NA DE DONKERE WOLKEN BOVEN HANNOVER SCHEEN VOOR STANDARD TEGEN OHL WEER DE ZON. DE ROUCHES KWALIFICEERDEN ZICH MET EEN RUIME ZEGE VOOR PLAY-OFF 1. TECHNISCH DIRECTEUR DE SART IS DAAR HEEL TEVREDEN MEE.
Die kwalificatie was duidelijk een grote opluchting voor de club.
Jean-François de Sart: “Play-off 1 halen was een absolute must. Ons doel is een Europees ticket, we willen volgend seizoen weer op dat toneel aanwezig zijn. Anderlecht is wel favoriet voor de titel, de Brusselaars beschikken over Suárez, Mbokani en Jovanovic, die mannen kicken op de grote affiches.”
De groep heeft de klap van Hannover wel goed verwerkt, maar kunt u verklaren wat er daar gebeurd is?
“Standard speelde, in tegenstelling tot de eerdere drie matchen tegen de Duitsers, erg statisch en gaf niet thuis op bepaalde fases waar details het verschil maken. De concentratie die ons zo ver gebracht had, ontbrak die avond. Dat is een kwestie van mentale sterkte.”
Er was ook sprake van vermoeidheid.
“Je mag niet vergeten: 14 Europese matchen, dat is een halve competitie die erbij komt. De uitschakeling deed natuurlijk pijn, maar de ploeg heeft daarmee ervaringen opgedaan die ongetwijfeld van pas zullen komen in de play-offs.”
De spelkwaliteit was na de winterstop over het algemeen toch niet goed?
“We kenden onze beste periode in november, dat is waar. Maar wat gebeurde er nadien: er kwamen de logische schorsingen maar we kregen ook te maken met een pak blessures: Mujangi Bia, Van Damme, Seijas, Tchité…”
Tchité kende hoogtes en laagtes …
“Dat is logisch: hij had een blessure aan het begin van het seizoen en dan nog eens zes weken in de winter. Door de snelle opeenvolging van wedstrijden komen blessures sneller terug.”
Maar om op de spelkwaliteit terug te komen …
“Excuseer, maar daar ben ik het niet mee eens. Standard heeft weinig afspraken gemist. De resultaten waren na Nieuwjaar minder, dat klopt, maar we verdienden het dan ook om vijf of zes punten meer te hebben: twee of drie gelijke spelen die een overwinning hadden moeten zijn, en een blunder van de scheidsrechter die ons mogelijk de match tegen Anderlecht heeft gekost.”
Er was anderzijds de doorbraak van Michy Batshuayi. Die heeft een mooie toekomst voor zich?
“Ja, met wat geduld. Hij moet nog groeien, leren om te gaan met succes en met tegenslag. Romelu Lukaku bijvoorbeeld is te snel vertrokken naar Chelsea, zijn vorming was nog niet voltooid.”
Komt u vaak tussen in de groep?
“Niet rechtstreeks, dat is het domein van José Riga. Maar wij praten geregeld over onze ideeën.”
Er werd gespeculeerd over onenigheid tussen jullie beiden …
“Dat slaat nergens op. Je leest zo veel op Facebook … Ik ben er om Riga te helpen. We zitten op hetzelfde schip en het doel is om onze taak tot een goed einde te brengen. Standard heeft het voorbije jaar immers grondige veranderingen ondergaan.”
Wat is uw idee over de BeNeliga, waar uw voorzitter Roland Duchâtelet zo voor pleit?
“Op onze Europese reizen bleek nogmaals dat de kloof met de buitenlandse clubs voortdurend groter wordt. Onze stadions zijn niet meer te vergelijken met de moderne infrastructuren in Duitsland en Polen. Als er geen reactie komt zal die kloof alleen maar breder worden. Standard is al aan een inhaalbeweging begonnen met zijn Académie en anderen zijn gevolgd – zoveel te beter. Ik begrijp dat Duchâtelet de BeNeliga verdedigt, want het zou ons financieel draagvlak vergroten. Die stadions in Nederland kunnen ons ook op ideeën brengen.”
Hebben jullie banden met buitenlandse clubs?
“Niet speciaal. We hebben contacten met Maastricht in Nederland, zoals we die in België hebben met Brussels, vanwaar er traditioneel wel wat jongeren komen. Wat de jeugd betreft, moet er trouwens ook wat gebeuren, want bij de U21 worden vaak spelers van de U16 en U17 opgesteld, waardoor het U21-kampioenschap aan waarde verliest. Ik heb al aan de alarmbel getrokken en ik hoop dat de clubs van eerste klasse hun U21 op een dag in derde klasse mogen laten spelen.”
DOOR PIERRE BILIC
