Van een doelman die zich ooit 100 keer in één seizoen moest omdraaien naar eentje die punten pakt voor zijn ploeg. Mark Volders, keeper van Moeskroen, komt van ver. ‘Mijn carrière begint nu pas.’

Dat Moeskroen sterk aan de competitie begon, dankte het ook aan doelman MarkVolders. Hij stopte in de eerste drie wedstrijden twee strafschoppen. Zoiets brengt onvermijdelijk nogal wat media-aandacht met zich, maar daar kickt de keeper absoluut niet op. “Uw fotograaf vroeg me zopas om een foto te kunnen nemen die aan FabienBarthez, doet denken. Dat slaat toch nergens op. Het is niet omdat ik mijn hoofd kaal geschoren heb, dat ik me met hem wil vergelijken. Straks moet JérémySapina of DaanVanGijseghem me voor de match nog een kus op het hoofd komen geven, zoals LaurentBlanc indertijd altijd deed bij Frankrijk … ( lacht)”

Glamour en glitter zijn aan Volders niet besteed. “Mijn vriendin is best wel knap”, zegt hij. “Ze hebben me ooit gevraagd om samen met haar te poseren. Maar als zij op dat moment niet aanwezig geweest zou zijn, zou het de fotograaf niet eens geïnteresseerd hebben. Dat is toch onzin! Als ik hier een Porsche zou hebben staan op de parking, zou die dan ook op de foto moeten? Ik steek niet weg dat ik het moeilijk heb met al dat gedoe rond het voetbal. Dat is toch de essentie niet … Overigens ben ik heel tevreden met de Renault die ik van de club ter beschikking krijg. Dat volstaat ruimschoots voor mij. Bij Lommel hadden we een Mercedes. Heel leuk en aardig, maar op het einde van de maand kregen we ons loon niet. Dan weet je toch snel wat het belangrijkste is.”

170 kilometer

Dat Volders zijn hoofd kaal schoor, gebeurde overigens op aanraden van zijn vriendin. “Ze had gezien dat ik een beetje over mijn kapsel tobde en in de zomer dat ik bij Moeskroen tekende, zei ze vlak voor we op vakantie vertrokken: ‘Scheer nu maar je haar af, want als je het pas doet als we terug zijn, zit je met een witte schedel boven een gebruind lichaam en dat is geen zicht.'”

Omdat EnzoScifo zijn spelers op maandag meestal vrijaf geeft, begint de werkweek van Mark Volders normaal dinsdagmorgen om 6 u. Dan vertrekt hij vanuit Klein Vorst, vlak bij Tessenderlo, waar hij een huis heeft gekocht, voor een rit van 170 kilometer. “Als ik geluk heb, kan ik op de Brusselse ring net de files vermijden en dan ben ik hier rond 8 uur. Ben ik een uur later, dan zit ook hier het verkeer vast. Maar toch wil ik niet verhuizen. Als ik te vermoeid ben na een dubbele training, gebeurt het wel eens dat ik een nachtje in Moeskroen blijf slapen, maar ik zit dus wel behoorlijk veel in de wagen.” Zijn prestaties lijden er alvast niet onder. Bij het Moeskroen van het seizoensbegin valt hij niet uit de toon. Wat is er volgens hem anders van vorig jaar? “De nieuwkomers zijn bij ons in januari gekomen, zodat we nu enkel Chemce-dineElAraichi, ChristopheLepoint en JayceeOkwunwanne – die afwisselend vooraan speelt met IdirOuali – moesten inpassen. En daarnaast spelen we nu met een team van jongens waarmee je naar de oorlog kan. Onder meer Lepoint en GonzagueVandooren zijn fysiek beresterk. We hebben ook al wel wat geluk gehad.”

Over zijn eigen rol wil hij niet te veel zeggen. “Ik voel me goed, maar dat zal me niet doen zweven. Ook de twee voorgaande jaren heb ik op een degelijk niveau gekeept. Veel is er niet veranderd. Dat belet niet dat ik ook op mijn 31ste nog altijd probeer vooruitgang te boeken. Maar omdat ik toevallig twee strafschoppen stopte, ga ik veel over de tongen. Ik vind het een beetje spijtig dat men dat uitvergroot.” Misschien is het toch niet helemaal toeval. Zei de vroegere doelman FranckyVandendriessche, die nu kee-perstrainer is, immers niet altijd dat hij een trucje had om elfmeters te stoppen? Heeft die misschien dat geheime recept aan Volders doorgegeven? “Pfft … Ik kan alleen zeggen dat het goed klikt met Francky en dat hij me veel goede raad geeft. Onder andere waar ik in de eerste plaats op moet letten. Het is leuk dat die reddingen ons punten hebben opgeleverd, maar ik vind dat andere aspecten van het keepersvak, zoals 90 minuten geconcentreerd blijven en de ballen niet lossen, belangrijker zijn.”

Is het overigens anders werken met Vandendriessche dan met diens voorganger DidierVandenabeele? “Vergeet niet dat Francky zelf zeven jaar met Didier als trainer werkte. Het is normaal dat hij bepaalde zaken overneemt. Ik heb alleszins heel veel aan Didier te danken. Uiteindelijk haalde hij me naar hier toen ik zonder club zat. Terwijl niemand nog in mij geloofde, heeft hij me opnieuw gelanceerd. Dankzij hem speel ik nu nog op het hoogste niveau. Ik ben hem daar heel dankbaar voor. Maar ook van Francky kan ik veel leren. Hij heeft onterecht het imago van een keeper die tijdens zijn carrière nogal eens flaterde. Dat heeft natuurlijk te maken met zijn ene ongelukkige wedstrijd voor de Rode Duivels in Kroatië. Maar hij is heel zijn carrière een sterke doelman geweest. Dat vind ik ook van StijnStijnen. Sommigen willen hem ook alleen maar op bepaalde ongelukkige fasen beoordelen, maar als je het geheel bekijkt, zal de balans positief zijn. Hij is heel sterk in een-tegen-eensituaties. Ook in de wedstrijd tegen Estland heeft hij dat nog laten zien. Ik vind Stijn een toffe gast en ik heb hem dat ook al gezegd. In tegenstelling tot wat sommigen over hem beweren, is hij erg sober. Hij houdt beide voeten op de grond. We hebben trouwens een beetje dezelfde stijl, vind ik. We kunnen goed omgaan met druk. Het verschil is natuurlijk dat hij Rode Duivel is en bij een topper als Club Brugge speelt, en ik niet. Maar dat betekent geenszins dat ik jaloers ben.”

Jean-Marie Pfaff

Dat Volders nog nooit genomineerd werd bij de drie kandidaten voor de verkiezing van Doelman van het Jaar, stoort hem niet. “Het zijn de spelers die dat bepalen, en kennelijk zijn mijn prestaties nog niet goed genoeg. Maar als ik hard blijf werken en als Moeskroen een goed seizoen speelt, komt het misschien nog.”

Voelt hij zich wel eens onderschat? “Die vraag stel ik me niet. Het belangrijkste is dat de club en vooral mijn keeperstrainer tevreden over me zijn. Momenteel is dat alvast het geval. En ik krijg toch ook erkenning van buitenaf, want laatst stond ik als doelman in de ‘Gouden Elf’ van JeanMariePfaff in Het Laatste Nieuws. ‘Het is geen doelman van wereldklasse, maar hij weet wat hij kan en niet kan’, stond er als commentaar bij. Dat doet toch ook wel plezier.” Wat zijn dan de zaken die hij niet echt kan. “Ho, ik denk dat ik eigenlijk niet echt zwakke punten heb, maar ook geen echt sterke. Ik ben op alle vlakken regelmatig, maar zou ook op alle vlakken nog vooruitgang kunnen boeken.” Had er misschien meer in gezeten als hij bij een grote club was geraakt? “Na mijn sterke jaar bij Beveren werd ik gevolgd door Nederlandse subtoppers als FC Utrecht. Ik koos naderhand echter uit eigen beweging voor het bescheiden RBC Roosendaal, want na acht maanden zonder voetbal en een seizoen waarin ik bij Beveren de nummer twee was achter BoubacarCopa, wilde ik absoluut spelen. Het draaide echter uit op een nachtmerrie, want we kregen elke week een karrenvracht doelpunten tegen. Alles wat ik bij Beveren had opgebouwd, stortte als een kaartenhuisje ineen. Maar men kon me niet veel verwijten, want de verdediging was een zeef. Tegen Ajax en AZ, twee teams die veel sterker waren, wilden we absoluut een 1-0-achterstand ophalen. We vielen massaal aan, waardoor er achteraan hele boulevards open lagen. Het werd 6-0 en 7-0. Op het einde van het seizoen hadden we slechts een handjevol punten en bijna 100 tegengoals. Ga dat als doelman maar eens uitleggen als je op zoek bent naar een andere club … Ik heb dus twee maanden zonder club gezeten en toen bracht Moeskroen redding.”

Anderlecht

Afgelopen zomer leek een overstap naar een topclub nochtans even in de maak, want Heerenveen en Anderlecht toonden belangstelling. “Met de Nederlanders had ik geen rechtstreeks contact, maar van betrouwbare personen heb ik vernomen dat ze inderdaad interesse hadden, maar dat hun voorkeur uitging naar KennySteppe. Met Anderlecht was het een ander verhaal. Iemand die naar ik vermoed manager van SilvioProto is, stelde me voor tweede keeper te worden bij paars-wit, maar ik vond het vreemd dat dit voorstel niet van de club zelf kwam. Ik had snel in de gaten dat het vooral de bedoeling was Silvio ergens te stallen waar hij zeker zou spelen. Ik heb het aanbod dan ook geweigerd. Bij Anderlecht had ik trouwens ook nummer drie kunnen zijn, want ook DavySchollen is niet de eerste de beste. Indien Sporting me zelf een voorstel voor vijf jaar zou hebben gedaan, zou ik er misschien wel over nagedacht hebben.” Wat wil hij op zijn 31ste eigenlijk nog realiseren? “Ik heb geen precieze doelstellingen, maar 31 jaar is niet oud voor een doelman. Ik kan nog zes of zeven jaar mee. Ik wil me niet met OliverKahn of JensLehmann vergelijken, maar die bereikten ook hun hoogste niveau toen ze al in de 30 waren. Ik heb eigenlijk het gevoel dat mijn carrière nu nog maar echt goed vertrokken is en dat ik bij Moeskroen in een positieve spiraal zit. Eerder had ik vaak heel wat pech. Het faillissement van Lommel was een harde klap, maar ik had het geluk dat ik nog bij Beveren terechtkon. Dat RBC Roosendaal het zo slecht zou doen, kon ik op voorhand niet weten want met jongens als TimSmolders, PaulKpaka, SidneyLammens, AkramRoumani en AliElKhattabi zaten daar ook sterke spelers. Maar uiteindelijk zit ik nu goed en ik hoop nog lang in de eerste klasse mee te draaien.”

door daniel devos – beeld: jonas hamers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content