Na een jaar degradatievoetbal en interne onrust verrast FC Brussels met winst in Beveren, gelijke spelen tegen Brugge en Charleroi en een tiende plaats. Uitblinker is de 22-jarige Braziliaan Igor De Camargo, die in januari overkwam van Genk. In de tweede seizoenshelft lukte hij vijf goals in dertien matchen, dit jaar staat na vier speeldagen de teller al op drie.

In hoeverre zit de komst van Albert Cartier daar voor iets tussen ?

Igor De Camargo :Albert Cartier is zonder enige twijfel onze beste transfer. Hij zorgde voor een soort psychologische déclic. Iedereen is ongelooflijk gemotiveerd, hetgeen vorig jaar helemaal niet het geval was. Ik voel me op dit ogenblik heel goed bij Brussels. Cartier heeft erg veel vertrouwen in mij. Mijn huidige prestaties zijn daar voor een groot deel aan toe te schrijven. Op het veld ben ik rustiger, ik voel de zaken meer aan dan vroeger. Enkel tegen Lokeren kon ik niet scoren, maar dat had veel te maken met de puike prestaties van doelman Zvonko Milojevic. Maar over het algemeen ben ik zeer tevreden.”

Verbazen de prestaties van Brussels jou ?

“Neen, eigenlijk niet. We hebben tijdens de voorbereiding ontzettend hard gewerkt en hopen in de eerste helft van de tabel te eindigen. Albert Cartier bracht discipline in de ploeg. Iedereen moet een blok vormen, op het terrein en daarbuiten. Alle spelers accepteren dat en werken daar aan mee. De sfeer is heel goed. Cartier praat vaak met ons, iedere kernspeler weet precies wat hij moet doen. Tegenover vorig seizoen is zowat alles veranderd. Emilio Ferrera was als trainer veel te professioneel voor Brussels. Hij legde ons vaak fases uit die ik gewoonweg niet begreep, hoewel hij toch een meestertacticus is. Wat Robert Waseige betreft : die was waarschijnlijk te relaxed voor de club en de situatie van dat moment. Hij eiste niet genoeg van ons, bleef altijd veel te kalm. Cartier laat van zijn kant niets aan het toeval over. Hij zorgt ervoor dat onze aandacht geen moment verslapt. Na iedere match neemt hij de tijd om alle positieve en negatieve punten door te praten met ons. Altijd op het niveau van de groep, hij pikt er zelden een individuele speler uit. Enkel voor de match tegen Brugge nam hij me even apart. Hij verzekerde me dat ik een goede match kon spelen als ik me maar kalm hield en niet overhaastte.”

Gaf hij je nog andere adviezen ?

“Hij drukte er vooral op dat ik me minder moet uitsloven tijdens een match. Concreet : minder lopen. Vorig jaar was ik vaak uitgeput tegen de tijd dat ik voor doel kwam en daardoor was ik een stuk minder efficiënt. Nu is mijn positiespel veel meer doordacht, en voel ik me de hele match door frisser. Ik moet echter ook mijn ploegmaats bedanken : Kristof Snelders heeft bijvoorbeeld een belangrijk aandeel in mijn goals. Hij is een speler die onophoudelijk voor anderen werkt. Hij kan de bal aan de voet houden, draaien en snel lopen. Dankzij die kwaliteiten kan hij me heel precieze passes geven.”

Eigenlijk ben jij geen typisch Braziliaanse spits. Je kopspel is bijvoorbeeld een van je sterkste wapens.

“Ik profiteer simpelweg van mijn lengte. Ik beschik wel degelijk over een goede techniek, maar het is duidelijk dat ik niet al mijn tijd verdoe met schijnbewegingen. Als speler lijk ik misschien veeleer op iemand als Mario Jardel. Er zijn best veel Brazilianen die goed zijn met het hoofd, hoor, maar men concentreert zich meestal op diegenen die met een bal doen wat ze willen. In België beginnen de verdedigers mijn spel langzaam te kennen. Ze zitten steeds dichter op me, waardoor het voor mij onvermijdelijk moeilijker wordt.”

Je vorige club, Genk, haalde met Bob Peeters een nieuwe spits binnen. Geen spijt dat jij daar niet meer staat ?

“Helemaal niet. In Dortmund ( waar Genk won met 1-2, nvdr) was ik de auteur van de twee winnende goals. Na die wedstrijd beloofde het bestuur me een nieuw contractvoorstel. Na drie maanden had ik nog niets gehoord. Het bestuur respecteerde me niet echt, en dat is de reden dat ik Genk verlaten heb. Ik vind dat spelers zich moeten schikken naar de bestuurders, maar daar tegenover staat dat zij ook een zekere loyaliteit aan de dag moeten leggen ten opzichte van hun spelers.”

Hoe zie jij je toekomst ?

“Op dit ogenblik concentreer ik me op FC Brussels. Daarna zien we wel. De transfermarkt is gesloten. Ik had enkele contacten, in het bijzonder Standard, maar niks concreets. Volgende week spelen we tegen Anderlecht. Ik hoop dat ik Hannu Tihinen tegenover me krijg en niet VincentKompany, want die is veel te beweeglijk en snel voor mij. Op lange termijn hoop ik bij een grote buitenlandse club terecht te komen of terug te keren naar Brazilië.”

door Tim Baete

‘Albert Cartier bracht discipline in de ploeg. Iedereen moet een blok vormen, op het terrein en daarbuiten.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content