Wat een vreemd WK. Frankrijk, Duitsland, Engeland, Italië en Spanje hebben het moeilijk om de tweede ronde te bereiken. Niet alleen de Europese voetbalgrootmachten, ook de Afrikaanse teams vechten op het eigen continent om te overleven.

Jarenlang heeft de wereld gedacht dat (Zuid-)Afrika niet in staat zou zijn om een WK te organiseren. Algemeen werd tegelijkertijd aangenomen dat het zwarte continent op het veld een machtsgreep zou uitvoeren. De werkelijkheid oogt helemaal anders. Organisatorisch loopt het WK op wieltjes. Het is op voetbalgebied dat Afrika steken laat vallen.

De opmars van het Afrikaanse voetbal, die op het WK 1990 in Italië was ingezet, was vier jaar geleden al tot stilstand gebracht. Alleen Ghana bereikte toen de tweede ronde en verloor kansloos van Brazilië. Een betere balans is dit keer niet erg waarschijnlijk, ondanks de enorme motivatie die het eerste WK in Afrika zou moeten betekenen.

De kracht van het Afrikaanse voetbal is de voorbije twintig jaar overschat. De vele successen in jeugdtoernooien, onder andere de Olympische Spelen van 1996 en 2000, moeten voor een deel worden toegeschreven aan het gerommel met de geboortedatums op de paspoorten. Het moet de belangrijkste verklaring zijn voor al die gigantische talenten die het nooit gemaakt hebben. Nu de FIFA veel strenger toekijkt, blijven de resultaten uit. Op de WK’s van 2003 en 2005 voor spelers jonger dan zeventien werden de zes Afrikaanse deelnemers in de eerste ronde uitgeschakeld.

Voetbal is in Afrika een vehikel voor hoop. Het staat voor iets veel groter dan de sport zelf. Het is een symbool van eenheid, een ontsnappingsroute en een bron van dromen. Spelers opleiden voor Europa is het hoogste doel van het jeugdvoetbal op dit continent. In Abidjan (Ivoorkust) bezocht ik anderhalf jaar geleden een van de tientallen jeugdacademies. Jongens met plastic sandalen trainden letterlijk op een vuilnisbelt, in de hoop door een Europese talentscout ontdekt te worden.

Aan passie voor het voetbal geen gebrek, maar de organisatorische problemen zijn chronisch. De voetbalbonden zijn nauw verbonden met het ministerie van Sport en de politici bemoeien zich maar al te graag met het populaire balspel.

De wijdverspreide politieke instabiliteit heeft echter voor gevolg dat het onmogelijk is te weten wat er morgen te gebeuren staat. Wie de touwtjes van de macht in handen heeft, gaat op zoek naar onmiddellijk profijt. Investeren in de toekomst gebeurt nauwelijks.

Puma en Nike hebben als kledijsponsors miljoenen dollars aan de bonden van Kameroen en Nigeria betaald en de WK’s van 2002 en 2006 leverden telkens vijf Afrikaanse federaties minimaal 3,5 miljoen dollar op. Het geld werd echter niet of nauwelijks in het voetbal gestopt. Met als gevolg dat de meeste Afrikaanse landen over geen trainingsinfrastructuur die naam waardig beschikken.

Veel Afrikaanse landen hebben ook interne problemen. Ivoorkust herstelt nog steeds van een burgeroorlog en is verdeeld tussen christenen en moslims, die het noorden van het land beheersen. Onder de groen-witte vlag van Nigeria leven 250 etnische groepen en worden 400 dialecten gesproken. Met enorme verschillen wat religie en leefstijl betreft voor gevolg. Kameroen heeft niet alleen Frans maar ook Engels als officiële taal. Tribalisme zorgt ervoor dat bepaalde etnische groepen bevoordeeld worden, ook in het voetbal. Volgens de Nederlandse socioloog Arnold Pannenborg bestond het succesrijke team van 1990 met onder anderen Roger Milla voor 90 procent uit spelers van de Bassa. De Bamileke uit de West-Provincie daarentegen zijn nog altijd ondervertegenwoordigd bij de Ontembare Leeuwen.

Het verwachtingspatroon in de Afrikaanse landen is vaak onrealistisch. Vahid Halilhodzic werd bij Ivoorkust ontslagen na zijn eerste nederlaag in twee jaar. De Nigeriaanse president Goodluck Jonathan verwachtte van zijn Super Eagles op dit WK de wereldtitel, als geschenk voor vijftig jaar onafhankelijkheid.

Volgens de Bosniër Halilhodzic vormen de spelers echter de hoofdreden van het probleem. Hij beweert dat ze, als gevolg van de socio-economische situatie, narcistisch zijn en zichzelf belangrijker vinden dan het team. Iedereen wil immers naar Europa. Dat zou wel eens sneller kunnen dan ze zelf willen.

François Colin volgt de wereldbeker voetbal voor de achtste keer ter plaatse.

door françois colin

Door de

politieke instabiliteit wordt niet in de toekomst geïnvesteerd.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content