Tien aparte vragen aan tien aparte mensen.

1 Welke gevaren houdt het voor de nationale ploeg in dat een spelersgroep met Nederlandstalige en Franstalige Rode Duivels straks in Brazilië mogelijk vier weken moet samenleven?

Ben Weyts: “Het verleden heeft geleerd dat interne communautaire perikelen alleen de kop opsteken als er wordt verloren. De oplossing is dus pijnlijk simpel; winnen verdorie.” Ben Weyts is volksvertegenwoordiger voor N-VA.

2 Is Marc Wilmots overroepen of is hij de juiste coach voor het juiste team?

Jean-Marie Dedecker: “Hij is the right man on the right place. Toen hij senator was, leerde ik hem kennen als iemand met een heel rechtlijnig karakter. Een grote indruk liet hij toen niet na, want hij kwam nooit opdagen. Maar hij was zo rechtlijnig in zijn afwezigheid dat hij zijn wedde niet wilde en ze uiteindelijk wegschonk. Bij de Rode Duivels is hij volgens mij wel de juiste man op de juiste plaats. Als trainer is hij een paar keer mislukt, maar als bondscoach moet je vooral een persoonlijkheid zijn, denk ik. Hij is na de pamperperiode van René Vandereycken en Georges Leekens gekomen, kon rijpen als assistent en het enige wat hij moet doen, is al die grote ego ’s met de neus in dezelfde richting zetten. Dat doet hij meesterlijk. Wilmots is een karakterbeest uit een andere generatie, maar wel met voeling met deze Louis Vuitton-generatie. Zijn spelers respecteren hem.

“Bovendien omringt hij zich goed. Wat je zelf niet kan, moet je laten doen door iemand anders. Vital Borkelmans is als persoon het tegenovergestelde van Marc Wilmots, die toch niet gespeend is van enige ijdelheid. Vital is veel gewoner. Wilmots staat wel boven de bobowereld, steek zijn nek uit voor zijn mensen en krijgt daarvoor loyaliteit terug. Het is ook goed dat hij de vrouwen thuislaat. Ik nam ze ooit mee en dat was een ramp. Die beginnen dan tegenover elkaar haantjesgedrag – of hennetjesgedrag – te vertonen en dat zorgt voor spanningen.

“Een goeie coach heeft ook altijd een konijnenpoot op zak en die hééft Wilmots: de WK-eindrondeloting is de beste ooit en ook de WK-kwalifcatiepoule was niet de sterkste. Dat hij een emotiecoach is, kan alleen problemen opleveren als spelers het gevoel krijgen dat hij belangrijker is dan zij. Het grootste gevaar op zo ’n WK is dat hij van hen afhankelijk wordt. Ik bedoel: wat gebeurt er wanneer er eens verloren wordt en er één uit de biecht klapt? Want op tv lijkt het misschien een vriendenclubje, maar het zijn ego’s. Die moet je strak in de hand houden.”

Jean-Marie Dedecker, boegbeeld van Lijst Dedecker, was van 1981 tot 2000 judobondscoach.

3 Is dit Belgisch team een generatie van verwende en overroepen sterren in vergelijking met pakweg de Rode Duivels die in 1986 als vierde eindigden op het WK?

Michel Verschueren: “Het zijn persmensen die dat zeggen, mijn beste vriend. Deze groep is van een uitzonderlijke klasse. Die van 1986 was ook een mooie groep, met klasrijke voetballers, maar ik meen te mogen zeggen dat deze van nu sterker is in zijn geheel. Het grootste deel ervan voetbalt bij grote buitenlandse clubs en wordt daar op een heel hoog niveau getraind. Maar we moeten natuurlijk niet aan grootheidswaanzin doen. Daar speelt Marc Wilmots zijn rol zeer goed in. Met zijn staf beschikt hij over voldoende wapens om de boel goed samen te houden. Alles wat nodig is om een goed WK te spelen, lijkt aanwezig. Maar dat is de theorie. In de praktijk spelen in de sport wat ik noem de imponderabilia soms een grote rol in het bepalen van de uitslag: een beetje geluk, een beetje tegenslag, denk maar aan de afgekeurde goal van Wilmots tegen Brazilië op het WK 2002. Ik hoop dat die imponderabilia gunstig zullen blijven voor de prestaties straks in Brazilië.”

Michel Verschueren was van 1981 tot 2003 manager van Anderlecht.

4 In hoeverre herkent u in het succes van de Rode Duivels de hand van Steven Martens?

Sabine Appelmans: “Het begint allemaal met talent, met een goeie groep voetballers die presteren. Daar heeft hij geen verdienste aan. Zijn verdienste is dat hij het uitstekend managet. Zijn grote voordeel is dat hij zelf op het veld heeft gestaan, de mentaliteit van de sporter kent, én een goeie manager is. Veel mensen in federaties kennen maar één kant van de sport, die langs de lijn, maar hij weet ook wat de sporter zelf belangrijk vindt. Die twee combineert hij goed: enerzijds de marketing, anderzijds dat waar de spelers zich goed bij voelen.

“De grootste kwaliteit van Steven Martens is dat hij enorm veel empathie heeft. Hij heeft een zeer sterke wil en drijft die door, is een beetje koppig, wat een goeie manager moet zijn. Maar anderzijds voelt hij ook heel goed dingen aan. Wanneer hij luistert, merk je aan zijn blik dat hij interesse toont in mensen en open staat.

“Steven is een echte sportman, hij leeft mee, steekt er gevoel in, lééft ook voor de sport. Hij doet het niet om in de spotlights te staan, hij wil gewoon zijn job goed doen. Steven heeft een sterke wil, maar weinig ego. Hij is een teamspeler.” Sabine Appelmans was van 1989 tot 2001 proftennisster. Steven Martens was haar coach.

5 Welke inspiratie hoopt u tijdens het WK van de Rode Duivels op te doen voor een nieuw boek?

Herman Brusselmans: “Er moet zoveel mogelijk gebeuren. Als er niets gebeurt, zorg ik er in mijn columns voor dat er wél iets gebeurt. Dan begin ik over mijn lief, over Bart De Wever of over iets anders.

“Pronostikeren is moeilijk, voor het gemak denk ik dan maar dat de Belgen wereldkampioen zullen worden. Zonder onzin te vertellen, denk ik dat ze ver kunnen geraken. De vorige keer is Holland ook in de finale geraakt en zij waren toen zeker niet beter dan de Belgen nu. Ik geloof er wel in.

“Ik hou ook wel van dat sfeertje tijdens een WK. Na een overwinning nog eens de straat op lopen, wat toeterende auto’s en wat vlaggen. Het liefst kijk ik gewoon thuis naar tv. Tussen het hysterische, bier drinkende volk gaan staan, dat doe ik niet zo graag. Maar de euforie van op afstand aanschouwen vind ik wel oké.”

Herman Brusselmans is ex-voetballer, auteur en columnist.

6 Wie of wat is de achillespees van de Rode Duivels?

Stephan Strecker: “Axel Witsel. Een elegante speler van wie het bijna onmogelijk is een bal af te pakken. Zijn positiespel is uitstekend, zijn balbescherming uitzonderlijk en zijn techniek perfect. Door zijn beschikbaarheid is hij een grote hulp voor zijn ploegmaats; ik ben ervan overtuigd dat ze het geweldig vinden hem in de ploeg te hebben.

“Maar toch denk ik dat hij het grootste gevaar is voor de Rode Duivels. Met zijn liefde voor de bal, zijn ongedwongenheid en het gemak waarmee hij voetbalt, bevindt het hart van het spel van de Rode Duivels zich te laag. De routine waarmee hij op die positie speelt, zou wel eens meer kunnen kosten dan ze opbrengt. Het valt mij op dat sinds hij op de 6 staat, hij nog zelden in één tijd speelt, bijna nooit meer de verticale pass zoekt noch voor ritmeveranderingen zorgt. Ik zie hem liever hoger in het spel, zoals bij Standard destijds. In de nationale ploeg is hij daar gebarreerd door sterkere spelers die in hoger aangeschreven competities spelen, zoals Eden Hazard, Kevin De Bruyne en Adnan Januzaj. Zijn assist in de oefenwedstrijd tegen Zweden, met een verticale pass in één tijd, was een uitzondering. Zijn statistieken maken van hem ‘le Lucas Biglia du riche’. Dat is in zo ’n kwalitatief sterke kern veel te weinig voor een basisspeler.”

Stephan Strecker is cineast.

7 Wat vindt u van een WK dat hier als een volksfeest beleefd wordt, terwijl in Brazilië het volk het evenement aangrijpt om aandacht te vragen voor zijn problemen?

Béatrice Delvaux: “Daar doen wij niet aan mee. Onze krant en onze sportjournalisten benaderen het WK globaal en niet louter als sport. Het voetbal is allesbehalve een voorbeeld. Het staat ook voor corruptie, zoals bij de toekenning van het WK 2022 aan Qatar; voor racisme; voor ‘geld boven alles’; en voor onverschilligheid, gesymboliseerd door bestuurders als FIFA-voorzitter Sepp Blatter en UEFA-voorzitter Michel Platini.

“De recente schokkende verklaring van Platini (‘de Brazilianen moeten maar een maand wachten met hun sociale protestacties’) geeft aan in welk sociaal autisme de verantwoordelijken van het wereldvoetbal leven. Ook de voetballers zelf zijn niet vrij van elk verwijt. Zij vertegenwoordigen waarden die steeds individualistischer worden. Daartegenover staat wel dat de waarden die de Rode Duivels uitdragen positief zijn: multiculturaliteit en eendracht. Die worden gesymboliseerd door de manier waarop Marc Wilmots zich uitdrukt en door het charisma van Vincent Kompany.

Béatrice Delvaux is politiek commentator bij Le Soir en heeft een column in De Standaard.

8 Hoe verklaart u, die geregeld het gebrek aan sportpolitiek in België aanklaagt, het succes van de Rode Duivels?

Jacques Borlée: “Het succes van de Rode Duivels is een rookgordijn. Vergeten we niet dat een belangrijk deel van de spelers gevormd werd in het buitenland en dat structurering van een sportman van hoog niveau gebeurt tussen 16 en 22 jaar. Ik doe mijn hoed af voor hen, want ze verlieten toch op heel jonge leeftijd België. Dat wijst op een grote karaktersterkte.

“Ik vraag mij soms af hoe Roger Vanden Stock en Herman Van Holsbeeck het volhouden, met de moeilijkheden die ze ondervinden om een nieuwe stadion gerealiseerd te krijgen. De structuren op sportief vlak zijn in dit land gebrekkig. Hoe is het anders te verklaren dat België op de Olympische Spelen voor jongeren geen enkele medaille haalt? Sporters van hoog niveau worden hier niet gesteund. De mislukkingen op de Olympische Spelen van 2000 en 2004 hadden geen enkel gevolg voor de verantwoordelijken in de hoogste instanties. Daarentegen kreeg Marc Wilmots wel kritiek omdat hij druk zette op de Belgische voetbalbond om de contracten van zijn stafleden te verlengen. Het is absurd. Want hoe kan je naar de oorlog gaan zonder rond de selectie een hecht blok te vormen?”

Jacques Borlée is ex-sprinter en vader, coach en manager van Olivia, Kevin, Jonathan en Dylan Borlée.

9 Wat is het recept om het WK compleet te verknoeien, waar de Franse nationale ploeg vier jaar geleden in Zuid-Afrika met glans in slaagde?

Pierre Ménès: “Sinds 1998 staat de Franse nationale ploeg onder wisselstroom: wereldkampioen in 1998, uitgeschakeld in de eerste ronde in 2002, finalist in 2006 en in 2010 er weer meteen uit. De mislukkingen van 2002 en 2010 zijn wel totaal verschillend.

“In 2002 verloor het team zijn twee beste spelers: Zinédine Zidane en Robert Pirès. De groep kende bovendien een lamentabele voorbereiding. Iedereen kreeg hetzelfde programma, hoewel sommigen uit een seizoen met meer dan zestig wedstrijden kwamen en anderen er met moeite een tiental speelden. Daarenboven was er ook nog eens pech mee gemoeid.

“Wat er in 2010 gebeurde, was nooit eerder vertoond. Frankrijk had een slechte selectie die ook nog eens was samengesteld uit bad guys die dachten zich wit te kunnen wassen op de kap van de onpopulaire bondscoach Raymond Domenech. Finaal bereikten ze er bijna het tegenovergestelde mee. In 2010 ontbrak er van alles: talent, vaderlandsliefde en persoonlijkheid.”

Pierre Ménès is journalist bij Canal+.

10 In welke mate doet de Rode Duivelsgekte u aan Oranjegekte denken?

Hugo Camps: “Tienduizend man in een stadion voor een training, en ook hier in Knokke lopen ze ’s morgens al verkleed met hoeden en bloemkolen en tricolore onzin op hun hoofd en om hun lijf: de Oranjegekte is naar hier overgewaaid. Je moet het zien als achterstallig onderhoud. We hebben jarenlang niet meer kunnen juichen, niet meer meegedaan met de grote jongens in de voetbalwereld en nu doen we dat wel en dan nog met een generatie ongelooflijk getalenteerde voetballers. Dat achterstallig onderhoud zweept iedereen op. Helaas ook tot draconische verkleedpartijen en idiote gezangen.

“Het is niet alleen de bond die dat heeft losgemaakt. Dat hebben de voetballers gedaan. Ik vind het heel hypocriet dat de KBVB laat uitschijnen dat het hun werk is. Je kan alles regisseren, maar geen vreugde of affectie. Dat komt uit het volk zelf en door de spelers. Maar als België uitgeschakeld wordt in de eerste ronde, is de hype weg. En gebeurt dat na incidenten binnen de spelersgroep, die nu als een idylle wordt gepresenteerd, dan zal de kater zwaar zijn.

“Zal die nationale gekte impact hebben op de toekomst van het land? Ik zou het hopen, maar ik vrees van niet. Als ik zie hoe onverschillig De Wever en zijn N-VA reageert op de Rode Duivels, bijna afkerig is van sport, denk ik niet dat het resultaat van de Rode Duivels invloed heeft op de verdere geschiedenis van dit land. Kennelijk vinden de mensen dat ook goed, want ze stemmen voor N-VA en De Wever. Voetbal, dat is een steekvlam. Steekvlammen van nationalisme, steekvlammen van geluk zelfs, maar wanneer het fout gaat ook steekvlammen van verraad en van haat.”

Hugo Camps is een Belgische journalist, columnist en schrijver die onder meer voor het Nederlandse opinieweekblad Elsevier werkt.

DOOR THOMAS BRICMONT & CHRISTIAN VANDENABEELE – BEELDEN BELGAIMAGE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content