Als Lierse over enkele jaren nog op Belgisch topniveau wil voetballen, zal – klassiek verhaal – de stad te hulp moeten schieten. Ondertussen doet de club wat ze kan : de loonmassa moet drastisch omlaag.

Eind deze week wil Liersevoorzitter Gaston Vets, zoals afgesproken, toch maar eens rond de tafel gaan zitten met zijn trainer Emilio Ferrera. Had Ferrera eind vorig seizoen een schriftelijk contractvoorstel terugbezorgd, waarover beide partijen een mondeling akkoord hadden, dan was dat niet nodig geweest. Maar omdat hij dat toen niet deed, is hij nu einde contract.

Minder dan zes maanden geleden leken trainer en voorzitter twee handen op één buik, maar intussen staat er een muur van wederzijdse twijfel tussen hen beiden. Proefde Ferrera een jaar terug vooral sportieve ambitie op het Lisp, dan is het nu de financiële situatie die het doen en laten bepaalt. En dus wordt de trainer niet langer op zijn wenken bediend als het om het comfort van de medische en sportieve staf gaat. Een nieuw trainingscentrum in Berlaar is niet meer aan de orde en ook een synthetisch veld is te duur – zelfs het hoofdterrein in goede staat houden zit er (voorlopig) niet meer in.

De laatste drie maanden heeft er zich kentering voorgedaan in het Lierse beleid – dat overigens maar door weinig mensen wordt bepaald. Vooral de voorzitter zélf kwam tot het besef dat financieel en sportief overleven op het hoogste niveau alleen maar kan als de kosten flink worden gedrukt. Wat haalt het uit, maakte hij zich de bedenking, om nog meer spelers te kopen en dan vijfde in plaats van twaalfde te worden ? Want vijfde of twaalfde, een prijs levert het niet op, extra inkomsten dus evenmin, maar in het eerste geval betaal je je wel blauw aan premies : vorig jaar een half miljoen euro méér dan gebudgetteerd.

Dit wordt alvast de rode lijn die Vets in het gesprek met Ferrera wil aanhouden. Zonder voorbarige conclusies te willen trekken, zegt hij : “Als Ferrera voor zichzelf concludeert dat hij hier volgend jaar geen trainer meer is, moeten we op zoek naar een vervanger. Maar eerst wil ik van hemzelf horen hoe hij de toestand ziet.”

Als Lierse straks op zoek zou moeten naar een nieuwe hoofdtrainer, dan wil het eerst in eigen huis rondkijken. Met andere woorden : kijken of de overige leden van de technische staf – Rik Vande Velde, Patrick Deman en Eric Van Meir – ook zonder Ferrera de groep kunnen leiden. Het contract van Deman loopt nog een jaar door. Vande Velde, ex-trainer van Ingelmunster in tweede klasse, bleef na zijn stage voor de Pro License in Lier op voorspraak van Ferrera hangen. Over hem valt er op het Lisp geen onvertogen woord te horen. Bovendien heeft hij het Pro-Licensediploma, dat vanaf volgend seizoen vereist is voor een trainer in eerste klasse.

Van Meir, bijvoorbeeld, heeft dat diploma nog niet. Mei vorig jaar gaf Gaston Vets hem een kans als jeugdtrainer, waarna hij vrij snel werd opgewaardeerd tot trainer van de B-kern. Daar moet hij de doorstroming van jong talent naar de A-kern vlot laten verlopen. “De jeugdwerking is hier nooit in vraag gesteld”, zegt Van Meir. “Het zijn nog steeds dezelfde mensen als vroeger die het roer in handen hebben. Alleen halen ze nu minder de krant, omdat er weinig eigen talent nog het eerste elftal haalt.”

Maar er ís goeie jeugd bij Lierse, weet Van Meir. Jurgen Raeymaekers (18), bijvoorbeeld, die in de seizoensvoorbereiding al een paar keer in de spits speelde, en Kevin Dijck (18), of de van Berchem overgekomen Issame Charai (21). Ook van Timothy Dreesen, vorige week zeventien geworden en nog maar tweedejaarsscholier, wordt er veel verwacht. De centrale verdediger mocht al mee naar het trainingskamp in Spanje. Bij de Uefa’s mag hij van Van Meir al niet meer meespelen, want daar verliest hij zijn tijd. Volgend seizoen moet hij zeker bij de A-kern.

Van Meir wil overigens de leeftijd waarop jong talent bij kleinere clubs wordt gerekruteerd, verlagen van zestien naar veertien jaar of zelfs vroeger. “Want dan kan je ze op hun achttiende al evalueren. In België is dat jong, maar in Nederland al oud.”

Bij voorzitter Vets vinden de plannen om extra aandacht te besteden aan de jeugd een gewillig oor. Want de financiële nood is hoog. Besparen blijft de komende jaren de absolute prioriteit op het Lisp. Elk jaar probeert Lierse een budget van 5,75 miljoen euro rond te krijgen, maar evenmin als vorig seizoen krijgt het dat voor mekaar. Dat leidt vooral in de aanloop naar het licentiedossier telkens voor moeilijke maanden. Vets vreest niet dat Lierse naast de licentie zal grijpen, maar geeft toe : “Een uitdaging is het wél, maar moeilijker dan vorig jaar wordt het niet.”

Een concreet voorbeeld van de moeilijkheden haalde onlangs de media. Door het uitblijven van sponsorgeld moesten de spelers op hun loon wachten, iets wat er maar zelden gebeurt. Anderhalve week geleden ontvingen de spelers hun salaris van november, deze week dat van december. Volgens Vets heeft Lierse nog 1,5 miljoen euro te goed van allerlei kleinere sponsors, plus het bedrag dat cosponsor Football Fanatics (dat straks hoofdsponsor wordt van Westerlo) nog aan de club verschuldigd is. Dat zorgt voor een acuut probleem, want reserves om tijdelijk gebrek aan cash flow op te vangen heeft Lierse al een paar jaar niet meer. Vets maakt zich wel sterk dat het contract met hoofdsponsor LG Electronics verlengd zal worden.

Maar dat alleen volstaat niet. Bij de thuiswedstrijden kan er niet naast worden gekeken dat er van de 663 business- seats opvallend meer leeg blijven dan vorig jaar : tachtig om precies te zijn ! Dat, meent de voorzitter, heeft meer te maken met de tegenvallende economische situatie in het algemeen, dan met een sponsoruittocht in Lier. Nog altijd heeft Lierse, net als vorig jaar, tweehonderd bedrijven als klant. Alleen reserveren die gemiddeld minder seats en komen ze met minder eters. De oplossing ? De commerciële cel, bestaande uit drie mensen, nog harder laten werken !

Vorig jaar werkte de club haar tekort nog weg met de (late) verkoop van Arouna Kone en Stein Huysegems, maar dit jaar zit zo’n transfer er niet in. Dus moet Lierse op een andere manier het voornemen van de voorzitter waarmaken : het budget met vijftien procent terugschroeven, maar zonder zich sportief te schaden. Transfersommen betaalt de club niet meer. De laatste speler voor wie nog geld werd neergeteld (150.000 euro), was Laurent Fassotte.

Waarin Lierse wél nog flink kan snoeien, is in de spelerslonen. Vrij snel nadat in 1996 de oude schuldenberg was weggewerkt, liet de club, een beetje verblind door de sportieve successen, zich ertoe verleiden de lonen te verhogen. Nu rekenden de bestuurders uit dat de ruimte voor besparingen voor tachtig procent op het loonvlak ligt. Ideaal zou zijn dat de lonen nog maar voor de helft op het budget wegen, maar ze zullen al heel blij zijn in Lier als de salarislast de komende jaren tot 65 procent kan worden teruggebracht. Nu ligt dat percentage nog veel hoger, vooral door het grote aantal spelers.

Dus verlengt Lierse om te beginnen de dit en volgend jaar aflopende, dure contracten niet – op één uitzondering na : Marc Schaessens. Spelers die niet renderen, moeten weg. Het gaat, onderstreept Gaston Vets voor alle duidelijkheid, niét om Bertrand Crasson, die aan een voor Lierse zeer redelijk contract voetbalt. Vanaf volgend jaar wil Lierse met maximaal zestien volwaardige profs het seizoen ingaan, aangevuld met de betere jonge spelers. Vets : “De bank van Lierse zou geen geld mogen kosten. Nu doet ze dat wel. Ik wil op mijn bank geen speler met een contract als dat van Geir Frigaard meer zien. Daar moeten volgend jaar Raeymaekers of Charai zitten.”

Dat Lierse het al een paar jaar financieel bijzonder moeilijk heeft, komt omdat het als één van de weinige Belgische eersteklassers zijn stadion in eigen beheer heeft en exploiteert. In 1998 verwierf de club 88 procent van de aandelen in de NV Stadion. Met de ondertussen uitgevoerde verbouwingswerken erbij geteld betekent dat een uitgave van 10,5 miljoen euro. Daarvan moet het nu nog 3 miljoen euro aflossen. De 7,5 miljoen euro die de club de afgelopen vijf jaar aan transferinkomsten had, gingen naar de afbetaling van de lening én het aanvullen van de exploitatietekorten.

Op een renteloze lening na, die het de stad op tijd terugbetaalde, kreeg Lierse nooit hulp van overheidswege. Een bestuurder : “Maak een lijst van alle eersteklassers met daarin de financiële hulp die je op acht verschillende manieren van alle mogelijke overheden kan krijgen, tel dat samen en je zal zien : Lierse staat helemaal laatste, met acht keer nul euro.”

Dus hoopt voorzitter Vets al langer dat de stad het vernieuwde stadion aankoopt. Niet alleen zou dat een oplossing zijn voor Lyra, de derdeklasser waarvan de gronden over afzienbare tijd bouwgrond worden, maar ook zou de nieuwe tribune nuttige infrastructuur kunnen zijn voor de stad. Die heeft er ook alle belang bij dat het goed gaat met Lierse, de voetbalclub waaraan het haar beetje naambekendheid toch vooral dankt.

De laatste weken lijkt Vets, na herhaalde gesprekken, een luisterend oor te hebben gevonden voor zijn voorstel om van het Lisp een stedelijk stadion te maken. Als het ervan komt, zal dat niet de licentieproblemen van dit jaar oplossen en evenmin die van volgend jaar. Maar het lijkt hoe dan ook de enige uitweg om het voortbestaan van Lierse SK op Belgisch topniveau op langere termijn veilig te stellen.

door Geert Foutré

‘De jeugdwerking is hier nooit in vraag gesteld.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content