Zondagavond speelde Gert Verheyen zijn laatste Brugse derby en over twee speeldagen zit zijn carrière als voetballer erop. Dan wordt Clubs nestor beloftetrainer.

Met welk gevoel voetbal je deze laatste wedstrijden ?

Gert Verheyen : “Van de ene kant weet je dat het snel gedaan zal zijn, maar van de andere kant ben je nog aan het spelen voor Europees voetbal. Dat slorpt zoveel energie op dat je ideeën vooral daar naartoe gaan en het moeilijk is om te beseffen dat het over twee weken gedaan is.”

Beleef je er nog plezier aan ?

“Ik heb het altijd moeilijk gevonden om aan wedstrijden op zich plezier te beleven omdat er altijd druk en zenuwen mee gemoeid zijn. Maar ik kan wel genieten van het voetballer-zijn en de training tijdens de week.”

Dit was niet het mooiste seizoen van Club Brugge. Geen spijt dat je er dan toch niet eerder mee gestopt bent ?

“Euh, neen ( lacht). Het is natuurlijk een moeilijk jaar geweest, maar ik heb het een seizoen na een landstitel nooit anders geweten. Europees hebben we toch wel een goede campagne gekend en dat onthou ik ook. Verder weet je dat je het niet op bestelling krijgt. Het vorige was een mooi seizoen geweest, dus ik had toen ook wel al gedacht dat dit minder kon zijn, maar ik wist : dát pakken ze mij toch al niet meer af.”

Hoe groot is de cultuurschok om na Jan Ceulemans onder Emilio Ferrera te werken ?

“In mijn ogen gaat het in de eerste plaats nog altijd over de kwaliteit van de spelersgroep en inzet. Maar ik denk ook dat er goed gewerkt wordt, dat is duidelijk. Op professioneel vlak en qua voor je job leven wordt er nu meer geëist van de spelers en dat is nodig. We zitten met een groep waarvoor je heel veeleisend moet zijn en dat is op dit moment zo. Er worden meer uren geklopt, dat vooral – en dan heb ik het niet over harder of meer trainen. We zijn vooral meer op de club : trainen, videoanalyses, ’s morgens vroeg al aanwezig zijn voor een wedstrijd van ’s avonds. Het is ook geen kwestie van beter of slechter, hoor, want ik weet na al die jaren dat je nooit kan zeggen : dit is dé manier. Ik heb met alle trainers succes én mindere periodes gekend, dus uiteindelijk weet ik het zelf ook niet wat nu de ideale manier is. Maar degenen die geen inzet wilden tonen onder de vorige trainer doen het nu wel, dat is typisch, zo gebeurt het altijd. Erg eigenlijk, dat je een trainer nodig hebt om je te motiveren.”

Ceulemans vond binnen een 4-3-3 nooit het ideale concept. Zal Ferrera daar door resoluut voor een 4-4-2 te gaan sneller toe komen ?

“Door geblesseerden was de kans om twee keer dezelfde ploeg op te stellen gewoon heel klein, plus heb je de neiging om te veranderen als het niet goed draait. Je kon nooit zeggen dat we over een langere periode goed speelden en dat kunnen we na die paar wedstrijden onder Ferrera natuurlijk ook nog niet, want laten we eerlijk zijn : op La Louvière was het niet goed. Maar hij kiest voor 4-4-2 en zal daar, als we slecht spelen, ook niet van af stappen.”

Past die veldbezetting beter bij de groep ?

“Na Sollied kwamen we moeilijk los van die 4-3-3. We hadden de spitsen om met twee voorin te spelen en de middenvelders voor een driehoek in het midden. Dus dan moet je gaan kiezen. Nu is er voor twee spitsen gekozen.”

Waardoor Englebert op de voor hem ongewone flank staat.

“Dat is dan het gevolg, maar hij kan het wel, hoor. Het is dikwijls de wil en de overtuiging bij de speler die er moet zijn om in een andere positie te gaan spelen.”

Ferrera is wat afstandelijker. Is dat tegenover jou anders omdat je straks beloftetrainer wordt ?

“We hebben toch al redelijk wat gesproken ( lacht), maar ik vind hem eigenlijk ten opzichte van de groep ook niet afstandelijk, hoor. Hij heeft alleen dat imago opgespeld gekregen.”

Speelt je afscheidswedstrijd al door je hoofd ?

“Eigenlijk niet, neen. Ik hoop alleen dat we dan al zeker zijn van de derde plaats, dat is mijn enige wens. Dan zal ik er misschien meer van kunnen genieten.”

RAOUL DE GROOTE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content