Tsjech, geboren op 27 september 1985 in Praag. 1,85 meter – 74 kilo. Profiel: de positivo.

D aniel Pudil: “Ik ben afkomstig van Praag. Voor veel mensen is dat een geliefkoosde reisbestemming, maar mij was Praag als stad te druk. Na vijftien jaar voetballen in Praag was het een verademing toen ik honderd kilometer verder belandde, in een klein dorpje op een kilometer of tien van Liberec, een klein, rustig stadje, zoals Genk. Daarom bevalt het leven me hier ook wel. Het enige minpunt is de taal. De eerste drie maanden kon ik op de club enkel communiceren via mijn Slovaakse vriend Adam Nemec. Tsjechisch en Slovaaks verschillen niet zo veel. Buiten de club kon ik terugvallen op mijn vriendin. Zij spreekt goed Engels. Ik kende geen woord Engels. De enige vreemde taal die we op school kregen, was Duits, maar daar had ik een hekel aan, ik heb er dan ook niets van onthouden. De hele school interesseerde me overigens niet. Voor mij telde alleen voetbal. Ik stond er niet bij stil dat ik misschien op een dag buiten Tsjechië zou gaan spelen, en dat je dan best een andere taal spreekt. Als het te herdoen was, zou ik zeker talen leren. Nu ben ik na een maand Engels gaan leren bij een leraar die ik één keer per week opzoek. Daarna oefen ik thuis met mijn vrouw. Dat ik al behoorlijk Engels praat? Ik vind het zelf nog onvoldoende.

“Wat ik had gedaan als ik geen voetballer was geworden? Ik kon niet anders dan voetballer worden. Mijn eerste cadeau als kind was een bal. Vanaf mijn vierde deed ik niets anders dan voetballen of voetbal kijken. Ik kan moeilijk stilzitten. Op tv miste ik geen match. Op zondag gingen we naar Sparta Praag, waar mijn grootvader een jaar of vijf gespeeld had, voor hij bij Teplice ging voetballen. Hij was ook een paar keer international. Mijn andere grootvader kocht me mijn eerste paar voetbalschoenen. Hij is nu zo trots op me dat hij naar elke thuismatch komt kijken, met de auto van Praag. Naast voetballen heb ik maar twee hobby’s: mijn vriendin en onze kleine hond die ik voor haar kocht.

“Wat ik mis van Tsjechië? Lachen en dollen met de ploegmaats op training. Hier wordt weinig gelachen op training. Die is zwaarder, er hangt meer druk. In de Tsjechische eerste klasse komt geen kat kijken. Vaak zit er hooguit 3000 man in het stadion. De sfeer is er vijandig, veel mensen drinken te veel. Ze zijn ook jaloers: voetballers verdienen er meer geld. Als we dan niet goed spelen, krijgen we daar opmerkingen over. Hier zit het stadion niet alleen vol, men gaat ook met het hele gezin kijken. De supporters zijn ook heel beschaafd, vind ik. Wie vindt dat de sfeer hier niet goed is, moet maar eens naar een wedstrijd in Tsjechië gaan.

“Van de rest van België heb ik al Antwerpen en Brugge bezocht. En Westerlo, waar Lukas Zelenka woont. We gaan ook wel eens naar Maaseik waar een vriend volleybalt, of naar Maasmechelen. En af en toe trekken we naar Parijs. Mijn vriendin vindt Parijs een mooie stad, én leuk om te shoppen. Mijn motto? Ik ben een positivo: het leven is mooi. Mijn droom is tot mijn vijfendertigste te kunnen voetballen en kinderen te krijgen.”

door geert foutré

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content