fitte Thorgan Hazard.

Op het Lisp speelde Dury speelde ‘de broer van’ uit als verdedigende middenvelder naast Olafur Skulason. Bij gebrek aan beter, gezien het vertrek van Jonathan Delaplace en het aanslepende dossier-Junior Malanda.

Hét verschilpunt met vorig seizoen. Dat complementaire duo, in balbezit en balverlies, vormde toen het fundament van de zo geroemde organisatie én het omschakelingsvoetbal van Dury, die voor de match op PSV nog eens aangaf zich “een beetje zorgen te maken over zijn middenveld.”

Iets wat Davy De fauw ook al aangaf in de competitiespecial van Sport/Voetbalmagazine: “Bij ons is een principe heilig: de (verdedigende) middenvelders mogen geen balverlies lijden, want omdat onze backs meestal hoog staan, zijn we dan heel kwetsbaar. Dat betekent dat je balvaste spelers nodig hebt op die posities. In de voorbereiding merkten we dat we zonder Delaplace en Malanda kwetsbaarder waren.”

In tegenstelling tot Lierse legde PSV dat pijnpunt gisteren helemaal bloot. Ook omdat Dury Olafur Skulason aan Mamoutou N’Diaye koppelde, een duo dat nog nooit had samengespeeld, en meer brekende dan opbouwende kwaliteiten heeft. Wat gisteren ook bleek in het Philipstadion – de slechte passes van de IJslander en de Malinees waren amper te tellen.

Niet verwonderlijk dus dat Zulte Waregem geen tien seconden de bal kon bijhouden en in zijn 4-4-2 systeem, met Berrier en Hazard op de flanken, op het middenveld volledig overlopen werd. Ook omdat Stijn Schaars de hele match mocht doen wat hij wilde, zonder dat Dury tactisch ingreep. Alleen de zwalpende Bryan Verboom verging hij op de linksachter door Frédéric Duplus, een réchtsback nota bene. Achteraf leek de Waregemse coach dat ook te beseffen. “Ik dacht vooraf dat we goed stonden, maar heb me vergist…”

Een grote troost voor Francky Dury: hij is een illusie armer, maar op dezelfde dag (misschien) een versterking rijker nu Junior Malanda na een lange transfersoap door zijn nieuwe club Wolfsburg één seizoen aan Zulte Waregem uitgeleend wordt – al is die deal nog niet helemaal rond.

Te groot klassenverschil

Dat Essevee met Malanda (en ook Delaplace) niet had verloren op PSV, is echter te kort door de bocht. Daarvoor was het klassenverschil gisteren te groot, en presteerden de traditionele sterkhouders van Zulte Waregem onder hun niveau: De fauw en Verboom werden op de flanken continue voorbij gelopen, Hazard kwam niet in het stuk voor, Leye kon amper een bal bijhouden en miste de enige kans van de bezoekers, en Berrier leverde (alweer) de ene slechte pass na de andere af. Bovendien leken veel spelers onder de indruk van de omstandigheden en waren ze veel te braaf in de duels: amper 5 fouten (waarvan 3 op naam van Skulason).

Terecht haalde Dury aan dat Zulte Waregem, door de bovenstaande redenen, zélf niet top was, maar dat zijn ploeg in de Belgische competitie ook nog nooit geconfronteerd geweest was met het verschroeiende tempo, de nauwkeurigheid en het niveau van PSV. Ook niet tegen Anderlecht, Club of Standard.

Nog meer dan de zwakte van Zulte Waregem en het verschil tussen het Essevee van vorig en dit seizoen, zegt deze bolwassing dan ook veel over de kwaliteiten van de Belgische ploegen.

Natuurlijk is Zulte Waregem niet de reële nummer twee van de vaderlandse hoogste klasse en is een niveauverschil met PSV niet meer dan logisch, maar het Anderlecht of Club Brugge van afgelopen weekend was tegen de Eindhovenaars ook in grote problemen gekomen.

Nochtans moet Philippe Cocu ook aan een compleet nieuwe en heel jonge ploeg – gemiddelde leeftijd gisteren amper 21 jaar en 147 dagen – bouwen. In tegenstelling tot bij Anderlecht of Club lijkt dat echter geen belemmering of een excuus om zwierig, aanvallend voetbal te brengen. Ook al was het ‘maar’ tegen Zulte Waregem.

Nog maar eens blijkt dat je veel jonge talenten die doorbreken in de Belgische competitie niet te vlug op een te hoge piëdestal mag plaatsen. Ook niet in vergelijking met het Nederlands niveau, dat op zijn beurt nog een trapje lager staat dan het échte Champions Leaguevoetbal.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content