Welke sleutel heeft Georges Leekens in handen voor de reeks positiewissels die Jesper Jørgensen van het Deense Esbjerg fB via AA Gent naar Club Brugge brachten?

Toen AA Gent Jesper Jørgensen bij Esbjerg fB ging scouten was dat omdat het in hem een mogelijke opvolger zag voor Bernd Thijs op de nummer zes. Jørgensen, van origine naar eigen zeggen een aanvallende middenvelder, had in de Deense havenstad de vorige vijf jaar als verdedigende middenvelder gespeeld – occasioneel zelfs ook als centrale verdediger. Hij werd als beloning voor zijn dienstjaren kapitein, maar liet zich niet als een uitgesproken leider op of naast het veld kenmerken, wel als een nuchtere en stabiele persoonlijkheid met een sobere speelstijl. Een aanjager.

Anders Christensen, die nog met Gunther Schepens onder Trond Sollied bij AA Gent had gespeeld en de Gentse scouts geregeld op wedstrijden zag in Denemarken, beaamt dat. Christensen vormde als centrale verdediger met Jesper Jørgensen, die verdedigende middenvelder was, en Niki Zimling, die offensiever speelde, de centrale as van de ploeg. “Jesper moest de garbage opruimen en de bal doorspelen”, zegt Christensen. “Hij werkte veel en trainde ook vaak op zichzelf. Op dat goede harde schot dat hij heeft, heb ik hem veel apart zien oefenen.”

Loopvermogen

Speelde Jørgensen na zijn overgang naar AA Gent onder Francky Dury nog als verdedigende middenvelder naast Bernd Thijs en in steun van Tim Smolders, toen Trond Sollied de centrale driehoek met de punt naar achteren richtte, kwam Jørgensen in een offensievere positie naast Tim Smolders terecht.

Sollied oordeelde zo meer rendement te halen uit zijn loopvermogen en afstandsschot, daarin bijgetreden door Gunther Schepens, die op 12 oktober 2011 in dit blad verklaarde: “Ten opzichte van vorig seizoen is er, denk ik, één belangrijke verschuiving: dat Jesper Jørgensen nu op zijn plaats speelt. Hij speelt meer als loper op de acht, terwijl hij bij Francky Dury vaak op de tien stond. Terwijl hij toen vaak met de rug naar het doel stond, heeft hij nu het spel vóór zich. De vraag was: wie ging het loopvermogen van Christophe Lepoint kunnen opvangen? Jørgensen was het antwoord.”

Want loopvermogen hééft Jørgensen.

“Hij heeft een enorm loopvermogen en een hoge VO2 max”, zegt Stijn Matthijs, de fysiektrainer van AA Gent. “Hij was iemand die er ook in de opwarming al honderd procent voor ging. Voetbal is veel sprintjes trekken en telkens tot stilstand komen en weer vertrekken. Hij kan dat volhouden tot het einde van een wedstrijd. Bij de meesten vermindert de snelheid naar het einde toe, maar bij hem is het verval minimaal omdat hij over een goede basisconditie beschikt. Op de eerste meters is hij misschien niet supersnel, maar over vijf of tien meter zie ik er weinig die hem bij wijze van spreken nog gaan inhalen.”

Dertien doelpunten

Met dertien doelpunten verbaasde Jesper Jørgensen afgelopen seizoen ook degenen die in Denemarken met hem werkten, want zo veel scorend vermogen had hij als middenvelder nog nooit getoond. Een uitzonderlijk seizoen, met dank aan Trond Sollied, dat hem rijp maakte voor een transfer. Jørgensen werd gehaald in Esbjerg voor amper 56.000 euro en van de hand gedaan voor anderhalf miljoen aan Club Brugge, waar hij zal worden herenigd met Niki Zimling.

AA Gent heeft met IbrahimaConté, Hannes Van der Bruggen, Mamoutou N’Diaye, Mohamed Messoudi en – al hoor je over zijn rehabilitatie grote twijfels binnen Gent – Christophe Lepoint vijf spelers voor twee posities, terwijl Christian Brüls, die op de flank terechtkwam, ook centraal kan spelen. AA Gent wil de voorbereiding afwachten om te zien of er behalve een nummer zes (een doublure voor Thijs) nog wel versterking nodig is om de offensieve tandem Smolders-Jørgensen te vervangen.

Jørgensen, zo leerden ze bij AA Gent, is zich bewust van de zwakke punten van zijn lichaam, herstelde afgelopen seizoen van een blessure na een trap van Anthony Vanden Borre en werkte vorig seizoen uit eigen beweging de last aan zijn onderrug weg. Die professionaliteit, gekoppeld aan inzet, tactische discipline, loopvermogen, duelkracht en infiltrerend en scorend vermogen uit de tweede lijn: het zijn individuele kwaliteiten die Georges Leekens, zo leert het verleden, graag in zijn spelers ziet. Maar bij Club Brugge is met Zimling, VadisOdjidja, JonathanBlondel en VíctorVázquez vooral de aanvallende invulling van het middenveld voorhanden. Uitkijken wordt het in de voorbereiding daarom welke concrete invulling de doorgaans op verdedigende organisatie inzettende trainer aan de rol van Jesper Jørgensen in zijn (schaduw)elftal zal geven. Centraal op het middenveld, als alternerende tweeling met Zimling, zoals in Esbjerg? Vooral als offensieve kracht, zoals afgelopen seizoen bij AA Gent, of eerder in de verdedigende rol die Bernd Thijs er speelde? En hoe zal de Deense middenvelder zich daarbij voelen? Onder Trond Sollied had hijzelf daar een duidelijke mening over, legde hij op 16 november 2011 in dit blad uit: “Zoals ik nu speel, is hoe ik wil voetballen. Ik wil niet als een nummer zes de bal aannemen en naar de zijkanten spelen. Voor mij is dat saai. Ik wil er plezier aan kunnen beleven, kunnen scoren, iets voor anderen kunnen doen en me een deel van de ploeg voelen. Dus ik ben heel blij dat Bernd het zo goed doet. ( lacht) (…) Ik moet veel kunnen lopen en aan de bal kunnen komen. (…) Toen de trainer me bij het begin van het seizoen vertelde dat hij me een positie naar voren zou schuiven en verwachtte dat ik rond de tien goals zou maken dit seizoen ( hij maakte er uiteindelijk dertien, nvdr) was ik toch wat geschrokken. Ik scoor nooit zo veel. ( lacht) Maar ik dacht ook: why not? Ik hou niet van verdedigend voetbal, dus ik kon ermee leven.”

DOOR RAOUL DE GROOTE – BEELDEN: IMAGEGLOBE

” Ik wil niet als een nummer 6 de bal aannemen en naar de zijkanten spelen. Voor mij is dat saai.” Jesper Jørgensen, 16 november 2011

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content