Hoe ziet uw leven eruit zonder voetbal? Bent u opgelucht of hebt u het gevoel iets te missen?

Abbas Bayat: “Ik ben nu meer op mijn gemak. Minder nerveus, minder gestresseerd. Mijn bedrijven slorpen nog altijd veel tijd op, maar daar komt tenminste niet langer de weekendstress van de wedstrijd bij. Men verweet me weleens dat ik er te hevig in opging, maar ik heb nooit spijt gehad van mijn gedrag. Liever een opgewonden standje dan een grijze muis… Maar het voetbal is nog wel altijd een passie, ik ben supporter van Manchester United en ik bekijk veel matchen op tv, maar ik ga nooit meer naar het stadion. Ik heb tien jaar alles gegeven, het is goed geweest.”

Toen u Charleroi overnam, zei u dat onze clubs uitgebuit werden door de tv-zenders, dat ze veel te weinig geld kregen. Iedereen lachte daarmee. Hebt u geen zin om iedereen eraan te herinneren hoe visionair u toen was?

“Ik weet wat ik heb gezegd. Ik had het voordeel in de VS te hebben gewoond, waar ik het fenomeen van de tv-rechten goed bestudeerd had. Dertig jaar geleden gaven de zenders daar al massa’s geld uit. Nadien kwam Engeland, met een behoorlijke achterstand op de VS omdat het een tijd geduurd heeft voor de commerciële zenders daar van de grond kwamen. Toen er alleen de BBC was, kregen de clubs moeilijk geld vast. Hier was het net hetzelfde met de RTBf, die zogoed als een monopolie had. Vanaf het ogenblik dat de commerciële zenders en dus de reclame een woordje gingen meepraten, was het logisch om de tv-rechten te gaan exploiteren. De Jupiler League komt nu in de buurt van de bedragen die ik tien jaar geleden voor ogen had, maar er is nog een marge. Ze zeggen wel dat het spelniveau naar beneden gaat, maar ik zie dat de interesse bij de mensen erg groot blijft en dat het voetbal in België nog altijd te weinig geld krijgt in verhouding tot het aantal inwoners. Uiteindelijk verkopen de zenders vooral abonnementen door het voetbal, meer dan door hun filmaanbod. Als een reus zoals Fox interesse toont voor het Belgisch voetbal en miljoenen biedt, dan wil dat zeggen dat de waarde ervan enorm is, want die weten wat ze doen.”

U legde meermaals de vinger op de wonde wanneer het ging om het gebrek aan eensgezindheid binnen de Profliga. Is de zaak Standard-Ruytinx voor u het zoveelste bewijs van de rivaliteit, het egoïsme en de neiging om het geld bij andere clubs te gaan halen?

“Wilt u weten wat ik onthouden heb van mijn vergaderingen met de Profliga? Dan zullen we snel klaar zijn… Ik heb ook weinig zin om daaraan terug te denken. Op mijn leeftijd heb je niet zo lang meer te leven, dus kun je beter naar de toekomst kijken dan naar wat voorbij is. In die bewuste zaak zou het beter zijn om het debat open te trekken en niet alleen te focussen op het incident tussen Mehdi Carcela en Bjorn Ruytinx. Ik vind dat het voetbal een probleem heeft: veel te veel geweld. Zowel in België als elders. Ik sta versteld van wat ik in Engeland zie: er zijn geregeld zware blessures door smerige overtredingen. Het aantal gevaarlijke tackles is amper te tellen. De scheidsrechters zouden veel strenger moeten zijn, de bonden zouden langere schorsingen moeten opleggen en de UEFA en de FIFA zouden erover moeten waken dat voetbalvelden geen slagvelden worden. Voetbal is eigenlijk geen contactsport, je mag het niet verwarren met American football. Voetbal is een sport van occasionele contacten.”

Charleroi verkoopt Milicevic, Kaya en Pollet om de financiële putten te dempen die u tijdens uw voorzitterschap gedolven hebt en die u verborgen hebt toen u wegging. Dat beweert het nieuwe bestuur. Wat zegt u daarop?

“Daar wil ik zelfs geen woorden aan vuilmaken. Polemieken zijn niets voor mij. U noemt Kaya en Milicevic: ik wijs erop dat die onder mijn voorzitterschap zijn aangetrokken. Net zoals Hervé Kagé. Of Habib Habibou. Of Pelé Mboyo. Die voorbeelden tonen aan dat een club als AA Gent hier genoeg kwaliteit vindt om zich te bevoorraden. Dat wil dus zeggen dat er goed gewerkt werd toen ik er was.”

Toen u Charleroi verkocht, drukte u de wens uit dat het niet Mogi zou zijn die de club overnam. U moet toch toegeven dat die wens niet uitgekomen is?

“Daar antwoord ik niet op. Het is net dat soort vragen dat ik niet mis.”

DOOR PIERRE DANVOYE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content