Anderlecht en Frank Vercauteren (48) zijn er, op wat boekhoudkundige finesses na, uit : de voormalige assistent-trainer tekent een contract waarmee hij na dit seizoen nog twee jaar hoofdtrainer blijft, met optie op een derde jaar. Tegelijk wordt vastgelegd dat hij daarna technisch directeur wordt. Over wie hem opvolgt, zal hij mee beslissen. De contracten van de assistenten Glen De Boeck en Daniël Renders worden verbonden aan zijn hoofdtrainerschap. “We zijn overeengekomen dat we samen zullen evolueren en evalueren”, aldus Vercauteren. “Duurt het zes maanden : oké. Duurt het vijf jaar : ook oké. Ik denk dat de club zich stilaan bewust is dat ze een profiel moet tekenen van de trainer die ze wil. En dat ze die man ook moet volgen en screenen, net zoals wij dat doen met een speler.”

Waarom vind je het moment gekomen om hoofdtrainer te blijven en niet terug te keren naar je schaduwrol van assistent ?

Frank Vercauteren : “Omdat die vraag kwam van de club. Eerst een tijdelijke vraag, tot het einde van het seizoen, waarop ik ben ingegaan omdat er weinig alternatieven waren. En dan de vraag om hoofdtrainer te blíjven. Ik heb hen daarop een aantal vragen gesteld naar de middellange termijn, want dat bleef mijn uitgangspunt. De club heeft mij dan gevraagd om na het hoofdtrainerschap een andere functie op te nemen, opnieuw in de schaduw. Ik denk dat ik moeilijk nog kon terugkeren als hulptrainer. Door de reorganisatie die de club wil doorvoeren, met Glen De Boeck en Pär Zetterberg, moest er een aantal verschuivingen gebeuren. Ook voor mezelf zou het misschien moeilijk zijn geweest : in mijn manier van overkomen naar de spelers, in het nemen van beslissingen ook.”

Wat als je tijdens het seizoen niet verder kunt, door slechte resultaten of problemen met spelers : zal je dan zomaar kunnen ‘promoveren’ naar het technisch-directeurschap ?

“Waarom niet ? Trouwens, het ís geen promotie ( lacht). Ook geen degradatie, maar ik zie het alleszins niet als een promotie. Het is weer in de schaduw gaan werken, werken aan de langetermijnvisie. Als het mislukt, zou dat ook aan een of andere opportuniteit kunnen liggen : een trainer die vrij is, bijvoorbeeld. Waarom zouden we die beslissing dan niet nemen ? Ik zie dus geen enkel probleem. Het uitgangspunt nu is de korte termijn en de resultaten, maar ik blijf iemand met de middellange termijn in het achterhoofd.”

Zolang jij hoofdtrainer bent, wordt de functie van technisch directeur niet ingevuld. Is dat goed ?

“Dat is uitgepraat : normaal gezien wordt die functie inderdaad niet ingevuld. Tenzij er iets gebeurt, maar dat denk ik niet. Ik blijf bezig met de visie van de club, met de werking naar volgend jaar. Dat betekent dat ik eigenlijk al een stuk van die job invul. Die lijn trek ik dus gewoon door. Ik deed al langer meer dan alleen hulptrainer zijn of hoofdtrainer van de reserven.”

Velen hadden verwacht dat eens jij de smaak van het hoofdtrainerschap te pakken had, je vroeg of laat wel in Frankrijk aan de slag zou gaan. Nu beslis je om er straks weer uit te stappen.

“Daar zijn extrasportieve redenen voor. Het hoofdtrainerschap interesseerde mij vroeger al niet, ik zie niet in waarom het nu mijn prioriteit zou worden. Zolang de kindjes klein zijn, zie ik mij helemaal niet als een avonturier naar het buitenland vertrekken. Dat betekent nog zes, zeven jaar, de tijd dat zij mij thuis nodig zullen hebben, tot ze hun plan kunnen trekken. Maar zeg nooit nooit.”

Dus : toch ooit het buitenland ?

“Dat weet ik niet. Het is niet mijn intentie nu, ik kijk niet zover vooruit. Ik bedoel alleen : over zes, zeven jaar zal ik vrijer zijn om zo’n beslissing te nemen, samen met mijn partner. Ik hou van Frankrijk, ik zou kunnen werken in Italië, maar ik ga dat niet uitbazuinen : het interesseert me niet op dit moment. Mijn bedoeling is om in deze club te blijven, maar over drie jaar kan het hier helemaal anders zijn. Gaan de zaken hun normale gang, dan wil ik hier nog tien jaar werken, maar ik heb dat niet in de hand. Wat als er morgen andere bazen komen ? Andere beslissingen, contract opgezegd : daar moet je rekening mee houden, niet alleen in het voetbal, maar in elk bedrijf. Dus moet je nooit nooit zeggen.”

Jan Hauspie

‘Ik hou van Frankrijk, ik zou kunnen werken in Italië, maar het interesseert me niet op dit moment.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content