Het Belgische voetbal heeft een imagoprobleem, zegt Alain Courtois, en daar wil hij iets aan doen. “Er moet iets gebeuren. Ik heb altijd gezegd dat ik ter beschikking sta van de profclubs.”
Courtois stapte na zijn vertrek bij Anderlecht in 2002 in de politiek. Namens de Franstalige liberalen (MR) zetelt hij in de senaat. Het klopt, zegt hij, dat hij al contacten had met voorzitters van clubs, onder meer met Jos Vaessen (RC Genk) en Herman Wijnants (Westerlo). De steun van Club Brugge heeft hij, wegens zijn gezamenlijke verleden met Michel D’Hooghe aan het hoofd van de KBVB, maar niet die van Anderlecht (met de ambitieuze Roger Vanden Stock) en Standard. “Ik wil alle voorzitters van de eerste klasse ontmoeten. Om een beetje te voelen wat de tendensen zijn, wat de problemen, hoe hun onderlinge relaties zijn en hoe die met de overheden en de bedrijfswereld. Dat is belangrijk, want er is een tekort aan middelen en een aantal dingen gebeuren daardoor niet. Momenteel lopen de onderhandelingen over de tv-contracten. Ik dacht dat ik dat dossier toch een beetje ken.”
De politiek is een aflopend verhaal. Als het statuut van de sportbeoefenaar, het fiscaal statuut van de profsporter en de positie van de vrijwilliger helemaal op de politieke rails staan, “kan ik eventueel afscheid nemen in juli”, aldus Courtois. Gezegd wordt dat hij op een plaats in het Uitvoerend Comité aast (eventueel via de provincie Luik, dat de vierde ondervoorzitter levert aan de bond, die echter moet aftreden wegens de leeftijdsgrens van 75 jaar), om vandaar de sprong naar de voorzittersstoel van Jan Peeters te maken. “Dat is úw visie”, lacht hij. “Ik heb absoluut geen planning. Nee, ik kan u geruststellen. Het imago van het Belgische voetbal wordt bepaald door een goede eerste klasse – door de profliga dus. Als zij iemand willen, op het goede moment en met respect voor iedereen, als Jean-Marie Philips andere oorden opzoekt bijvoorbeeld, dan sta ik eventueel ter beschikking. Ik denk dat Jan nog een jaar in functie zal blijven als bondsvoorzitter. Trouwens, dat gaat om totaal iets anders. Er moet daar een revolutie komen, onder meer een echte scheiding tussen profs en amateurs.”
Een definitief vertrek van Philips naar de nieuwe Europese liga van profclubs lijkt niet meer aan de orde. Philips werd vorige week verkozen in het vijfkoppige directiecomité, maar alleen de functie van algemeen directeur is onverenigbaar met zijn taken in België. “En daarvoor ben ik géén kandidaat.” Overigens werd de oprichtingsakte niét getekend wegens verzet van Fifa en Uefa. Philips : “We wachten nu het uitvoerend comité van de Uefa op 29 april af.”
(JH)
