Een jaar geleden vierde Ivan De Witte de allereerste landstitel met AA Gent. Het was de aanzet voor een wonderbaarlijk jaar, tot de benzinetank helemaal leeg was. Maar de herinnering blijft onvergetelijk. ‘Ik had dit voor geen geld ter wereld willen missen.’

De weg naar de kantoren van Hudson loopt, behalve voor wie van Antwerpen komt, via de Ghelamco Arena. Telkens als AA Gentvoorzitter Ivan De Witte er langs rijdt of heen gaat, vervult een gevoel van trots hem. De voorzitter komt vaker op de club dan vroeger, zegt hij: ‘Ik ben van nature iemand die graag greep heeft op de dingen. Ook hier in mijn bedrijf. Op een zachte, vriendelijke wijze. Men heeft me ooit gezegd: u bent een controlerende persoonlijkheid. Ik denk niet dat dat slecht is, proberen greep te hebben op de dingen.’

Een jaar geleden vierde De Witte de titel, vervolgens maakte AA Gent in de Champions League heel voetbalminnend België trots. Dat blijft de voorzitter bij, meer dan het feit dat zijn club dit seizoen tot de laatste snik moest kampen om een Europees ticket.

Ivan De Witte wéét vanwaar hij komt. ‘Toen ik hier zeventien jaar geleden voorzitter werd, had Gent een budget van 5 miljoen euro. Als we nu alles samentellen, inkomsten van de horeca inbegrepen, komen we aan 40 miljoen. Dat is acht keer zoveel als toen.’

Eén jaar geleden wist u nog niet in wat voor een wondere wereld u zou belanden. Wat is u het meest bijgebleven van het afgelopen seizoen?

IVAN DE WITTE: ‘Een wondere wereld zou ik het niet noemen, eerder een nieuwe wereld, ingezet met die noche mágica van de titel. En dan die fantastische invaart in de binnenstad, met 125.000 mensen langs de kades. Vervolgens komt de vraag: wat nu? We hebben toen niet gezegd: opnieuw kampioen worden. Wel: bevestigen, een acceptabele rol spelen in de Champions League en voortwerken aan de uitbouw van de club. Bij de loting in Monaco kreeg ik complimenten dat we onszelf gebleven waren na het succes. Dat wilde ik aanhouden als leitmotiv: niet gaan zweven. Daarna bleken we op een wonderbaarlijke wijze de twee, Champions League en competitie, goed te combineren, met gigantisch sterke wedstrijden in de Champions League. In januari nog dacht men: Gent wordt weer moeiteloos kampioen. Tot we die twee wedstrijden tegen Club verloren. Dat heeft invloed gehad op de machine. Die is toen beginnen te haperen. De vanzelfsprekendheid en de souplesse verdwenen. De blessure van Brecht Dejaegere was in die context vervelend. Je ziet pas wat je mist als hij er niet bij is. Waar het vorig jaar altijd meeviel, viel het nu op beslissende momenten wat tegen. In mijn opinie heeft de mentale belasting zwaar doorgewogen, misschien ook omdat links of rechts spelers al wat bijgedachten hadden. Met als gevolg dat Club de verdiende kampioen is geworden.’

Dat zegt u zonder bijgedachten?

DE WITTE: ‘Absoluut. Dat men vorig jaar stelde dat Gent kampioen werd omdat de andere twee het hebben laten afweten, vond ik een beetje flauwe commentaar. Ik vond dat wij vorig jaar verdiend kampioen zijn geworden, net zoals Club nu. Het geeft me voeding dat mijn geesteskind, de play-offs, wél de juiste kampioen opleveren. Het is een marathon. Op het einde wint de beste.’

Daarnet zei u: spelers met bijgedachten. Wat bedoelt u daarmee?

DE WITTE: ‘Spelers die al eens dachten aan transfers. De manier waarop we bezig waren in Europa heeft onvermijdelijk interesse gewekt. Dat is toch optreden op de grote bühne, daar word je gezien. Ik heb artikels gelezen in Duitse en Engelse kranten, in media waarvan ik nooit verwacht had dat onze prestaties een uitstraling zouden hebben: de BBC, Die Welt… Dat geeft aan club, trainer en spelers een bijzondere uitstraling.’

GAZPROM

Wat vond u het meest emotionele moment in het afgelopen seizoen?

DE WITTE: ‘Lyon uit. Zonder enige twijfel. Heel belangrijke wedstrijd waarin je derde kunt eindigen als je een gelijkspel haalt. Je komt 1-0 achter, dan 1-1 waarbij je hoopt: als we dit nu eens kunnen vasthouden… Als bezoekende voorzitter krijg je een plaats tussen de notabelen van de thuisclub. Je wordt, met andere woorden, geacht om je manieren te houden. In blessuretijd dwingt Benito Raman nog een hoekschop af, om tijd te winnen. Kalifa Coulibaly kopt die binnen. Winnen in Lyon, terwijl je hoopte op een gelijkspel, beseffend dat je plots niet derde, maar tweede wordt, dat ging allemaal door mij heen. Zodat ik me van het protocol niets meer aantrok, en ik juichte. Terwijl die mensen rondom mij verbijsterd keken. Voor hen was het een drama. Als iemand zo diep geraakt wordt, sta je niet naast hen te juichen. Maar ik heb het toch gedaan. Ik heb me achteraf wel geëxcuseerd.’

Wat hebt u geleerd in het afgelopen jaar?

DE WITTE: ‘Het voetbalspel op hoog niveau vind ik fantastisch. Dat kunnen meemaken in al zijn aspecten vond ik bijzonder: op het veld, rond het veld, de hele Champions League. Het is een gewéldige organisatie, hoe alles tot in de puntjes geregeld wordt.

‘Wat ik aan de andere kant geleerd heb, is dat je goed moet kunnen omgaan met je groep om op die beide platformen gefocust te blijven. Die focus van tegen Zenit en Valencia goed vasthouden in de Belgische competitie is op langere termijn toch moeilijk. Dé absolute toppers gaan daar toch gemakkelijker mee om, de clubs uit pot één bij de loting, en een deel van pot twee. Vanaf pot drie kom je bij clubs die daar nog aan moeten werken, mentaal, fysiek, de entourage. Je kunt de voorwaarden scheppen in de omkadering, om op beide platformen te presteren. Ook dat is iets wat we geleerd hebben dit jaar.’

Wat zal u vooral bijblijven van de hele CL-campagne?

DE WITTE: ‘De voorzitter van Lyon was twee keer zelf aanwezig, tegen Zenit zijn de mensen van Gazprom hier in Gent geweest. Men neemt dit au sérieux. De manier waarop je kansen hebt om met tijd en diepte te praten over structuren, hoe het elders ineen zit en hoe zij dingen aanpakken: héél interessant. Ik heb vorige week zondag Bart Verhaeghe gemaild om hem proficiat te wensen en hem te zeggen: jullie gaan geweldige momenten meemaken in de Champions League. Ik vind het wel spijtig dat we een aantal dingen, die nochtans niet zo moeilijk zijn, niet meepakken in de Belgische competitie.’

Bijvoorbeeld?

DE WITTE: ‘De strikte standaardisering van de terreinen, afspraken over de kleedkamers, één of twee vaste afgevaardigden voor de wedstrijden: dat is allemaal niet zo duur. Wij zijn bereid om daar geld voor vrij te maken. Je kunt niet blijven zeggen dat je geen geld hebt. Je moet op een bepaald moment naar de toekomst durven kijken en je externe wedstrijdwatchers deftig betalen, geen acht euro per wedstrijd. Wij zijn in de Champions League één keer tien seconden te laat op het veld gekomen. We zijn niet beboet geweest, maar in het rapport werd daar wel serieus op gehamerd. We hadden dat geen tweede keer moeten doen.’

U kreeg telkens een goed rapport van de UEFA.

DE WITTE: ‘Ik ben zeer trots op de directie en de personeelsleden van KAA Gent. Ik ben niet verbaasd, maar ik had er vooraf wel een beetje schrik van. Je moet toch beantwoorden aan een standaardpatroon op heel hoog niveau, op alle vlakken: ontvangst, pers, scheidsrechters…’

Is AA Gent sterker uit die CL-campagne gekomen?

DE WITTE: ‘Absoluut. We zijn alleen maar sterker geworden, ondanks de weerslag in de Belgische competitie. Dat is dan de pijn die erbij hoort. Ik zou het voor geen geld van de wereld hebben willen missen.’

Ook qua voetbal waren jullie top. Was u daar vooraf bang voor?

DE WITTE: ‘Na de thuiswedstrijd tegen Lyon niet meer. Iemand voorspelde: elk punt dat Gent zal halen, is een mirakel. Dan hebben we wel tien mirakels verwezenlijkt. We moeten Hein Vanhaezebrouck daar krediet voor geven. Hij heeft zijn elftal durf gegeven en goed voorbereid, dat ze niet op het veld moesten komen met angst. Je moet het maar doen, in Valencia voor 50.000 toeschouwers vrank en vrij voetballen en goed zijn.’

Hebben uw spelers u verrast?

DE WITTE: ‘Wat me het meest verrast heeft, was de kracht van het collectief. Tussen zeggen dat je het collectief gaat spelen en dat ook doen, is nog veel verschil. Als dat lukt, zie je dat daar een verscholen kracht zit die de som van de talenten kan overstijgen. Ik ben een aantal keren bij de spelers geweest voor die matchen, om te voelen wat er leeft. De geur van succes, de kracht, hing aan de muur, wanneer je vooraf binnenkwam. Je voelde die drive. Het is een moeilijk definieerbare kracht. Je kunt ernaartoe werken, maar er is geen garantie dat je het krijgt. Voor mij is het een doctoraatsthesis waard. Je kunt alleen maar proberen het nog eens na te doen, zonder garantie dat het nog eens lukt.’

Vindt u dat Vanhaezebrouck het afgelopen seizoen nog gegroeid is als trainer?

DE WITTE: ‘Ik vind van wel. Ik proef dat aan zijn interventies, zijn timing. Hij is meester van die groep. Ik voel dat, ook al ben ik niet zo vaak tussenbeide gekomen, al was ik vaker aanwezig bij de spelersgroep dan vroeger. Maar dan minder met uitspraken in de media dan voorheen. Je moet als voorzitter de frequentie van je interventies goed afmeten. Maar je hebt wel een rol, als voorzitter.’

Hoe zou u die rol omschrijven?

DE WITTE: ‘Een voorzitter moet het eenheidsgevoel doen ontstaan, zorgen dat iedereen voor hetzelfde gaat. De gemiddelde leeftijd van een profspeler is 24 à 25 jaar. Men vergeet dat weleens, maar dat zijn jonge mensen die ook nood hebben aan hiërarchie. Maar ook niet te veel. Ik ben ook niet meer dezelfde voorzitter als vijftien jaar geleden. Toen legde ik te pas en te onpas van die nutteloze verklaringen af, was ik emotioneler. Dat is weg.’

BOUSSOUFA

Wat heeft u in dit fantastische jaar ontgoocheld?

DE WITTE: ‘De plotse ommekeer in februari, toen er zand kwam in de geoliede machine. Zodra dat zand erin komt, is het niet gemakkelijk om het er weer uit te krijgen.’

U kunt er niet omheen dat de komst van Boussoufa de indruk gaf het raderwerk te verstoren?

DE WITTE: ‘Het is bekend dat ik de komst van Mbark Boussoufa heb doorgedrukt. Dat een figuur zoals Mbark op psychologisch vlak impact had, zal wel, maar nu alles op die factor schuiven zou er vér over zijn. De mentale vermoeidheid en een paar blessures, zeker die van Brecht Dejaegere, en onkans hebben ook meegespeeld. Dat ook de andere transfers voorlopig niet zijn meegevallen, waardoor de vervangingsmogelijkheden beperkt bleven, eveneens. Ik zou wel voorzichtig zijn om ze allemaal af te schrijven. We hebben een paar zaken gedaan met het oog op de toekomst: Gustav Wikheim, Rob Schoofs…’

Toch ontstond daar voor het eerst de indruk dat er barsten kwamen in het blok dat jullie samen met de trainer vormden, ook door de sterke reactie van de trainer op die transfer. Daar kunt u toch moeilijk gelukkig mee geweest zijn?

DE WITTE: ‘Hein wist het wel. Het plan was dat Gent Boussoufa nog een kans wilde geven, maar niet dat hij de grote redder zou worden. Alleen heeft de overrompelende media-aandacht dat plan doorkruist. De maandag toen we die transfer afhandelden, hebben we Hein niet genoeg op de hoogte gehouden van de gang van zaken.’

Hebt u er spijt van dat u die transfer doorgedrukt hebt?

DE WITTE: (lange stilte) ‘Daar moet ik eens goed over nadenken. Spijt is een groot woord, maar … ik zou het niet meer doen.’

Het is niet echt een win-winsituatie geworden.

DE WITTE: ‘Ik was overtuigd dat de kwaliteitsinjectie die een Boussoufa kon geven absoluut noodzakelijk zou zijn om wedstrijden te spelen tegen teams die achteruit trokken en heel verdedigend gingen spelen, inclusief Anderlecht en een keer Club. Dan heb je spelers nodig die met een zekere creativiteit het verschil kunnen maken. Danijel Milicevic heeft dat een beetje. Vorig jaar hadden we dat veel minder, ploegen die helemaal achteruit gingen leunen. In Europa maakten we dat ook niet mee.’

Als Hein harder op tafel had geklopt dat hij niet akkoord was, had u hem dan gevolgd?

DE WITTE: ‘Waarschijnlijk wel. Het was, achteraf bekeken, niet de juiste stap op het juiste moment.’

HEIN

Bent u op een bepaald moment bang geweest dat Hein AA Gent zou verlaten?

DE WITTE🙁schudt het hoofd) ‘Ik heb in interviews een keer of drie kordaat gezegd: Hein blijft.’

Waarom was u daar zo van overtuigd?

DE WITTE: ‘Als je rechtstreeks met iemand spreekt en je krijgt rechtstreeks klare antwoorden, dan zijn er twee mogelijkheden. Ofwel geloof je die persoon, en als je goed met iemand wilt samenwerken, moet je elkaar geloven. Dat vind ik het minste wat je kunt doen. Of je gelooft die persoon niet en dan, tja… Hein heeft me zo formeel gezegd dat hij blijft dat ik hem vertrouw. Het ligt niet in mijn natuur om mensen met wie ik hecht samenwerk niet te geloven.’

Is het een man met een handleiding?

DE WITTE:’Ja. Hein heeft een grote behoefte aan autonomie. Hij wil zijn ideeën kunnen ontwikkelen en ook uitvoeren, terwijl hij zich toch goed kan inleven in een organisatie, op voorwaarde dat je die omgeving ook een beetje aanpast aan hem.’

In welk opzicht?

DE WITTE:’Door goed te luisteren naar wat hij wil. We zijn nu de plannen voor een nieuw oefencentrum aan het uitwerken. Welnu, Hein legt daar zijn ziel in, hij heeft daar weekends aan gewerkt, heeft alles uitgetekend tot in de perfectie: waar de toestellen moeten komen, waar de rustruimtes zijn. Ik kan me niet voorstellen dat je daar zo veel van jezelf instopt als je weet dat je toch niet blijft. Alles staat erin.’

Er schuilt een architect in uw trainer.

DE WITTE: Dat is het goeie woord. Als je Hein wilt beschrijven, is dat de juiste term: een architect. Niet alleen in het uittekenen van een oefencentrum, maar ook een architect van een ploeg. Hij heeft voor een deel ook zijn eigen huis ontworpen, hé. Toen ik hem zo bezig zag met het ontwerpen van dat oefencentrum, dacht ik spontaan: verdorie, die man heeft toch veel kwaliteiten. Wat hij deed met de ploeg, was ook architecturaal. En je weet: een architect heeft niet graag dat je aan zijn plannen komt. Wat hij ontwikkeld heeft, beschouwt hij als zijn baby. Als je daar wilt aankomen, moet dat heel omzichtig en met veel respect gebeuren.’

Als Hein zegt dat hij graag een bepaalde verdediger van Kortrijk wil, met name Poulain, doet u dat uiteindelijk niet.

DE WITTE: ‘Hein wilde die speler absoluut, vanuit het scoutingapparaat werden daar wat vraagtekens bij gezet. De tijd die nodig was om die verdeeldheid te overbruggen was er niet. Intussen had die jongen zelf gekozen om naar Club te gaan. Uiteindelijk gingen we het dan toch doen. Te laat.’

Hebt u nooit aan een B-scenario gedacht voor het geval de trainer zou vertrekken?

DE WITTE: ‘Neen.’

OPVOLGING

Europees voetbal of geen Europees voetbal: heeft dat een impact op uw plannen?

DE WITTE:’Neen. Onze plannen blijven: de ploeg kwalitatief beter maken, het oefencentrum uitbouwen, de onderbouw versterken. De tanker vaart verder op zijn koers. We hebben ons niet gek laten maken door de titel of de Champions League, we laten ons ook niet afleiden door een accident de parcours. De koers die we uitgestippeld hebben, gaan we volgen. Het zal nog wel eens met ups en downs zijn, maar so be it.’

Wat baart u nog zorgen?

DE WITTE:’Mijn opvolging. Ik ga geen eeuwigheid meer voorzitter blijven. Ik ben het sinds 1999, twintig jaar voorzitterschap is voor mij geen onbelangrijke mijlpaal. Tegen dan moet alles op poten staan. Michel Louwagie, die een uiterst belangrijke pijler is voor KAA Gent, zal langer blijven dan ik, we mogen niet op hetzelfde moment weggaan.’

Wat mist u nog?

DE WITTE:’De stabiliteit, de waarde bewaren. Een club waar een zekere continuïteit is, een bepaalde klasse rond hangt, die een vaste waarde is in de Belgische top en behoort tot de Europese subtop. Als we dat kunnen met de uitbreiding van onze infrastructuur,zullen we een mooi parcours afgelegd hebben.’

DOOR GEERT FOUTRÉ EN JACQUES SYS – FOTO’S BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

‘Als je Hein wilt beschrijven, is dit de juiste term: een architect.’ IVAN DE WITTE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content