‘We moeten zelf de eerste kans afmaken’

Met twee doelpunten in Moeskroen, op voorzetten van de eveneens sterk ingekomen Ernest Nfor, had Adekanmi Olufade voor AA Gent de man van de wedstrijd moeten zijn. Maar dat was buiten de vier treffers gerekend die zijn ploeg dan al op beschamende wijze binnen had gekregen.

Na de 4-0 in Kalmar noemde Dominic Foley de uitslag een ‘reality check’: in de Europese realiteit bleek Gent niet zo goed als gedacht. Nu kregen jullie tegen Moeskroen weer vier doelpunten binnen. Is Gent in zijn aanvankelijk sterke competitiebegin overschat?

Adekanmi Olufade: “We zijn niet overschat, maar we hebben wel enkele fouten gemaakt. Wíj kregen tegen Kalmar de eerste kansen en als we die hadden afgemaakt, dan was de hele wedstrijd anders geweest. En tegen Moeskroen was het net hetzelfde: scoren wij eerst, dan komen die vier tegendoelpunten er wellicht niet. Het is weer een les, maar spelers blijven mensen en die kunnen fouten maken.”

Net als tegen Kalmar was het opnieuw onder andere Marko Suler die blunderde.

“Ik denk dat het op dit moment bij hem mentaal niet goed moet zitten. Daarom moeten wij er zijn als ploeg om hem op te vangen: het zijn wíj, niet hij alleen, die fouten hebben gemaakt. We moeten allemáál agressiever spelen en beter opgesteld staan: de aanval en het middenveld moeten ook hun werk doen.”

Het hoogste aantal doelpunten in één seizoen maakte je onder Georges Leekens, toen je voorin met Foley speelde: zestien. Vorig seizoen waren het er in een systeem met drie spitsen negen. Nu speelde je vaak met Ljubijankic voorin en ben je met drie doelpunten topschutter van de ploeg. Hoeveel worden het er?

“Beter doen dan die zestien is de ambitie. Ljubijankic beweegt anders dan Foley, die meer een echte pivot is. Ik kan afhaken, diepgaan, de bal in de rug van de verdedigers vragen. Ik kan meer voorin blijven dan onder Sollied: op de flank moest je telkens de oprukkende flankverdediger opvangen. Dat is ook het probleem als je als aanvaller veel verdedigt: je mist jus voor doel. Maar dit seizoen gaat dat beter. Ik hou centraal meer kracht over om aan te vallen. Met Dominic, Zlatan, Ernest is er ook veel concurrentie en dat houdt ons altijd in vorm. De andere drie zijn heel goed met het hoofd en ik heb net als Nfor de snelheid om in de ruimtes te gaan. We moeten alleen optimistisch blijven en de eerste kans afmaken. We moeten la rage de gagner houden. De goesting om te scoren en te winnen. Daar komt het op aan.”

Vorig seizoen vond Sollied je naar het einde toe te vermoeid door je frequente verplaatsingen met de nationale ploeg en ook nu miste je daardoor al wedstrijden, zoals op Anderlecht en een helft tegen Moeskroen.

“Maar de nationale ploeg kan je nu eenmaal niet weigeren. Vorige week had ik een klein scheurtje in de hamstrings. Vandaar dat ik op de bank begon, de trainer wou geen risico nemen. Je moet een evenwicht vinden tussen club en nationale ploeg. Als je niet goed recupereert, komen er blessures van. Maar ik ben daar optimistisch in. Ik ben 28, de beste jaren komen eraan, het is het moment om er plezier aan te beleven. Ik voel me goed.”

Iets anders nog: je hebt een voetbalschool in Togo. Hoe staat ze er ondertussen voor?

“Ja, het CDS Olufade. Centre de Développement Sportif Olufade. Er worden jongeren opgeleid van 15 tot 17 jaar, ze kunnen er trainen en slapen. Afhankelijk van hun talent wil ik ze dan helpen om naar Europa te komen. Op dit moment zoek ik een club in België of Frankrijk om mee samen te werken.”

RAOUL DE GROOTE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content