Bij zijn aanstelling vond hij de titel ‘bondscoach’ eigenlijk maar vreemd. Liever zag Marco van Basten (40) zichzelf als ’trainer’ van het Nederlands elftal. Een half jaar later is hij er nog steeds rotsvast van overtuigd : initiatiefrijk voetbal loont.

Dominant en attractief. Dat zijn de sleutelwoorden in de voetbalvisie van Marco van Basten. Maar de resultaten blijven het belangrijkste, daarop werden zijn voorgangers als Nederlands bondscoach immers afgerekend. Momenteel heeft hij geen reden tot klagen : Nederland staat op kop in zijn WK-kwalificatiegroep met tien punten uit vier wedstrijden.

We willen beginnen met een uitspraak van een oud-trainer van u, Arrigo Sacchi : “Ik verlies liever met goed voetbal, dan dat ik win met slecht voetbal.”

Marco van Basten : “In bepaalde fasen kan dat best waar zijn, in de opbouw van een elftal bijvoorbeeld. Maar uiteindelijk gaat het om het resultaat, naarmate je dikker in de top zit, wordt dat steeds belangrijker. Echter, als je daar op een gegeven moment je weg hebt gevonden en je gemanifesteerd hebt, kun je je grenzen gaan verleggen. En zeggen : oké, we hebben nu een aantal wedstrijden gewonnen, maar uiteindelijk zul je ook het publiek en je spelers moeten kunnen vermaken. Het moet iets méér hebben dan winnen. Het is allemaal relatief.”

Hoe pragmatisch of juist idealistisch bent u ?

“Ik denk dat het goed is sowieso vanaf het begin een bepaald signaal te geven. Wij willen ons bezighouden met attractief voetbal, een goede uitvoering en uiteindelijk moet dat leiden tot resultaat. Je hebt twee wegen. De één zegt : ik ga eerst kijken waar ik vastigheid heb en daar probeer ik misschien het spel een beetje te verbeteren. Ik denk dat de andere kant op een handiger weg is.”

Als je kiest voor een bepaalde speelwijze, dominant voetbal in dit geval, dan doe je dat vanuit de overtuiging dat je op die manier de beste resultaten kunt behalen.

“Zeker. In het begin zal het lastig zijn. Maar in de latere fase van het samenwerken zullen de zaken duidelijker moeten zijn en leiden tot resultaat. Mijn ervaring is dat je met de aanvallende manier van spelen uiteindelijk heel veel resultaat bereikt, meer dan met een verdedigende speelwijze. Bovendien is het veel leuker om te doen. Het heet gevaarlijk en naïef te zijn, maar Barcelona voert het goed uit. Die voetballen op het hoogste niveau. Als je ziet hoeveel doelpunten ze maken en hoe weinig ze er tegen krijgen, dan is het dus nog steeds mogelijk. Aanvallen is niet naïef, je moet het alleen goed uitvoeren. En dat kost veel energie.

Klopt het dat de speelwijze als een voorwaarde in uw contract is opgenomen ?

“Er staat iets dat we op een bepaalde manier attractief voetbal moeten spelen en een verjonging moeten doorvoeren.”

Waarom staat zoiets erin ?

“Daarvoor moet je niet bij mij zijn. Ik heb het contract niet opgesteld.

Maar het is toch úw contract ? U hebt er zich met uw handtekening wel aan geconformeerd.

“Ik vond het prima, ja. Je moet het alleen wel op de juiste manier interpreteren. Verjongen om het verjongen heeft geen zin. Aanvallen om het aanvallen ook niet. Zodra het resultaat om de hoek komt kijken, moet je hier en daar wat aanpassingen kunnen doen.”

Kan het zijn dat de KNVB met een dergelijke voorwaarde duidelijk wil maken dat men definitief breekt met de behoudende spelwijze onder uw voorganger Dick Advocaat en al het gedoe op het EK ?

“Dat denk ik wel, ja”

Elke beginnende trainer maakt fouten. Als u uzelf analyseert, zijn er dan dingen gebeurd die u anders had moeten of willen doen ?

“Tegen Liechtenstein nam ik een bewuste keuze door in de rust zes spelers te wisselen. Na een kwartier viel Bouma uit, vervolgens moesten we met tien man verder. Dat is dan een ingecalculeerd risico. Ik zou het morgen weer precies zo doen. Er zijn altijd momenten en beslissingen in een wedstrijd waarvan je achteraf denkt : is dat verstandig geweest ? Macedonië uit, Cocu wisselen in plaats van Sneijder. Sneijder speelde een ongelukkige wedstrijd, maar toch liet ik hem staan en Cocu niet. Dat was een discussiemoment, waarvan achteraf bleek dat het beter had gekund. Dat soort dingen is inherent aan het vak. Wanneer breng je Van Hooijdonk in tegen Andorra ? Het laatste half uur ? Moet dat meteen na rust of moet je dat al in de eerste helft doen ? Dat zijn zaken die best wel belangrijk zijn en waarin ik keuzes moet maken. Dat heeft ook weer met ervaring te maken.”

U bent een intuïtieve coach ?

“Ja. Ik kan niet zeggen dat ik me als trainer door mijn ervaring laat leiden. Die heb ik nog niet zoveel. Het is ook goed je te laten gidsen door je gevoel, alleen moet je dat wel kunnen beargumenteren. Hoe en waarom ? En wat zijn de consequenties ?”

Hoe is in die discussiemomenten de verhouding op de bank ? Is John van ’t Schip net zo intuïtief als u ?

“Ik denk dat ik vaak nog iets behoudender ben. John zou bij wijze van spreken sneller wisselen. Ik heb nog wel eens het idee dat bepaalde spelers ook in een wedstrijd moeten komen. Je kunt niet altijd verwachten dat iedere speler vanaf de eerste minuut scherp is en er vol invliegt. Dat had ik zelf als voetballer ook niet. Maar gedurende de wedstrijd moet er wél reactie komen. Dat moet ons elftal nog duidelijk gaan krijgen. Er moeten mensen opstaan die het heft in handen nemen en de boel dirigeren.”

Uw voorganger Dick Advocaat klaagde ook al over een gebrek aan leiderschap.

“Het is ook iets dat in het héle Nederlandse voetbal ontbreekt : één of twee jongens die écht spelbepalend zijn, die het beeld van een wedstrijd drastisch kunnen beïnvloeden door bij wijze van spreken de beuk erin te gooien.”

Welke spelers zijn de leiders in spe ?

“Dat zullen in eerste instantie de spelers zijn die van het spelletje houden. Daar zat ik laatst ook aan te denken : als je echt helemaal mesjogge bent van voetbal en heel fanatiek, dan kan het niet anders of je wordt uiteindelijk tactisch slim en kunt het spel analyseren. Want je wilt winnen. Op het moment dat je niet wint, ben je ontevreden en daardoor ga je nadenken. Vanuit dat nadenken creëer je op den duur een bepaalde verstandigheid en gevoel. Want je wilt niet wéér verliezen. Dat is wat je nodig hebt. Alleen vergt dat een bepaalde rijpheid. Jonge jongens zijn nog niet aan de stap toe van : ik kijk verder dan mezelf. Ik wil winnen. En hoe moet ik winnen ?”

Bent u dergelijke spelers in uw selectie al tegengekomen ?

“Phillip Cocu is een man die het spel redelijk ziet. Wesley Sneijder is in principe een slimme voetballer. Hij weet wel hoe het spel gespeeld moet worden. Hij zit alleen nog in een fase waarin hij zichzelf moet bewijzen. Hij is niet bezig met collectief winnen of verliezen, hij is bezig zichzelf te presenteren. Pas in de volgende fase van zijn carrière kan hij anderen beïnvloeden.”

U hebt als bondscoach dertien nieuwelingen opgeroepen, van wie er zeven inmiddels weer weg zijn. Duidt dat niet op te veel zwalken ?

“Dat heeft natuurlijk ook te maken met het feit dat we in een nieuw verhaal zijn gesprongen. Ik kwam met een hele nieuwe voetbalwereld in aanraking. John van ’t Schip kent de mensen wel, maar ik was niet volledig op de hoogte van de eredivisie. Dan wil ik jongens zoals Denneboom, Bobson, Landzaat, Mathijsen of Castelen toch eens een keer dicht bij me hebben om te kijken of ze het niveau aankunnen.”

Die eerste maanden waren voor u een ontdekkingsreis.

“Ja, ik denk het wel, ja.”

Een jaar geleden vertelde u zich te ergeren aan het filmsterrengedrag van sommige internationals. Sinds uw aanstelling als bondscoach zijn Clarence Seedorf en Patrick Kluivert niet meer geselecteerd. Zit daar verband tussen ?

Nou, zo kun je het niet helemaal zien. Natuurlijk selecteer je ook naar hoe iemand als mens is. Maar wij proberen ons zoveel mogelijk te focussen op het voetballende gedeelte en wat er in het veld gebeurt. En dan zie ik nog niet veel aanleiding om mijn zienswijze te veranderen. Over de mensen die wij op het middenveld hebben, zijn we redelijk tevreden. We zien er, zoals het nu gaat, het nut niet van in Seedorf erbij te halen. Ik heb Clarence aan de telefoon uitgelegd waarom we tot die beslissing zijn gekomen.”

Seedorfs optiek zal zijn : een basisspeler van AC Milan is altijd beter dan een middenvelder die reserve is bij Ajax.

“Dat is inderdaad zijn gewaardeerde mening, maar mijn mening is anders. De middenvelders over wie we nu beschikken, vullen het verhaal bij balbezit en balverlies in zoals wij dat voor ogen hebben.”

Hoe zit dat met Kluivert ?

Kluivert hebben we recentelijk bekeken bij Chelsea-Newcastle United. Hij speelt eigenlijk achter de spitsen, dat vind ik niet een positie waarop ik hem bij het Nederlands elftal zie. Kluivert kreeg tegen Chelsea allemaal hoge ballen, het was lastig voor hem. Maar hij probeert ook niet om zijn omgeving zodanig te beïnvloeden en te inspireren dat hij wél makkelijk aan het voetballen komt. Het is moeilijk beoordelen en moeilijk om hem te selecteren.”

U pleitte er vorige maand voor per club minimaal zes Nederlandse of zelf opgeleide spelers op te stellen. Johan Cruijff deed dat eerder ook al.

“Het is sowieso goed aandacht te geven aan de eigen jeugd en het Nederlandse voetbal te bevorderen. Dat er nu allerlei buitenlanders spelen bij Ajax, PSV en Feyenoord is een slechte ontwikkeling. Dat zijn de topclubs die ver kunnen komen in Europa. Juist zij moeten onderscheidend, dus Nederlands, voetballen. Vroeger kon je nog wel eens een Ajax-blok in het Nederlands elftal halen om een bepaalde speelwijze te ondersteunen. Dat is tegenwoordig lastig, want je hebt te maken met achttien buitenlanders. Bij AZ staan vier Nederlanders in de verdediging. En wat zie je ? Zij doen het beter dan andere defensies. Sparta Praag speelt ook met alleen maar Tsjechen en komt ook uit in de Champions League. Het kan dus wel degelijk.”

Is dat een gebrek aan lef bij de clubs ?

“Dat moet je aan hen vragen. Ik weet niet waarom ze liever voor een buitenlander dan voor een Nederlander kiezen. Volgens mij is zelf opleiden nog altijd het handigste en goedkoopste.”

Cruijff is technisch adviseur van de KNVB. Wat voor invloed heeft hij precies ?

Johan is klankbord. Toen John en ik in juli bij hem op bezoek gingen, hebben we uitgebreid gesproken. Toen is ook de wedstrijd tegen Tsjechië aan de orde geweest. Maar verder is het eigenlijk nooit over opstellingen gegaan. De gesprekken lopen ook niet volgens een vast ritme of een agenda. Je belt hem eens voor of na een wedstrijd, komt hem eens tegen bij de opening van een Cruijff-court of tijdens een golfwedstrijd. Dan begin je over voetbal in het algemeen te spreken en kom je vanzelf terecht bij specifieke zaken.”

Zijn u als bondscoach ook zaken tegengevallen ?

“De hoeveelheid tijd dat je op het veld kunt staan. Da’s niet veel. Soms heb ik het gevoel : Ik zou wel eens lekker naar buiten willen.”

Waarom bent u aan dit avontuur begonnen ? Bent u niet bang uw eigen legende af te breken ? Het kan ook fout aflopen.

“Helemaal geen probleem. Dat is de aanvaller in mij.”

Als speler moest u weinig tot niets hebben van journalisten. Hoe ziet u de omgang met de media nu ?

“Dat is wel iets wat mij bezighoudt : de bewustwording van de pers. Ik heb wel eens het idee dat journalisten iets negatiefs moéten schrijven omdat het vak voor hen anders niet echt is. Wat is nou het uiteindelijke belang om de boel te verzieken door een bepaald stukje ? Wij zijn allemáál Nederlanders, wij willen toch allemaal winnen ?”

Dat betekent niet dat je journalisten medeplichtig moet maken. Die horen de gang van zaken kritisch te volgen.

“Met kritiek heb ik absoluut geen moeite. In Macedonië voetbalden we slecht. Dan is het in de kranten en op tv ook slecht. Als het maar open en eerlijk gebeurt. Maar je hebt er altijd luisjes bij die met zichzelf bezig zijn en op zoek zijn naar rotverhalen. Ik denk trouwens dat de meeste journalisten ook liefhebber zijn en in hun hart willen dat het een elftal goed gaat. In dat goede heb je altijd weer discussies van : waarom doe je als trainer dit of waarom deed je dat. Prima. Ik zie ook niet in waarom ik allerlei mensen niet zou moeten vertrouwen. Ik respecteer ieders mening.”

door Taco van den Velden en Peter Wekking

‘Ja, die eerste maanden waren voor mij een ontdekkingsreis.’

‘Als je heel fanatiek bent, dan kan het niet anders of je wordt uiteindelijk tactisch slim.’

‘Ik ben vaak nog iets behoudender dan John van ’t Schip.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content