Op weg naar de titel kende Club een paar mindere, maar weinig zwakke momenten. Timmy Simons blikt terug op een sterk jaar.

Augustus (10 op 12)

Club start de competitie in mineur, met een 1-1 gelijkspel op Beveren. Denk je dan : dit wordt niets ?

Timmy Simons : “Absoluut niet. Omdat we een heel goede voorbereiding afwerkten. Daar voelde ik dat het goed zat, aan de scherpte en de manier van trainen. Er was honger naar prijzen. Op Beveren was het extreem warm, té warm voor ons, terwijl dat voor de spelers van Beveren geen verschil maakt. Maakten we voorheen een slechte voorbereiding mee, dan sluipt er misschien wat twijfel binnen, maar nu niet.”

Kan je al na de voorbereiding voorspellen wat het wordt ?

“Ja. Wat je dan nog niet kan inschatten, is de sterkte van de tegenstanders. Wel waar je zelf staat. Het verschil qua beleving en intensiteit met vorig seizoen was vrij groot. Misschien sloop dat er onbewust in, na het behalen van de titel.”

Oei ! Dat wordt volgend jaar niets.

“Vorig jaar sukkelden we van bij de start met blessures, nu was, op Olivier De Cock na, iedereen fit. De grote concurrentie verplicht je ook scherp te zijn. Dit jaar merkten we nadrukkelijk dat Sollied de besten laat spelen : zelfs Peter Van der Heyden en Hans Cornelis. Hij kon ook kiezen voor spelers wiens toekomst bij Club ligt, maar dat doet hij niet. Hij kiest voor de beste elf. Of beter : voor de elf die het best samen passen. Dat is wel straf bij een topclub. In zijn eerste seizoen al speelde Sven Vermant, die eind contract was en getekend had voor Schalke, toch tot het einde. Trond heeft een visie. Daar wijkt hij zelden van af. Daardoor straalt hij rust en vertrouwen uit naar de spelers.”

Na Beveren winnen jullie met 5-0 van Gent. Was dat al een waardemeter ?

“Voor mij wel, want ik had Gent getipt voor een Europese plaats.”

Europees vliegen jullie uit de Champions League tegen Donetsk, maar drie dagen later win je van Lierse.

“Gewoonlijk reageert Club sterk na een opdoffer. Als je drie dagen na een klap al de kans krijgt om iets recht te zetten, is dat makkelijk. Dan is er geen tijd om te tobben, je moet meteen weer scherp zijn. Maar zo’n Europese uitschakeling wis je niet uit met een zege tegen Lierse. Dat zindert een paar weken na. Bij Club moet niemand ons dat nog eens zeggen. Wij beseffen zelf wat zo’n uitschakeling inhoudt. Ook voor ons is het belangrijk om elk jaar Europees te spelen. Bij Club krijg je daar jaarlijks de kans toe, daarom zit je hier als speler goed.

“De trainer staat nooit lang stil bij een tegenslag : drie dagen later is er wéér een belangrijke wedstrijd, prentte hij ons goed in. Ons Europees ticket voor volgend seizoen verdienen we dit jaar. Laten we ons na een tegenslag gaan, dan hypothekeren we daar al ons ticket voor de Champions League van volgend jaar. Overigens zijn we op ons best als we om de drie, vier dagen met inzet voetballen. Dat ritme ligt ons wel. Voor zulke wedstrijden leef je, een wereld van verschil is dat met een gewone trainingsweek en één matchke. Club zou een ideale ploeg zijn om in Engeland mee te draaien. In dat ritme vliegen de maanden voorbij. Voor je het beseft, is het nieuwjaar.”

Hoe kijk je nu op die uitschakeling tegen Donetsk terug ?

“Op dat moment vond ik ze sterker, maar het had anders kunnen lopen : in voetbal kan je tegen een tegenstander die beter of sterker is toch een goed resultaat neerzetten. Ginder hebben we het weggegeven, maar ik vind dat zij over de twee wedstrijden de betere waren. Als je thuis geen controle krijgt over een tegenstander, moet je daarmee kunnen leven.”

Europees speel je vaak achterin, in de competitie centraal.

“In de competitie heb je negen wedstrijden op tien in handen, daar komen we heel weinig onder druk. Europees moet je in alle linies top zijn. In wedstrijden waar de verdediging onder druk komt, kiest Sollied nog wel eens voor mij. Onder druk ga ik niet anders spelen. Ik maak ook fouten, maar ik begin niet te twijfelen.”

September (9 op 9)

In de competitie winnen jullie op Char-leroi, tegen Cercle en op Brussels. Spelen kleinere clubs in het begin van de competitie meer open of sta je ook dan al voor een muur ?

“Bij sommige ploegen zit het erin gebakken, ongeacht wie er trainer is. Charleroi is er zo één. Alleen Oostende probeerde hier mee te voetballen, met drie spitsen. Ze kregen er wél zeven binnen. Wie hier komt meevoetballen, heeft kans om iets te rapen, maar ze kunnen evengoed een pandoering krijgen.”

Wie kwam dit jaar op Brugge meevoetballen ?

( Denkt na.) “Alleen KV Oostende, die kwamen hier met drie spitsen. Standard in de eerste helft ook, Genk totaal niet : Koen Daerden was diepste spits. Kpaka liep negentig minuten achter Van der Heyden aan, als rechtsback. Engelaar kwam niet uit de middencirkel. Genk en Charleroi zijn dan nog ploegen die meedingen voor Europees voetbal. Als zij zich zo al instellen, kan je die andere ploegen niets verwijten.”

Wie bracht jullie dit seizoen in de problemen ?

“Charleroi verraste ons als enige, door met twee spitsen aan de buitenkant onze backs vast te zetten. Voor het overige worden wij zelden verrast. Dat komt omdat iedereen zich aanpast aan ons. Een ploeg die elke week 4-4-2 speelt, komt bij ons met één spits.”

Op Brussels scoort Balaban vier keer, intussen is Rune Lange topschutter.

“Bosko is een echte killer. Als Bosko in de zestien komt in een positie waarin hij naar doel kan trappen, zit die bal negen keer op tien binnen het kader. Valt hij niet geblesseerd uit, maakt hij tussen twintig en vijfentwintig goals. Hij kan een actie maken en heeft een ferm schot. Rune staat altijd op de goeie plaats. Hoe moeilijker de kans, hoe makkelijker hij ze maakt. Eén tegen één met de keeper gaan de meeste binnen. Een koele Noor, hé.”

Balaban is geen man van de combinatie, hij wil zelf scoren.

“Soms heb je iemand nodig die een actie maakt. De goal op Moeskroen is zo’n voorbeeld. De meeste anderen zouden die bal afgelegd hebben, hij draait en schiet. Zijn rendement zou omhoog kunnen als hij op sommige momenten simpeler zou voetballen. Het ligt niet in zijn karakter, hij speelt op zijn instinct, maar hij zou veel krachten sparen. Wij kunnen het hem alleen aanreiken.”

Europees plaatsen jullie je voor de poules van de Uefacup. Wat is het verschil tussen de Uefacup nieuwe formule en de Cham-pions League ?

“De uitstraling. Ik sla zelf ook sneller een avondje voetbal over als het om de Uefabeker gaat, maar als er gespeeld wordt voor de Champions League, zit ik voor de buis.”

Oktober (10 op 12)

Thuis konden jullie geen afstand nemen van Genk ?

“Een moeilijke avond was dat. Hun aanpak loonde, maar als je de intentie hebt om Europees voetbal te halen, zou ik ook tegen Club of Anderlecht van mijn eigen sterkte uitgaan, in plaats van me helemaal aan te passen. In de terugwedstrijd toonden ze dat ze genoeg aanvallend talent hebben. Ginder waren we niet kapot van de nederlaag, omdat we wisten dat we meer verdiend hadden.”

Op Standard winnen jullie met 1-4, maar op Dnjepropetrovsk verliezen jullie.

“Dat was de Europese wedstrijd die we hadden moeten en kunnen winnen. We waren er de betere ploeg, al na een kwartier voelden we dat er meer in zat dan een punt. Die voorsprong mochten we nooit uit handen geven. De trainer kan je niets verwijten, we verloren door individuele fouten.”

November (9 op 9)

In november laten jullie geen steek vallen. Iedereen wéét toch hoe Club speelt ?

“Maar in de praktijk blijken we toch moeilijk tegen te houden. Velen denken dat ze ons kennen, maar onze automatismen kennen ze niet. Als ik sommige analisten ons systeem hoor ontleden, stel ik vast dat ze het toch niet goed zien. We hebben een aantal varianten die we kunnen toepassen naargelang van de tegenstander. Af en toe verrassen we hem. Door risico te nemen, achterin man op man te spelen en bepaalde looplijnen te veranderen.”

Hoe vaak gebeurt het dat jullie het zelf ook niet meer weten op het veld ?

“Steeds minder, omdat we met deze groep en deze trainer alle situaties al eens meemaakten. Maar soms gebeurt het dat we niet meer weten hoe een muur te slopen, als we geen kansen creëren.”

Wat moet je dan doen ?

“Dikwijls gaan teams na een uur door de knieën. Het eerste uur kunnen ze alles nog belopen en gaten dichten, daarna vallen ze uit elkaar. Dan komt er meer ruimte, wordt de dekking minder scherp. Vaak gebeurt dat zonder dat wij een tandje bijsteken, vallen ze vanzelf stil. Af en toe moeten wij het tempo opdrijven, alles of niets spelen.”

Wanneer moest Club zelf extra gas geven ?

“Thuis tegen Lierse. Toen gingen we achterin man op man spelen en stuurden we de luchtmacht naar voren, met vier spelers voorin. Oorlog maak je als je er met combinatievoetbal niet doorheen raakt.”

Jullie kunnen dat.

“Dat is eigen aan Club dat hier zo veel zelfdiscipline is. Ik trek niet als enige de kar, hoor. Qua mentaliteit en discipline zit het bij Club zeer goed. Ook van Philippe Clement en Gert Verheyen kunnen de jonge spelers nog veel leren. Een aantal pikt dat op. Bart Vlae-minck bijvoorbeeld. Bij Club is de concurrentie moordend, we maakten het al vaak mee dat getalenteerde jongeren niet doorbreken om die reden. Omdat het hen te lang duurt of omdat ze die stap naar de top net niet aankunnen.”

December (6 op 9)

De muur van Bergen wordt al na twintig minuten gesloopt, waardoor Club met veel vertrouwen naar Anderlecht afreist. Maar in Brussel verliezen jullie voor het eerst in 32 matchen.

“Bergen was hetzelfde verhaal als GBA : voor je het veld opstapt, weet je dat je eerst oorlog moet maken voor je aan voetballen kan denken. Wij houden mekaar wel scherp : als er één tussen loopt die denkt dat het wel vanzelf gaat, pakken we die wel aan. Je kan beter op het ergste voorbereid zijn en hopen dat het losloopt.”

Waren jullie met die makkelijke zege tegen Bergen in slaap gesust voor An- derlecht ?

“Nee. Het zat ook in die match lang goed : maakt Yves Vanderhaeghe die wereldgoal niet, dan komen ze nooit terug. Tot die goal was er niet veel aan de hand.”

Hadden jullie niet voor die tweede goal moeten gaan ?

“In zo’n topwedstrijd moet 1-0 volstaan, moet je niet op zoek naar een tweede goal. Wat ons overkwam, bracht ons niet van de kaart. We speelden daar zeker niet onze slechtste helft van het seizoen.”

In diezelfde week worden jullie Europees uitgeschakeld na een gelijkspel tegen Zaragoza.

“Een punt was een goede uitslag. Meer zat daar niet in. Op dat moment is de ontgoocheling groot, maar er restten ons nog twee doelen. Dan moet je meteen daarop focussen, anders krijg je een bijkomende klap.”

Jullie reageerden goed : 5-1 tegen STVV.

“Onze verdienste is dat we ons na een opdoffer meteen herpakken. Dat een tegenslag niet escaleert in een crisis is onze verdienste.”

Januari (9 op 9)

Na de winterstop schiet Club goed uit de startblokken tegen Beveren, op Gent en in Oostende. De kloof met Anderlecht vergroot.

“De verklaring ligt in de voorbereiding. We werkten opnieuw een heel goede stage af, waar we goed, intens en veel konden trainen. Ooit regenden we op een winterstage helemaal uit, de helft van de tijd konden we niet deftig trainen. Dan weet je bij je terugkeer niet waar je staat. Nu wisten we dat we klaar waren voor de titelstrijd.”

Tegen Oostende mag Clement nog eens meedoen, hij scoort drie keer, maar vliegt weer uit de ploeg. Gebeurt dat bij An- derlecht, dan staat het kot in brand. Bij jullie moet Clement een taartje betalen.

“Zo hebben wij er ook iets aan. Je moet daar niet meer woorden aan vuil maken dan nodig. Bij Anderlecht wordt het incident met Jestrovic op training ook niet uitvergroot. Als je meteen fikse boetes geeft, escaleert het. Als je dertig ploegmaats hebt, schiet je niet met iedereen even goed op, maar je moet je meningsverschillen niet uitvechten in de pers.”

Februari (7 op 9)

Februari is : winst op Lierse, een gelijkspel tegen Charleroi, een moeizame zege op Cercle.

“Het veld was tot kort voor nieuwjaar nog goed te bespelen. Nadien minder, maar de laatste maand is er door het stadspersoneel van Brugge hard aan gewerkt. Nu is het weer plezant voetballen. Als je geen drie tijden nodig hebt om een bal te controleren, kan je snelheid en tempo brengen. Kunnen we dat op een slecht veld niet, dan proberen we meteen het spel te verleggen naar de helft van de tegenstander, eens uittesten hoe sterk ze zijn. Want combineren vanaf onze eigen helft heeft dan toch geen zin.”

Maart (4 op 9)

Na de makkelijke zege tegen Brussels verliezen jullie op Genk en spelen jullie gelijk tegen Lokeren. Hoe veel onrust sloop er op dat moment binnen ?

“Geen. In Genk verdienden we beter dan een nederlaag, Lokeren was hetzelfde verhaal als Charleroi. Terwijl ze toch een aantal goede voetballers hebben : Kristinsson, Tailson, Pinto. Ze passen zich iets te snel aan, vind ik. Maar van twijfel was geen sprake. Ik zie alle spelers elke dag. Wordt er in die periode laks getraind, dan kan er twijfel komen, maar nu werd er elke dag scherp getraind. Het is niet omdat je een minder resultaat haalt dat je in een vormcrisis zit, zoals geschreven werd. Wie dat schrijft, baseert zich alleen op de resultaten. Wie af en toe de training volgde, wist dat er van vormcrisis geen sprake was. We vroegen ons af of de pers misschien liever Anderlecht kampioen zag worden. Uit sympathie voor de underdog.”

De volgende wedstrijd winnen jullie tegen het B-team van La Louvière.

“Vooraf waren we extra op onze hoede, we wisten dat het heel moeilijk zou worden tegen die jonge spelers. Als je op die leeftijd tegen Brugge of Anderlecht mag spelen, overtref je jezelf.”

Uit bij La Louvière debuteerde Klukowski. Wordt dat een goeie vervanger voor Peter Van der Heyden ?

“Om Peter te vervangen moet je sterk zijn, maar als Michael het vertrouwen krijgt, gaat die dezelfde weg op. Hij heeft zich perfect aangepast. Andere jongens, vaak buitenlanders, hebben het daar het eerste jaar moeilijk mee. Nastja Ceh geeft dat zelf toe.”

April (10 op 12)

Na La Louvière spelen jullie gelijk tegen Standard, dat jullie in Luik nog makkelijk klopten.

“Vinden ze een paar maanden vroeger die samenhang, spelen ze mee voor de titel, maar in de eindafrekening kom je tekort wat je de eerste maanden laat liggen. In de heenmatch speelden de linies op zich, het was geen geheel.”

Tegen GBA reageren jullie scherp nadat Anderlecht de avond tevoren Standard klopte. Ruud Gullit zat daar voor jou in de tribune.

“Wie er voor mij in de tribune zit, maakt niet uit, ik ben dat gewend. Op Westerlo kwam Mark Wotte namens Feyenoord kijken.”

Wanneer wisten jullie dat de titel binnen was ?

“Toen Anderlecht half april punten liet liggen op La Louvière.”

Op Moeskroen houdt Butina jullie niet voor het eerst recht.

“Cercle was ook zo’n wedstrijd. Butina heeft veel te danken aan het EK, daar kreeg hij een opstoot aan zelfvertrouwen. Bovendien speelde hij vorig jaar onder druk omdat Dany Verlinden er nog was. Sommige spelers hebben concurrentie nodig om het beste van zichzelf te geven, anderen kwijnen dan net weg. De trainer weet wie bij welke categorie hoort, maar ik noem geen namen.”

Mei : kampioen

Opvallend : jullie kenden niet de terugval die er de vorige jaren onder Sollied wel kwam.

“We zijn rijper geworden. Wat ik al zei : op belangrijke momenten konden we na elke tegenslag meteen reageren.”

Als er al irritatie was na vier jaar Sollied, viel daar op het veld niets van te merken. Kunnen jullie dat zo goed verbergen of zijn die verhalen overtrokken ?

“Beide. Het is onze plicht om voor mekaar te spelen, om niet te veel aandacht te besteden aan randverschijnselen. Zelfs als het op zou zijn tussen trainer en bepaalde spelers, moet je nog voor jezelf spelen. Wie een trainer een hak wil zetten, zet zichzelf ook een hak.”

Nooit gedacht dat Trond tijdens het seizoen zou gaan ?

“Als hij zegt dat hij tijdens het seizoen zijn spelers niet in de steek laat, geloven we hem. Trond is recht door zee. Na vier jaar weet je wat je van iemand mag geloven.”

Moet een trainer niet af en toe zijn spelers verrassen ?

“Dat blijft niet duren. Als je te veel van je visie of je lijn afwijkt, verlies je je geloofwaardigheid. Beter is aan je visie vast te houden, ook al ben je wel eens verkeerd. Zo’n standvastigheid dwingt op zijn minst respect af. Er staat iets waar je altijd op kan terugvallen. Liever dat dan om de twee weken van aanpak veranderen omdat Jan of Piet iets anders zeggen.”

Welke waren de sleutelmomenten die belangrijk waren voor het behalen van de titel ?

“De kiem voor de titel legden we in de twee voorbereidingen, voor het seizoen en tijdens de winterstop.”

door Geert Foutré

‘Alleen Oostende probeerde hier mee te voetballen, met drie spitsen. Ze kregen er wél zeven binnen.’

‘Als Sollied zegt dat hij tijdens het seizoen zijn spelers niet in de steek laat, geloven we hem.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content