Na twaalf jaar afwezigheid op het WK is Chili er weer bij. Dankzij een interne reorganisatie onder een nieuwe voorzitter en een gecontesteerde bondscoach. ‘Een Argentijn die Chili traint, dat is zoals een Duitser die Oranje gaat leiden.’

Op 27 februari van dit jaar raakte Chili zwaar getroffen door een aardbeving. Ondertussen, zo berichtte vorige week de krant El Mercurio, is zo’n 95 procent van de toen getroffen infrastructuur van het land – wegen, havens, luchthavens – weer in bedrijf, helemaal of gedeeltelijk. Langzaam krabbelt het land overeind.

Ook de voorbereiding van de Chileense nationale ploeg raakte verstoord. Luttele dagen na de aardbeving was een vriendschappelijke interland gepland, die bondscoach Marcelo Bielsa meer duidelijkheid moest brengen over de kwaliteiten van sommige spelers. Bielsa had daarvoor een speciale avond bedacht: Chili zou op de eerste woensdag van maart twee interlands (sic) op één avond spelen. Eerst tegen Noord-Korea, een paar uur later tegen Costa Rica. Door de aardbeving ging de luchthaven van Santiago echter dicht. Uruguay bood nog wel aan om de twee duels in Montevideo te organiseren, maar de Chileense voetbalbond bedankte, uit respect voor de slachtoffers.

Overigens was dat niet de eerste keer dat een aardbeving het Chileense voetbal trof. Toen de aarde er op 22 mei 1960 ook al eens beefde, duizenden mensen overleden en miljoenen dakloos werden, leek het onmogelijk om in hetzelfde land twee jaar later een wereldkampioenschap te organiseren. Toch gebeurde het. Het land kreeg er weer moed en kracht door.

Ondertussen gaat de Bielsashow door. In de Argentijnse pers verschenen de voorbije dagen verhalen dat hun landgenoot “elke dag gekker” werd. Zo mogen de Chileense spelers van de nationale ploeg geen lid zijn van sociale netwerken op het internet, mogen ze ’s nachts niet surfen en zijn er beperkingen op gsm- en computergebruik. En, hallucinant voor een Argentijn: de spelers mogen ook geen seks hebben. De bondscoach wóónt in het trainingscentrum van de nationale ploeg in Santiago. Hij geeft geen interviews, komt amper buiten, maar bekijkt op kantoor voortdurend dvd’s. Compleet voetbalgek.

Bielsa komt uit een vooraanstaande familie van juristen en rechters. Zijn broer Rafael was in Argentinië nog minister van Buitenlandse Zaken. Marcelo heeft verstand van voetbal, zijn stijl van spelen is aantrekkelijk, want gericht op de aanval. Alleen: toen hij de Argentijnse nationale ploeg in handen had, heeft hij er niks van gebakken. Onder Bielsa ging Argentinië er in 2002 al in de groepsfase uit (in een poule met Zweden, Engeland en Nigeria). Maar toch vinden ze hem in zijn geboorteland nog altijd een vakman.

Nederland-België

René Taelman, wereldreiziger, kent het land al sinds 1988. Hij ging er geregeld op bezoek, en later op scouting. Taelman bracht onder meer Osvaldo Hurtado naar Charleroi. Sinds februari woont hij weer tijdelijk in Chili, schrijvend aan een fictieboek over de lotgevallen van een Argentijnse voetbaltrainer. Het Chili van vandaag, zegt Taelman, is niet meer dat van twintig jaar geleden. Er is meer vooruitgang in de steden, maar je hebt er ook nog veel rurale gebieden op het platteland. En er is meer geweld, gericht tegen de nieuwe bourgeoisie, die in haar 4×4’s de ogen uitsteekt. Taelman: “Veel mensen die destijds AugustoPinochet bekritiseerden, zeggen nu: we hebben opnieuw een dictator nodig om wat orde in de tent te krijgen.” Van de dit voorjaar verkozen nieuwe president SebastiánPiñera, een rechtse dynamische zakenman, wordt verwacht dat hij een aantal dingen rechttrekt.

Veel lof hoor je over bondsvoorzitter Harold Mayne-Nicholls (48). Hij komt uit de krantenwereld, werkte voor de FIFA, woonde in Zwitserland, een man met goeie ideeën. Hij kan het verguisde competitiesysteem van apertura en clausura (per kalenderjaar twee kampioenschappen) niet direct veranderen, maar hij doet de dingen bewegen. Hij haalde Bielsa en wil zijn contract nu verlengen. Taelman: “Vergis u niet, de keuze voor Bielsa stuitte op veel controverse. Van de Chileense pers én de Chileense trainers. Nederland-België, dat is een serieuze derby, maar Chili-Argentinië, dat is intens. Een Argentijn aan het hoofd van de Chileense voetbalploeg, dat is te vergelijken met een Duitser die Oranje zou trainen.

“Ik hou wel van Bielsa’s stijl. Hij kiest altijd voor de aanval. Als basis werkt hij met de jongeren die drie jaar geleden als derde eindigden op het jeugd-WK. Zijn nationale ploeg is héél homogeen. Collectief is het duidelijk een veel betere ploeg dan België. Bielsa, een niet al te goeie oud-verdediger, geeft zijn verdedigers als raad mee: loop vooral en geef bij balbezit een pas, tactisch ga ik mij met jullie niet te veel bezighouden. Maar de aanval, daar werkt hij heel hard op. Hij heeft een soort basketvisie, met vaste patronen. En steeds weer herhalen.”

Chilenen, zo zegt Taelman, werken eigenlijk niet graag. “Eén training per dag, dat is voldoende. Maar snel zijn ze wel, in drie passen staan ze voor de goal.” En die natuurlijke arrogantie die in Zuid-Amerika de Argentijn, Uruguayaan of Braziliaan wel hebben – “wij zijn wereld-kampioenen” – die slijpt Bielsa ook in de ploeg die vroeger mentaal zwak was. Langzaam.

Zal de geblesseerde superspits Humberto Suazo gemist worden, als hij niet fit raakt? Taelman: “Die scoorde nooit in Mexico bij Monterrey. Wel destijds bij Colo Colo. En in de voorbereiding. Alexis Sánchez van Udinese vind ik wel heel goed, die is nog sneller dan JonathanLegear. De vreemde eend vind ik Jorge Valdivia. Totaal ongedisciplineerd, voetbalde al in Brazilië en Europa, nu in de Golf. Een goeie voetballer, maar geen serieuze. Tenminste: niet bij zijn club. Wél bij Bielsa, daar vechten ze allemaal.”

Zamorano-Salas

Voetbalt men in het kampioenschap op dezelfde manier? Taelman: “Neen, absoluut niet. Chilenen spelen niet met de lange bal, het zijn technische voetballers die rustig opbouwen. Helaas trainen ze niet graag. Ze oefenen altijd ’s morgens, en toch lees je geregeld in de krant dat een speler nog om drie uur ’s morgens in een discotheek is gesignaleerd. Alleen is het zo moeilijk om dat te veranderen, want er is weinig buitenlandse inbreng. Er is hier geeneens een Spanjaard trainer, laat staan dat ik als Belg in aanmerking zou komen. Ze houden niet van onze Europese spirit, die rechtlijnig is.

“Ook opmerkelijk: in Chili zitten geen Brazilianen. Die zitten nochtans overal. Chilenen vinden Brazilianen lui en niet serieus. Niet serieus? Komaan! De Edmilsons en Wamberto‘s, dat zouden hier koningen zijn. Chilenen zijn bovendien ook niet gastvrij. Er is weinig internationaal toerisme in Chili, wel lokaal. Er zijn stranden, hotels, maar de zee is woest, je kan er niet in zwemmen. IJskoud ook. Het toerisme in Chili bevindt zich vooral in Patagonië. Daar vind je vijfsterrenhotels.”

En, hoe zit het met de grote sterren van weleer: Iván Zamorano, Marcelo Sa-las, …? Doen zij nog iets in het voetbal? Taelman: “Zamorano heeft zijn sportcentrum in Alto Las Condes, het rijke deel van Santiago, met op de achtergrond de Andes en de sneeuw. Fantastisch. Zamorano heeft daar zelf niet veel geld in gestopt, maar leent er wel zijn naam aan.

“Salas is net gestopt en heeft een club overgenomen, een ploeg die van derde naar tweede klasse steeg. Die spelers veranderen van vrouw, gaan uit met mannequins, … Indrukwekkend is dat: de kranten smullen ervan.”

door peter t’kint – beelden: reporters

Chilenen trainen niet graag. Maar snel zijn ze wel, in drie passen staan ze voor de goal.

René Taelman

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content