Klaas-Jan Huntelaar, vorig seizoen topschutter in de Nederlandse competitie, wil ook dit seizoen spetteren met een opgesmukt Ajax. De spits, die eerst leek te azen op een buitenlandse transfer, is de nieuwe aanvoerder van de Amsterdamse club.
Maanden aan een stuk gonsden er doorheen Europa in alle hevigheid geruchten over een transfer van Klaas-Jan Huntelaar naar een buitenlandse topclub. Manchester United, Arsenal, Real Madrid, AS Roma; aan welke vereniging is Huntelaar eigenlijk nog niet gelinkt? Anderzijds wil Ajax zijn contract, dat afloopt in 2010, openbreken en verlengen. De gesprekken daarover mogen zijn stilgelegd, trainer Marco van Basten toont zich al weken stellig als de toekomst van zijn topscorer ter sprake komt. “De bal ligt bij Ajax en als beide partijen er geen voordeel bij hebben, zal Klaas-Jan niet vertrekken”, zei Van Basten vorige week nog. “De bal ligt bij ons beiden”, reageert Huntelaar. “Als een van de twee partijen, Ajax en ik, iets niet wil dan gebeurt er gewoon niks. Ik wacht alles rustig af. en ga ervanuit dat ik dit seizoen bij Ajax speel. Het is nog steeds mijn intentie om bij te tekenen en volgens mij denkt Ajax daar hetzelfde over. Het belangrijkste is dat ik een goed gevoel heb bij de afspraken die er dan gemaakt worden.”
De grootste vrees van Ajax is het Wesley Sneijderscenario. Kort nadat de spelmaker wereldkundig had gemaakt in Amsterdam te blijven, tekende hij een droomcontract bij Real Madrid. Het zou de opmaat zijn voor het meest chaotische seizoen van Ajax in het voorbije toch al zo onrustige decennium. Huntelaar blikt terug op het jaar waarin na Sneijder ook trainer Henk ten Cate vertrok, verdediger Jaap Stam plotsklaps stopte, de ene directeur na het andere bestuurslid sneuvelde en Ajax uiteindelijk prijsloos achterbleef. “Het vorige seizoen was het vreemdste dat ik tot nu toe heb meegemaakt. Zo’n beetje alles wat er kan gebeuren, gebeurde ook. Het was geen ideale situatie om te presteren, niet voor het team en niet voor mezelf. Je kunt je er nooit helemaal voor afsluiten. Iedereen om je heen volgt het en begint erover. Dan ben je er tóch mee bezig. Die gekkigheid hoort erbij in het topvoetbal, daar ben ik inmiddels wel achter. Ik moet er soms zelfs wel om lachen, omdat je mechanismen herkent en je jezelf tóch blijft verbazen. Je weet nooit hoelang het rustig blijft. Vorig jaar rond deze tijd was het bij Ajax net zo rustig als nu, er leek niks aan de hand. Als dat over een jaar nog steeds het geval is, hebben we het op dat gebied goed gedaan.”
Wat de meeste impact op het elftal heeft gehad? Huntelaar neemt wat bedenktijd en zegt: “Elk aspect bracht weer onrust met zich mee, in die zin is het eigenlijk nooit rustig geweest vorig seizoen. Het vertrek van Jaap en Henk ten Cate zal de meeste invloed hebben gehad, dat waren mensen met wie je dagelijks op het veld te maken had. Maar het is geen excuus voor het mislopen van het landskampioenschap. Rust en stabiliteit bij de club maken het makkelijker om met z’n allen op één ding, op presteren te focussen. Maar het mag niet doorslaggevend zijn bij een topclub en dat was het ook niet. Op belangrijke momenten kwamen we kwaliteit te kort op mentaal gebied en soms kwamen we ook voetballend te kort. Dáárom zijn we geen kampioen geworden.”
Looplijnen
Een van die momenten was de uitwedstrijd tegen naaste concurrent PSV, met nog vijf wedstrijden te gaan. Ajax verzuimde in Eindhoven de titelstrijd weer open te gooien, speelde doelpuntloos gelijk en verloor een week later met een nederlaag tegen FC Twente het uitzicht op het kampioenschap. Na afloop van de puntendeling met PSV hekelde Huntelaar de behoudende tactiek waarmee interim-trainer Adrie Koster zijn ploeg de tweede helft in stuurde. “We speelden te afwachtend”, vindt Huntelaar nog steeds. “De frustratie daarover, en over de uitslag, kwam er bij mij uit na de wedstrijd. Misschien was ik te gretig bezig met winnen, omdat ik de overtuiging had dat we dan kampioen konden worden. De teleurstelling na afloop was heel groot, maar achteraf gezien hebben we het natuurlijk niet alleen in Eindhoven laten liggen. Ik bedoelde het ook niet als kritiek op Adrie Koster. Ik was het niet met hem eens, maar als een trainer een bepaalde lijn uitstippelt moet je dat zo goed mogelijk proberen uit te voeren. En als we onze kansen hadden benut, had niemand het over de speelwijze gehad. Het blijft jammer. Met een kampioenschap hadden we dat rare seizoen toch nog mooi kunnen afsluiten.”
Wat volgde was een EK waar Huntelaar ook al gemengde gevoelens aan over hield. “Het was mooi om mee te maken, maar niet op de manier waarop ik het had wíllen meemaken. Met alleen erbij zijn kan ik niet tevreden zijn. Ik ben nooit echt tevreden, het kan altijd meer en beter. In Zwitserland kon ik weinig met dat gevoel. Je moet zorgen dat je scherp blijft trainen en presteren. Verder niks. Je moet geduld hebben en wachten op je kans.”
De bondscoach van toen is zijn clubtrainer van nu. Huntelaar: “Ik merk weinig verschil tussen Van Basten als bondscoach en Van Basten als clubcoach. Hij doet zijn trainingen en benadert het voetbal met dezelfde intenties. Mijn ervaring met hem is dat hij van aanvallen houdt en risico’s durft te nemen. Dat is goed. We hebben daar bij Ajax ook de spelersgroep voor. We hebben veel aanvallers, die op gevoel hun acties maken. Het onvoorspelbare van sommigen van hen brengt verschillende dingen met zich mee. Soms sta ik vrij en zien ze het niet. Dat kan gebeuren. En soms word je op een heel onverwacht moment wél vrijgespeeld, op een manier die de tegenstander verrast. Hoe meer je samenspeelt, hoe vaker je elkaar zult vinden. We hebben bepaalde looplijnen voorin, dat is de basis van waaruit we beginnen. De juiste invulling is aan ons. Zoals ik me als spits ook blijf ontwikkelen. Voor mij gaat het om een balans te vinden in meevoetballen en goals scoren. Soms merk ik dat wanneer ik me terug laat zakken om mee te combineren, ik niet snel genoeg diep kan staan om aan het eind van die aanval te staan. Het is een soort spel, waarin je de juiste keuzes moet maken. Het is een kwestie van gevoel, inzicht en ervaring.”
Essentie
In zijn groeiproces kan Huntelaar putten uit de rijke ervaring van hulpkrachten als Frank de Boer en Dennis Bergkamp, die dit seizoen vaak bij trainingen aanwezig zullen zijn. “Dat vind ik erg lekker. Frank was vorig seizoen al erg betrokken en aanwezig, je kunt met hem goed over voetbal praten. Met Dennis heb ik dat nog niet echt kunnen doen, maar met hem wil ik ook zeker spreken, over hoe hij met bepaalde situaties is omgegaan en waarom. Ze zijn van de generatie die we altijd op tv hebben zien voetballen, dat maakt het behalve leerzaam ook heel leuk.”
Van Basten, John van ’t Schip, Rob Witschge, Bergkamp en De Boer spelen voor hem de rol die Huntelaar op zijn beurt binnen de jeugdige spelersgroep vervult. De jonge goalgetter die in december 2005 van SC Heerenveen naar Ajax kwam is in tweeënhalf jaar tijd uitgegroeid tot een dragende speler. Precies zoals Van Basten dat bij zijn meest begenadigde spelers voor ogen heeft. Als bondscoach prikkelde hij enkele jaren geleden Wesley Sneijder, Rafael van der Vaart en John Heitinga met de opmerking dat ze een volgende stap moesten maken. Goed voetballen deden ze al, in de nieuwe fase van hun ontwikkeling moest hun spel het hele elftal beter laten functioneren. Voor zichzelf vindt Huntelaar het lastig in te schatten hoe ver hij in dat proces is. “Ik benader het eigenlijk heel simpel. Ik doe mijn ding zo goed mogelijk en hoop dat het elftal daar baat bij heeft. Voetbal wordt vaak zo moeilijk gemaakt. Eigenlijk is het een simpel spel. Er is van alles te bedenken dat van invloed op het spel zou kunnen zijn, maar ik heb vooral oog voor de essentie van voetbal. En die is niet zo ingewikkeld.”
De bevestiging van zijn nieuwe status binnen Ajax kreeg Huntelaar enkele weken geleden van de nieuwe trainer, Marco van Basten. Die benoemde hem tot aanvoerder. “Ik vind het een hele eer, maar de manier waarop ik het veld inga verandert er niet door”, zegt de spits. “Ik ga mezelf niet opeens geforceerd manifesteren of zo. Met Van Basten en Maarten Stekelenburg (reserve-aanvoerder, nvdr) heb ik gesproken over wat er bij het aanvoerderschap komt kijken. Hij had wat punten opgeschreven, ik heb zelf wat dingen ingebracht. Ikzelf vind het belangrijk te weten wat er in de groep leeft, dat de jongens weten dat ze altijd naar mij toe kunnen komen. Goed communiceren met elkaar dus, zodat de sfeer goed is en daarmee de kans op prestaties toeneemt. Met het voetballende vermogen van de spelers zit het volgens mij wel goed. Er is kwaliteit ingekocht, dat is duidelijk. Maar garanties geeft het niet. Als alle individuele klasse niet tot een hecht team leidt, ben je weinig opgeschoten. Maar het was leuk deze zomer de acties van Ajax op de transfermarkt te volgen. Je wilt in een zo sterk mogelijk team spelen en de manier waarop de club zich manifesteerde op de transfermarkt, gaf me een goed gevoel. De kwaliteiten van de meeste aankopen kende ik al en ook Dario Cvitanich (de Argentijnse Kroaat die bij Banfield werd weggehaald, nvdr) vind ik een goeie speler. Hij heeft kwaliteit aan de bal en kan heel goed koppen voor iemand van zijn lengte. Veel kopkracht en een goeie timing. Om op de vraag terug te komen: dit is inderdaad wel een sterke selectie. Toen ik net bij Ajax was hadden we ook een goeie groep, met Danny Blind als trainer. Ook toen was het binnen de clubleiding onrustig, maar er ontstond een sfeer in de selectie en de technische staf waardoor een goeie reeks werd neergezet. Dat was een bijzondere teamgeest. Nu hebben we denk ik meer kwaliteit in de selectie. Als we met deze groep dezelfde teamgeest kunnen kweken, ziet het er goed uit.”
Over de doelstelling van Ajax komend seizoen heeft Marco van Basten al weinig te raden overgelaten. Amsterdam snakt naar de eerste landstitel sinds 2004, zo merkte de hoofdcoach tijdens zijn eerste werkdagen in de Arena. Huntelaar deelt dat gevoel, maar heeft oog voor de concurrentie. “Maar met alle respect voor de concurrenten, we zullen het zelf moeten doen. Ajax is altijd titelkandidaat. En PSV is voor mij kandidaat nummer één. Zij zijn de te kloppen ploeg, omdat ze al jaren op rij kampioen worden. Het wordt tijd dat daar verandering in komt.” S
door simon zwartkruis
