KV MECHELEN KIJKT ZATERDAG ANDERLECHT IN DE OGEN. DE DROOM OVER PLAY-OFF 1 IS WEG, MAAR KAPITEIN MAXIME BISET (26) WIL NOG PUNTEN RAPEN. ANDERS WORDT DE INHAALRACE VAN MALINOIS VERGETEN, DENKT DE CENTRALE VERDEDIGER.

1. Jij bent aanvoerder sinds rechtsachter Xavier Chen deze winter vertrok. Hoe vul jij die rol in?

(grijnst) “Ik lees Machiavelli, Il principe (een boek uit de 16e eeuw waarin de Italiaanse politieke denker tips geeft over hoe vorsten hun staten moeten besturen, nvdr). Daarin staat dat je soms een leeuw moet zijn, om de tegenstander te onderdrukken, en dat je soms een vos moet zijn, listig paaien zonder te affronteren.

“Ploegmaats beschouwen de aanvoerder als een spreekbuis tegenover de trainer. Ik probeer voor beide partijen goed te doen, compromissen te zoeken. Soms kies ik meer voor de groep, soms volg ik de visie van de trainer. Belangrijk is om de lieve vrede te bewaren, want ik weet dat bij een ploeg als KV Mechelen net een positieve sfeer voor betere resultaten zorgt.”

2. Eerder dit seizoen zei je zelf in een krant dat je niet het type bent voor wie mensen naar het stadion komen. Is dat een nadeel voor een kapitein? Voetballers kijken toch sneller op naar technisch fijnbesnaarde jongens?

“Mijn voorgangers waren Jonas Ivens, Joachim Mununga, Julien Gorius en Xavier Chen. Dan is dit een stijlbreuk. Dan moet je het anders doen, je eigen sterke punten nog verbeteren. Er komt bij mij wat meer kracht en duelkracht aan te pas, dat is misschien minder spectaculair, maar als de defensie staat als een huis kunnen onze frivole spelers het verschil maken.”

3. Je trainer, Harm van Veldhoven, zei onlangs in het tv-programma Extra Time: ‘Toen ik Biset in het begin bezig zag, dacht ik: hoe gaat die zich redden?’

“Alles oogt bij mij wat minder frivool. Ik moet altijd eerst wat overtuigen, dat was ook zo bij Peter Maes (ex-trainer van KV Mechelen, nvdr). Het zijn ook vaak de eerste indrukken tijdens trainingen die bepalend zijn, terwijl ik vaak maar tot mijn recht kom in matchen, want dan is het: strijden in de arena. Het is niet zo dat ik op training minder mijn best doe, maar tijdens wedstrijden komt er nog die adrenalinestoot bij.”

4. Maes zei onlangs in dit blad: ‘Toen ik Biset op dag één bij me had, dacht ik: die heeft klompen aan in plaats van voetbalschoenen. Maar van alle spelers met wie ik ooit gewerkt heb, heeft hij de meeste progressie gemaakt. ‘

(lacht) “Zijn woordkeuze was weer dramatisch. Ik speel al met het idee om een klompje met bladgoud te bewerken, zodat ik hem dat na onze volgende overwinning tegen Lokeren kan afgeven.

“Eigenlijk begon alles in de tweede klasse, toen ZivicaKanacki hier nog trainer was. In Leuven werd ik in de ploeg gedropt. Onze fans hadden toen een spandoek gemaakt waarop stond: ‘club met ziel zoekt dito ploeg’. Vijftien minuten later lagen er al twee van Leuven tegen de grond omdat ze op mij gebotst waren. De week nadien wonnen we tegen Waasland. De fans scandeerden mijn naam. Toen wist ik: dit laat ik niet meer los. Wat later kwam Maes en dacht ik: bij jou ga ik spelen. (lacht) Ik heb als jonge gast vaak in zijn bureau gezeten, omdat ik vond dat ik meer kansen moest krijgen. Ik wou het zo supergraag.

“Maes boetseerde mij, maakte me gaver en haalde misschien vooral toch de winnaarsmentaliteit in mij naar boven, de mentale weerbaarheid. Het gebeurde vaak dat hij iets deed of riep waardoor ik dacht: nu is het genoeg geweest. Maar dan zei ik de volgende dag in mezelf: wacht maar, manneke.”

5. Bij welk spelsysteem voel jij je goed?

“Van eigen sterkte uitgaan moet een element zijn in de filosofie. Ik hoor graag een trainer die begeesterd zegt: ‘Dit is het systeem en daarmee gaan we winnen.’ Je hebt iemand nodig die niet met twijfels zit. Tegelijkertijd mag hij niks verloochenen van wat een voetbalploeg nodig heeft – sommige trainers willen als Barcelona spelen, maar minimaliseren het belang van waterdragers. Waar ik ook niet van hou, zijn hopen schema’s en heel wetenschappelijke benaderingen. Die doen voetbal een beetje dood.”

6. Hoe frusterend is het om met KV elk jaar in de plooi tussen play-off 1 en play-off 2 te spartelen en die strijd telkens in jullie nadeel beslecht te zien?

“Dit seizoen is het toch anders, omdat we er door een blessuregolf eerst heel ver af waren en dan nog een fantastische inhaalbeweging gemaakt hebben. Als we nu tegen Anderlecht en Zulte Waregem geen punten meer rapen, wordt dat vergeten. Dat zou ik jammerder vinden dan het missen van play-off 1, want we hebben altijd gezegd en geloofd dat er beterschap zou komen na Nieuwjaar. Daar draait het toch altijd om: je werkt voor iets, je gelooft in iets en dan wil je dat bewijzen. Als dat bewijs geleverd wordt, doet dat iedereen deugd.”

7. Door de blessures kwamen er op het veld vóór jou offensieve spelers op verdedigende posities. Was dat moeilijk?

“Ik zal niet zeggen dat ik niet liever heb, maar ik kan mij in zulke matchen wel in werken, net omdat er veel te doen valt. Zulke matchen zijn misschien zelfs makkelijker te spelen, terwijl het risico op een tegengoal groter is. Maar je bent wel constant bezig. In matchen waarin je minder te doen hebt, is het vooral een kwestie van geconcentreerd blijven.”

8. Hoe blik je vooruit naar play-off 2?

“Dat vangnet van play-off 2 blijft in principe natuurlijk een grap. Stel dat Lierse zich redt en we komen samen in een poule, dan staan we daar allebei met nul punten. Play-off 2 is ook een loterij. We begonnen daar eens aan met 9 op 9 en haalden het toen niet. Vorig jaar spraken we de ambitie uit om vol voor play-off 2 te gaan en (grijnst) dat bleek ook niet de beste zet. Iedereen, van de spelers tot misschien zelfs de arbitrage, gaat er in play-off 2 nog altijd honderd procent voor, maar mist dat tikje scherpte. Mij lijkt het best om gewoon in elke match te mikken op het plezier van het winnen. Misschien staan we zo plots op nummer een.”

9. Hoe is het in je studie geschiedenis afgelopen met je thesis over de invloed van het kruistochtideaal van de Bourgondische hertogen op vijftiende-eeuwse beschrijvingen van pelgrimstochten naar het Heilig Land?

(lacht) “Ik kreeg er een 11 op 20 voor. Over elk jaar van die studie deed ik ongeveer twee jaar, maar sinds afgelopen zomer ben ik officieel historicus. Intussen ben ik bezig aan een master na master: internationale betrekkingen en diplomatie. Ik wil mezelf blijven verrijken. Bij diplomatie horen intriges en een bepaalde geheimhouding, dat is natuurlijk interessant, het ontdekken van de mysterieën dezer aarde.”

10. Wat wil jij eigenlijk doen na je voetbalcarrière?

“Een job als ambassadeur lijkt mij wel wat. Maar wie weet heb ik tegen het eind van mijn voetbalcarrière al drie diploma’s en word ik dan trainer.” (lacht) ?

DOOR KRISTOF DE RYCK

“Als aanvoerder lees ik Machiavelli.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content