WINST IN DE BEKERFINALE TEGEN KV KORTRIJK OP 23 MAART MOET EEN EERSTE PRIJS BETEKENEN OP HET PALMARES VAN LOKERENAANVOERDER KILLIAN OVERMEIRE (26), DIE DE HUIDIGE SPORTIEVE STABILITEIT TOEJUICHT.

1. Wat is de huidige voertaal en maakt dat een groot verschil om van groepsvorming te kunnen spreken?

“Sinds begin vorig seizoen schakelden we over naar Nederlands en Frans. Dat heeft natuurlijk ook te maken met de samenstelling van de kern. Het is goed dat die duidelijkheid bestaat, want het bevordert zeker in positieve zin het collectief gevoel en maakt het voor iedereen veel aangenamer werken. Een verademing.”

2. In het verleden gold je vaak samen met Olivier Doll als excuus-Belg. Wat leerde je daaruit?

“Het was moeilijk, zeker als je weet met hoeveel Belgen we tegenwoordig meestal aan de aftrap komen. Ik geniet daar nu – voor het eerst sinds ik prof werd – echt van. Ik voel me opnieuw thuis. Het plezier druipt eraf, omdat we weten dat de mentaliteit sowieso goed zit. Dat oer-Belgische karakter, dat wordt getypeerd door hard werken en de steek van een ander oprapen, is terug. Wij teren op die spirit van nooit opgeven en altijd inzet tonen. Als je voor elkaar door het vuur wilt gaan, dan kom je ver. Dat maakt ons ook zo onwrikbaar.”

3. Wanneer kreeg je eigenlijk voor het eerst vertrouwen van een hoofdtrainer?

“Voor de volle honderd procent? ( grijnst) Als ik heel eerlijk moet zijn, pas sinds de komst van Peter Maes. Ook al discussiëren we regelmatig en zit hij nog altijd constant achter mijn veren. Misschien ben ik daardoor wel een beetje een laatbloeier. Nu speel ik op mijn lievelingspositie, die van controlerende middenvelder. Daar heb ik het overzicht en de ruimte, kan ik vaak de bal raken, meer mijn stempel drukken én mag ik infiltreren. Als rechtsmidden voelde ik me niet zo nuttig.”

4. Waar is de tijd dat voorzitter Roger Lambrecht je een heel middelmatige voetballer vond en vanuit de tribune riep ‘hij kan niet sjotten’?

( oprecht verbaasd) “Dit is het eerste keer dat iemand me zoiets vertelt. Ach, ik kan het me wel voorstellen. Onze voorzitter is supporter nummer één én vooral een heel emotioneel persoon. Het blijft mooi om zien hoe hij meeleeft. Zijn meest favoriete speler was ik nooit, maar ik merk toch een omslag. De voorzitter draaide bij, ik krijg zelfs regelmatig eens een compliment. Er is appreciatie, anders zou ik ook geen nieuw contract hebben gekregen tot 2015. De puzzelstukjes vielen op het juiste moment in mekaar.”

5. Waarom bleef je altijd bij Lokeren, waar je al aangesloten bent sinds je tiende?

“Tja, omdat ik een echte clubspeler ben en er tot nu toe geen topploegen al echt concreet kwamen aankloppen. Nochtans voel ik me stilaan wel klaar voor een stap hoger. Het begint te kriebelen. Mijn huidige constante niveau stemt me tevreden. Er bestaat toch een zekere nieuwsgierigheid naar iets anders. Ik ken een paar jongens die in Nederland bij de subtoppers spelen. Die spreken altijd over een andere beleving, meer comfort en publiek, een mooiere accommodatie. Ik ben daar wel eens benieuwd naar. Maar ik denk niet dat Anderlecht bij mij zal uitkomen als ze een opvolger zoeken voor Lucas Biglia. Toch ben ik ervan overtuigd dat ik nog veel vooruitgang kan boeken. Soms vraag ik me af waar mijn limieten liggen als voetballer. Dat hoop ik de komende jaren te kunnen ontdekken.

“Voorlopig blijf ik gecharmeerd van het project van Lokeren. Er werden geen loze beloften gedaan, je voelt de creatie van iets moois. Nu wordt opnieuw het grote deel van de kern samengehouden, om nog sterker en beter voor de dag te komen. De contractverlenging van Benji De Ceulaer tot 2015 was een stevig signaal als uiting van de ambities. Het stemt me alleen maar tevreden. Ik juich de plannen toe. Lokeren is geen koop- en verkoopclub meer, de twijfels zijn weg, er is opnieuw sportieve stabiliteit. ( lacht) Ik voel me een ancien tussen al die jonge gasten.”

6. Durf jij nog te denken aan de Rode Duivels, waar je al 1 cap pakte?

( blaast) “Eigenlijk niet. Je moet daarin bijzonder realistisch en eerlijk zijn. De concurrentie is gewoon moordend, met Simons, Witsel, Fellaini, Defour, Nainggolan en zelfs ook nog eventueel Vertonghen. ( lacht) Dat zijn stuk voor stuk jongens die bij goede clubs in het buitenland zitten. Voorlopig is dat niveau voor mij wat te hoog gegrepen.”

7. Doe eens een straffe uitspraak over Lokeren die de mensen kan verrassen?

“Oei, mag ik daar eens goed over nadenken? Er schiet mij niet direct iets te binnen. Ik ben geen schreeuwer, hé. Of toch: Lokeren wordt aantrekkelijker. Het is hier echt wel beter dan iedereen soms denkt.”

8. Hoopte daarom de gemiddelde Belg dat Lierse de bekerfinale zou halen?

“Lokeren kwam de afgelopen jaren niet altijd echt positief in het nieuws. Daardoor zit de club opgescheept met een minder goed imago. We werden nooit voor vol aangezien. Dat valt moeilijk uit te leggen, maar het was altijd wit-zwart. Gelukkig voel en zie ik verandering. Er zijn opnieuw meer mensen die Lokeren een warm hart toedragen. We brengen goed voetbal en stralen opnieuw iets sympathieks uit. We zijn op de goede weg om de voetbalsupporter te overtuigen van onze juiste bedoelingen. Ik verkies sowieso een bekerfinale boven een ticket voor play-off 1. We mogen toch opnieuw spreken over een geslaagd seizoen. Het jaar van de bevestiging kwam er uiteindelijk toch. De tandem Reynders-Maes levert fantastisch werk. Ze maakten op het juiste moment de juiste analyse en bleven altijd hun filosofie trouw.”

9. Wat leerde je al concreet bij van een veeleisende coach als Peter Maes?

“Vooral technisch en tactisch veel: een beter positiespel, hoe je je lichaam moet indraaien, de juist balaanname. Mijn verantwoordelijkheid op en naast het veld nam erg toe. Koen Persoons, die ik blindelings aanvoel, en ik moeten de ballen opvragen en het spel durven lanceren. Mijn rol werd prominenter, maar op mijn manier: sober en degelijk.”

10. Het veelvuldige geroep langs de zijlijn van Maes is duidelijk na meer dan anderhalf jaar nog niet uitgewerkt?

“Nee, want hij is supergemotiveerd, eist constant stiptheid en volle concentratie. Maar de trainer blijkt ook iemand die een tegenreactie kan aanvaarden. De volgende dag vergeet hij dat. Hij zat al vaak op mijn kap, maar ook op die van De Pauw, Tshimanga ( nu bij RC Genk, nvdr), De Bock en nu ook Harbaoui, mét resultaat. In de kleedkamer is de coach iemand die zorgt voor veel humor en vrijheid. Een ideale mix. Je kan makkelijk een gesprek onder vier ogen van een halfuur voeren met hem.”

DOOR FRÉDÉRIC VANHEULE

“Ik denk niet dat Anderlecht bij mij zal uitkomen als ze een opvolger zoeken voor Lucas Biglia.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content