NA TWAALF JAAR WESTERLO HOUDT OOK JEF DELEN ER NA BIJNA 400 WEDSTRIJDEN MEE OP IN EERSTE KLASSE. OP ZIJN EIGEN MANIER HEEFT HIJ IN DIE PERIODE DE ZIEL VAN DE CLUB BELICHAAMD.

’t Zit erop, Jef.

Jef Delen: “Donderdag is er nog de laatste wedstrijd tegen KV Oostende, maar niet voor mij, want ik train door een ontstoken achillespees eigenlijk al een maand niet meer. Ik ga geen risico’s meer nemen. Het is zonde om met een degradatie te moeten stoppen – dat is voor mij het dieptepunt, samen met een blessure waardoor ik eens vier maanden aan de kant stond – maar uiteindelijk heb ik hier twaalf jaar gespeeld en niet dat ene jaar. De voorgaande elf seizoenen zijn schitterend geweest. Als ik aan mijn periode bij Westerlo terugdenk, dan komen vooral die naar boven, met de gewonnen bekerfinale in 2001 waarin ik het enige doelpunt maakte als hét hoogtepunt. Ik ga vooral de sfeer missen, het werk op de club tijdens de week en het contact dat je dan met de medewerkers had.”

Je twaalf jaar probleemloos in de basis handhaven bij dezelfde club is een prestatie die weinigen je nadoen, maar muggenzifters zullen opmerken dat je op de linkerflank niet de man was die opviel door veel assists of doelpunten.

“Toen ik nog op mijn positie, linksmidden, stond, heb ik toch elk jaar mijn doelpunten gemaakt, denk ik. Alleen stond ik de laatste vijf jaar dus linksachter en dan was er minder sprake van scoren of laten scoren. Het was niet mijn positie, maar ik speelde er toch altijd mijn wedstrijden: dertien jaar in eerste klasse (twaalf bij Westerlo en één bij Verbroedering Geel, nvdr) en bijna 400 wedstrijden. Ik ben er trots op en ik heb – want die vraag krijg ik weleens – van geen enkele keuze spijt in mijn carrière.”

En nu?

“Voorlopig ga ik het ‘kopke’ vrijmaken en op vrijdagavond voetballen met de vrienden bij Rode Ster Corsica, in Beerzel, waar ik woon. Ik wil vooral mijn weekend vrijhouden, daar sta ik op, en als ik eens geen zin heb om te voetballen, hoef ik niet te gaan. Ik heb al telefoons gekregen om op lager niveau te voetballen, maar ik heb dat afgehouden. In de winterstop mogen ze altijd nog eens terugbellen. Eerst ga ik nog twee maanden op huwelijksreis door Australië, Nieuw-Zeeland en Frans-Polynesië. En dan nieuw werk zoeken. We gaan kamperen, rondtrekken met een camper, een auto huren… Ik heb werk dicht bij huis altijd belangrijk gevonden, maar reizen is iets anders. Als het aan mij lag, bleven we nog twee maanden langer. Op het gebied van reizen ben ik wel avontuurlijk. Ik denk dat dit het begin wordt van nog heel veel reizen.”

In het clubblad van Westerlo gaf je aan een job in Planckendael wel te zien zitten. Jef Delen tussen de olifanten, het zou wennen zijn.

“Waarom niet? Het park proper houden, ik zou dat wel zien zitten. (lachje) Ik heb altijd al een voorliefde gehad voor de natuur: ik ben opgegroeid op een boerderij en thuis hou ik ook veel beesten.”

Wie was de beste voetballer met wie je bij Westerlo samen speelde?

Dirar, Coelho, Brüls, Henrique… Toch spelers die later hebben bewezen dat ze het ook bij grotere clubs kunnen. Maar er hebben hier heel veel goede voetballers gespeeld.”

Maar dit seizoen iets minder.

“De kwaliteit was niet minder, vond ik. Als je naar de kern kijkt – op een gegeven moment 28 tot 30 spelers – vind ik het nog altijd raar dat we in deze situatie terecht zijn gekomen. Het was gewoon het seizoen van de tegenslag. Telkens als we dachten dat het zou keren, werd het nog erger.”

Je bent door Jan Ceulemans naar Westerlo gehaald en je vertrekt nu samen met hem. Wat onthoud je van hem?

“De rust die hij altijd uitstraalde, ook op momenten dat het minder ging met de club. Dat het altijd rustig is gebleven in Westerlo, daar heeft hij een aandeel in. Ik heb hem dit seizoen in één jaar tijd wel tien jaar ouder zien worden. Je zag aan zijn blik dat hij er altijd mee in zijn hoofd zat. Als je tien jaar met iemand samenwerkt, begin je dat wel op te merken aan zijn gelaat.”

Wie moet hem opvolgen?

“Goh, ik heb het er net nog met Bart Deelkens over gehad. Er zullen er zich wel genoeg kandidaat gesteld hebben. Misschien geven ze Frank Dauwen een kans, of ze pakken een nieuwe.”

Is Frank Dauwen er klaar voor?

“Ik denk het wel, ja, en hij kent de club.”

DOOR RAOUL DE GROOTE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content