Twee dagen geleden kondigde levende legende Pete Sampras officieel zijn vertrek uit het circuit aan. Na één jaar contemplatie ontbrak hem de energie om nog meer records te vestigen. Een hommage.

In Amerika wordt Pete Sampras in dezelfde categorie als Michael Jordan en TigerWoods vereerd. Iconen die het beeld van hun sport veranderd hebben door de jaren heen. Atleten die op belangrijke momenten boven zichzelf konden uitgroeien en dat tikkeltje extra konden brengen wat hen onderscheidde van de normale toppers. Sampras behoort qua palmares zeker in het rijtje, maar heeft altijd de pech gehad zich niet te bekommeren om het showgedeelte. Door zijn gebrek aan sterallures en uitgesproken meningen komt zijn fabelachtige carrière nog vaak te weinig tot zijn recht. Hij hield zich ver weg van allerhande tv-shows en haalde nog geen schijntje op van de reclame-inkomsten die zijn grote rivaal Andre Agassi inde.

Bij Pete ging het altijd om het tennis en haalden de emoties zelden of nooit de bovenhand. Die paar keer dat hij onbewust een deeltje van zijn gevoelens liet zien, was het alsof de wereld werd wakker geschud en zich bewust werd van zijn aanwezigheid. Het constante vertoeven aan de top van het wereldtennis, gedurende twaalf jaar zat hij in de toptien, gecombineerd met zijn haast argeloze accumulatie van successen gaven hem te vaak het stigma van saaie piet.

Dat beeld klopte niet helemaal met de werkelijkheid. In het circuit liet Pete zijn stem op geregelde tijdstippen horen. Hij liet niet na sfeer te scheppen in de kleedkamers en was altijd beleefd en voorkomend. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Andre Agassi sleet Sampras wel degelijk veel tijd op de club en in de Player’s Lounge. Hij was dikke maatjes met Tim Henman en heeft waarschijnlijk met zowat elke speler uit het circuit balletjes geklopt. Pete was één van de jongens en voelde zich nooit beter dan de anderen.

Nochtans was hij dat wel degelijk. Gezegend met een fabelachtige techniek teerde hij voornamelijk op zijn meesterlijk precieze opslagen en zijn schitterend balgevoel. Niemand kon beter een breakpoint wegwerken met een ijzersterke tweede service dan Pete Sampras. Zijn forehand in de loop geslagen was een voorbeeld voor menig opkomend talent en de rust in zijn backhand was niets minder dan subliem. Hij beheerste het volleyspel tot in de perfectie en zijn sereniteit op de baan is ongeëvenaard. Minpunten in zijn spel kwamen vooral aan het licht op zijn minst geliefde ondergrond, gravel. Het gebrek aan topspin in zijn slagen en zijn uitermate aanvallend ingestelde spelstijl hielpen hem vaak niet vooruit op de trage gemalen baksteen. Met toch nog drie toernooizeges op deze ondergrond doet hij beter dan bijvoorbeeld Boris Becker, maar één halve finale op Roland Garros wordt echt wel als te mager geïnterpreteerd voor een speler van zijn kaliber. Opgegroeid op hardcourt heeft hij nooit de glijtechniek voor het gravel onder de knie gekregen. De te grote afhankelijkheid van zijn service maakte hem op die ondergrond haast tot een modale en zeer kwetsbare tennisser.

Heel zijn tennis was trouwens geënt op de techniek van de Australische grootmeesters in de jaren zestig. Rod Laver en Ken Rosewall waren zijn voorbeelden. Niet alleen hun tennis bleef hem bij maar ook hun attitude op de baan en de gentlemanpolitiek onder elkaar sprak hem aan. In zijn jeugdjaren was Pete door zijn vader, Sam Sampras, afgeleverd bij dokter Pete Fischer. Deze ietwat wereldvreemde pediater had totaal geen verstand van tennistraining maar wist Pete toch de basistechnieken aan te leren. Hij deed dit onder andere door de jongeman naar video’s van Rod Laver te laten kijken, ondertussen erop hamerend dat hij beter moest worden dan zijn voorbeeld. Het uiteindelijke doel moest en zou Wimbledon worden. Zijn uitslagen bij de juniores waren matig en op zeventienjarige leeftijd schakelde hij zelfs nog over van een tweehandige naar een eenhandige backhand. In die tijd werd het veelbelovende talent ook een weekje losgelaten op het domein van Ivan Lendl maar terug naar af gestuurd door het toenmalige nummer één van de wereld. Volgens Ivan de verschrikkelijke had Sampras niet de juiste instelling en was hij liever lui dan moe.

Blijkbaar constateerde ook Pistol Pete dit euvel want twee jaar later werd hij de jongste speler ooit die de US Open op zijn naam schreef. Op weg naar winst versloeg hij Muster, Lendl, McEnroe en Agassi. Niet echt een gemakkelijke draw voor het negentienjarige broekje. De trein was echter niet volledig vertrokken. Sampras kon moeilijk overweg met de druk van de verwachtingen en sloeg geen deuk in een pakje boter meer. De uitgestippelde weg werd in vraag gesteld en de dokter-trainer werd bedankt voor de bewezen diensten.

Er werd gekozen voor het shock- effect en Tim Gullikson werd aangetrokken als begeleider. De voormalige top-20-speler en ene helft van een eeneiige tweeling stond bekend als Mister Intensity. Iedereen dacht dat het nooit zou klikken tussen de luidruchtige, hardwerkende Gullikson en de bedaarde, gemakzuchtige Sampras. Toch smeedden ze een verbond waar enkel het noodlot een speld tussen kreeg. Na jaren van overweldigend succes kwam in 1995 abrupt een einde aan hun veroveringstocht. Op de Australian Open dat jaar stuikte Gullikson in de kleedkamers ineen. Hij werd in allerijl terug naar Amerika gevlogen maar de uitbreiding van de hersentumor was al in een te ver gevorderd stadium. Sampras toonde voor het eerst emoties op de baan toen hij enkele dagen later in een felbevochten vijfsetter tegen zijn landgenoot Jim Courier werd aangemoedigd door een supporter. De fan riep Sampras toe nog één keer diep te gaan voor zijn zieke coach waarop het de man met de Griekse roots te machtig werd en hij al huilend enkele punten over het terrein zwalkte. Ondanks alles hield Sampras toch nog stand en veloor uiteindelijk de finale in vier sets van Agassi.

Een jaar later liet de toen vijfentwintigjarige Amerikaan nog maar eens zien uit wat voor buitenaards hout hij gesneden is. Op de US Open was hij in de kwartfinale tegen Alex Corretja de uitputting nabij. Vier uur waren beide heren al bezig aan hun marathon toen Pete op het centre court moest braken van vermoeidheid. Toch wist hij nog aan te klampen via zijn blindelings geslagen services. Hij haalde die memorabele vijfde set binnen en schreef het toernooi enkele dagen later op zijn naam. Legio zijn de voorbeelden van wilskracht die onder het bedaarde en behaarde uiterlijk van Sampras maar moeilijk zichtbaar werden. Geen opgepompte vuisten, geen connectie met het publiek, weinig uitwendig vertoon.

Enkel op Wimbledon durfde hij zich wel eens laten gaan, maar dat was dan ook na verloop van tijd zijn eigen achtertuin geworden. Het spel van de in Washington geboren Sampras was geijkt om op het snelle gras tot zijn volle recht te komen. Met zijn zeven titels is hij absoluut recordhouder op de All England Lawn Tennis and Croquet Club. Omwille van zijn stijl en voorkomen werd hij op handen gedragen door de traditie aanbiddende Engelsen. Het was dan ook uiterst toepasselijk dat hij zijn recordbrekende dertiende Grand- Slamtitel in Londen kon vieren. In juni 2000 versloeg hij Pat Rafter in de finale nadat hij bijna het hele toernooi op één been had gespeeld. Vanaf ronde twee sukkelde Sampras immers met tendinitis aan het linkerscheenbeen en de voet. Desondanks won hij zijn zevende titel op acht jaar, wat maakte dat hij over die periode maar één wedstrijd verloor op het heilige gras. Gedenkwaardig genoeg was dit ook de eerste Grand-Slamfinale die zijn ouders ooit hebben meegemaakt. Ze hadden zichzelf altijd te nerveus beschouwd om in de tribunes plaats te nemen voor wedstrijden van hun zoon.

Blijkbaar trad er toen toch een lichte verzadiging op bij de inwoner van Los Angeles. Twee jaar lang vond hij zijn draai niet meer. Hij probeerde drie verschillende trainers uit. Toonde zich wel gemotiveerd om een laatste keer zijn pijlen te richten op het grootste hiaat op zijn cv, Roland Garros. Hij haalde José Higueras erbij, zelf succesvol geweest op de stoffige ondergrond en ook meegebouwd aan de zegetochten van Chang en Courier in Parijs. Het mocht niet baten, Sampras ging oneervol ten onder en liet zijn droom voor altijd varen. Het ging van kwaad naar erger. Zelfs in het eigen milieu leek niemand nog echt te geloven in de kwaliteiten van de eens zo vermaarde Pistol Pete. Tot de US Open van 2002.

Ondanks zijn nederlaag in de derde ronde beweerde Greg Rusedski nog dat Sampras anderhalve stap trager was geworden en daardoor niet echt meer bij de kanshebbers gerekend mocht worden. Misschien was deze uitspraak wel de reden waarom de vlam uiteindelijk toch een laatste keer in de pan sloeg. Van toen af aan speelde Sampras alleszins weergaloos tennis en breidde een fantastisch, en eigenlijk onmogelijk verbeterbaar, slot aan zijn carrière. Hij speelde in de vierendertigste onderlinge ontmoeting na twaalf jaar terug de finale tegen zijn grote concurrent, Andre Agassi. Hij vestigde het zoveelste record door maar liefst drieëndertig aces af te vuren in het Arthur Ashe Stadium. Hij bracht het aantal Grand Slams op het ongenaakbaar lijkende aantal, veertien. Pete nam afscheid van zijn publiek zoals hij was geïntroduceerd, met stijl. Twee maanden later beviel zijn vrouw Bridgette Wilson, een modale actrice, van hun eerste zoon Christian Charles. De focus was nu op andere zaken gericht en zijn energie verlegde zich van het tenniscourt naar de crèche.

Pete Sampras, de tennisser, is niet meer. Als nu ook nog Agassi afhaakt, zal er een enorm gat vallen dat langzaamaan opgevuld kan worden door aanstormende wolven als Roddick en Federer. Deze laatste komt nog het dichtst in de buurt van de flegmatieke recordman.

Sampras zelf zullen we allicht niet meer terugzien in het circuit. Hij gaat de carrière van zijn vrouw wat ondersteunen en zich misschien wat bezighouden met de tennisschool die hij heeft opgericht onder zijn naam. Wie weet zal hij nu wel ooit het achterste van zijn tong laten zien. In de letterlijke zin van het woord was het op de baan alleszins zijn handelsmerk geworden, ook al liet hij meestal enkel zijn racket spreken.

door Filip Dewulf

‘Pete was één van de jongens en voelde zich nooit beter dan de anderen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content