AA Gent heeft er een echte doelpuntenmaker bij. Maar veel meer moeten de supporters niet van Luigi Pieroni verwachten, waarschuwt hij zelf. ‘Ik ben geen spits die een aanval opzet.’

Elk jaar, zo zegt zijn manager Eric Depireux, belde Michel Louwagie hem op tijdens een transferperiode. Of Luigi Pieroni haalbaar was? Depireux: “Het waren telkens korte telefoontjes. Ik schatte in wat het zou kosten en daarop antwoordde Michel: ‘Bon, het zal voor de volgende keer zijn.'”

Maar de aanhouder wint. Op zijn 29e belandde de Luikenaar toch in Gent, met een contract voor twee en een half jaar. En daar is hij blij mee.

De trainer kent hem goed. Toen Pieroni nog international was, en Michel Preu- d’homme tegelijk voor Standard én de bond werkte, benaderde hij de spits eens. In Litouwen was dat, ze liepen naast elkaar op het veld. Of hij geen zin had in een transfer naar de Rouches? Dat lukte toen niet, maar nu gaan ze samenwerken.

Club Brugge

Toen Luigi Pieroni in 2003 furore maakte, kwam hij uit het niets. In het Luikse kenden ze hem wel, hij pendelde in de jeugd wat heen en weer tussen FC Luik en Standard, maar het leek een verhaal van net niet te gaan worden. Tot Georges Leekens hem een kans gaf en hem goed omringde. Michal Zewlakow, Tonci Martic, Christophe Grégoire en Mbo Mpenza waren de mannen van de actie en de voorzet. Luigi scoorde aan de lopende band. Van het niets naar de Rode Duivels, met een debuut op 18 februari 2004 tegen Frankrijk. Zo snel ging dat.

Uiteraard kan zo’n speler dan overal heen. Pieroni trok naar Frankrijk, naar Auxerre, waar Guy Roux gek van hem was. Roux zou hem later, toen het allemaal al veel minder ging, nog een keer naar Lens halen. De liefde bleef. En terecht, in zijn eerste jaren bij Auxerre lukte het. Na een eerste half geslaagd seizoen (Pieroni: “Het was pas mijn tweede profjaar, ik moest nog veel leren”), volgde een tweede met veel succes. Pieroni: ” Jacques Santini was Guy Roux opgevolgd en we hadden een fantastisch team. Ik maakte dat jaar 12 goals, gaf 6 assists, en zorgde voor 7 goals in de Europabeker. Halverwege stonden we tweede.”

Maar dan begint de vrije val. Santini, die Auxerre uiteindelijk als zesde over de streep trekt, stopt er na één seizoen mee. Zes maanden na Santini wil ook Pieroni weg bij Auxerre. Toulouse wenkt. Maar door wat financiële onzekerheid bij die club én de bluf van Serge Dassault tekent hij uiteindelijk voor Nantes. Dat is op de sukkel, dus trekt de rijke eigenaar zijn portemonnee open: Fabien Barthez komt en Pieroni, afgehaald met een dure privéjet, krijgt een superdik contract. Nu noemt hij het een erreur de casting. Geld maakt niet altijd gelukkig.

Nog eens zes maanden later vist Guy Roux hem op bij Lens, maar de coach verdwijnt al na een week. Lens en Luigi, dat wordt niks. Zes maanden later komt Anderlecht op de proppen. Daar moet hij direct presteren, anders vliegt hij terug naar Nantes. Na een goed begin wordt hij aan de kant geschoven op het moment dat Nicolás Frutos terugkeert. Achteraf bekeken vindt hij dat hij er te weinig krediet kreeg. Frutos is er nog steeds, signaleert hij fijntjes. Dát geduld hadden ze met hem niet.

Terug naar Frankrijk dus, waar Valenciennes wel iets in hem ziet. Aan belangstelling overigens geen gebrek: ei zo na zit hij in Brugge, dat een opvolger zoekt voor de verongelukte François Sterchele. Hij praat met Luc Devroe en Jacky Mathijssen, maar Club vraagt hem nog even te wachten tot de zaak rond de verzekering voor Sterchele is afgehandeld. Ondertussen paait Valenciennes hem met – zo blijkt achteraf – valse beloften. Uiteindelijk gaat JosephAkpala naar Brugge.

Anderhalf jaar en twee ontgoochelende trainers later houdt Pieroni het ook bij Valenciennes voor bekeken. Was het zoals Daniel Leclercq, de druïde van Lens die ooit nog even bij La Louvière aan de slag was, het stelde: “Pieroni? Een goeie spits voor België, maar niet voor Frankrijk.” Is dat de conclusie? Pieroni vindt van niet. “Ik ben ervan overtuigd dat de Franse stijl niet helemaal bij mij past, maar ik kan er wel aan de bak. Op voorwaarde dat ze spelen naar mijn mogelijkheden. Ik ben geen spits die meehelpt in de opbouw, die ver terugvalt, kaatst of uitwijkt naar de flanken. Ik ben een afwerker.

“Als we nu bij Gent trainen, kijk ik naar de manier waarop een aanval in mekaar wordt gezet. Vanop afstand. En dan kies ik positie voor het doel. Vervolgens: één keer raken en goal. Zoals tegen Brugge. Pas ik in Frankrijk, in een atletisch voetbal, waar de ruimte beperkt is en de verdedigers stevig, waar het voetbal technischer is dan hier? Volgens mij wel. Al de problemen na Auxerre zijn er gekomen omdat men andere dingen van mij ging verwachten.”

Toch doet Pieroni ook een beetje aan zelfkritiek. “Er geloofden voldoende mensen in mij, maar nooit lang. Dat kan ook aan mij liggen. Maar Frankrijk en ik, het is in mijn ogen geen negatief verhaal.”

Europees

Hij wil nu vooral speelminuten, uit het dal kruipen. En dan leek een terugkeer naar België beter dan in te gaan op de sirenes van Metz en Bastia, beide in de Franse tweede klasse, of een contract te tekenen bij Famagusta. Dat zag zijn vrouw, vijf maanden zwanger, zeker niet zitten. Pieroni: “Via de play-off willen we hier de Europese kwalificatie afdwingen. Het moet, de groep heeft er de kwaliteiten voor. Wat daarna komt … De nationale ploeg? Ik ben nog altijd beschikbaar.” En net dan passeert Bob Peeters. “Hou je voetjes maar op de grond, jongen.” Pieroni lacht.

door peter t’kint

Frankrijk en ik: dat is geen negatief verhaal.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content