De herfst is in Milaan. De indrukwekkende dom oogt grauw en grijs, net als de duiven op het Piazza de Duomo, die speuren naar toeristen met kruimels. Duiven zijn er het hele jaar in Milaan, maar zwaluwen zou je toch niet meteen verwachten in november. En toch, vorige dinsdag waren er enkele neergestreken in San Siro. Enerzijds de Rossonerizwaluwen en anderzijds de Merenguezwaluwen, sierlijke vogels uit de koninklijke dierentuin van Madrid. 22 vogels waren er geland op de grasmat.

Ergerlijk, die beesten. Een ware pest in voetbalstadions. Ze zijn geleidelijk aan in Europa binnengeslopen en raak er maar eens vanaf! Gelukkig zijn er nog enkelingen die zich om de rottigheid bekommeren, zoals dinsdagavond de man in het zwart. Felix Brych is zijn naam. Hij walgde van die zwaluwen, dat merkte je meteen. Telkens er eentje dacht te gaan vallen, joeg hij ze met een duidelijk gebaar weg. Consequent! Een waar genot voor de pure voetbalfan. Voetbalfans houden niet van snelduikende vogels, zeker niet op een voetbalveld.

Voetbalfans houden van voetballers. Sommige spelers laten zich wel eens ‘de reiger’ noemen of ‘de eend’ en in Limburg roepen ze zelfs naar ‘kanaries’, maar in het algemeen houden voetbalfans niet van de gevleugelde dieren. Toch denken de vetbetaalde vedetten dat ze zich ook nog eens een vogel mogen wanen. Niks van! Dat dacht die brave Felix Brych ook. Felix is Duitser en jurist, dat kan geen toeval zijn. Felix kent die zwaluwen al lang. In Duitsland noemt men ze Schwalben. Klinkt dat heerlijk zeg, tot je ze ziet. Maar zoals het een echte Duitser betaamt, stelde hij paal en perk aan die schwalbes.

Maar het pluimvee op het grasveld was taai, het spartelde tegen. De schwalbes maakten wijde gebaren met hun vleugels en schreeuwden lelijke geluiden naar Felix. Pepe stond er op één zijn rug. Die schreeuwde zich schor. “Geen fout?”, riep hij. Een andere was als ‘ Kaká‘ gemerkt: vallen en mekkeren. Maar ook bij de andere soort, de rood-zwarten, waren er klasbakken in het vallen. Borrielo presteerde goed met knappe duikvluchten en ook die Pato deed aardig mee. Hun ongeloof richting Felix was sterk geacteerd, maar de Duitser ontweek hun valkuilen.

Toch was er tussen de 22 een rare vogel, een soort witte merel als het ware. Een tikkeltje dikker dan de rest. Met een lange naam op zijn rug: Ronaldinho. Hij deed niet mee aan de opvoering. Hij deed andere trucjes, originele, met de bal. Hij slofte en lachte. Hij schopte de bal telkens frivool naar een ploegmaat. Vanuit alle hoeken. Verrassend, want enkele vogelkenners die aanwezig waren, vertelden dat hij eigenlijk niet meer wil meedoen. Hij wil een flierefluiter zijn, de geneugten des levens vindt hij veel leuker. Maar dinsdagavond was hij nog één keer de leukste vogel van het nest. Geen zwaluw zoals de rest, maar een fiere pauw. Ronaldinho wil geen hoogvlieger meer zijn, maar af en toe eens zijn mooie veren showen.

WOUD DEMASURE, BESELARE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content