Vanavond speelt Racing Genk in en tegen Leiria de terugwedstrijd (0-0 heen) in de halve finales van de intertoto. Dat is meer dan Genk en zijn trainer, RenéVandereycken, in de voorbereiding op een nieuw seizoen lief is.

In welke mate heeft de intertoto de voorbereiding verstoord ?

René Vandereycken : “Vooral de eerste drie, vier weken moesten veel te veel spelers negentig minuten spelen, wat op dat ogenblik niet goed is, vind ik. De eerste wedstrijden zijn spelers normaal maar in staat vijfenveertig tot zestig minuten te voetballen. Dus je moet er dan in de loop van de week heel erg rekening mee gaan houden, anders wordt het gevaar op blessures en vermoeidheid te groot. De spelers voelen ook aan dat dit een andere voorbereiding is dan gewoonlijk.”

Betekent dit dat de groep conditioneel minder ver staat dan zou moeten ?

“Als je twintig tot vijfentwintig spelers ter beschikking hebt en je kan niet wisselen, dan is die opbouw van de hele groep niet dezelfde geweest. De verscheidenheid is veel te groot. Mochten er nu ineens een aantal uitvallen door blessures, schorsingen of ziekte, dan hebben die andere spelers, die minder aan bod gekomen zijn, die negentig minuten nog niet in de benen. Dat is dan een probleem.”

Een van de spelers die weinig aan spelen toekwam was Cédric Roussel. Waarom ?

” Roussel is geen speler meer van Racing Genk, dus daar praat ik niet over.”

Vorig seizoen vond Sef Vergoossen geen complementair duo bij zijn spitsen, nu heb je er Igor De Camargo bij, maar Paul Kpaka en Kevin Vandenbergh leken nog altijd niet zwaar te wegen in de voorbereiding.

“Dat ze individueel niet zwaar wogen, daar ben ik het helemaal niet mee eens. Maar aan een of twee momenten dat ze samengespeeld hebben, kan je geen conclusie verbinden. Zeker niet in een voorbereidingsperiode, dat zou voorbarig zijn. Vandenbergh heeft momenten gehad dat hij heel goed vrij stond, maar werd dikwijls niet goed aangespeeld. Kpaka was op zeker ogenblik veruit de sterkste aanvaller bij ons. Hij heeft een periode van tien, veertien dagen gehad dat hij echt heel goed bezig was. DeCamargo stak er de eerste dagen bovenuit, kende een terugval en kwam nu weer naar boven met zijn doelpunten tegen Dortmund. Door het wegvallen van een spits, Cédric Roussel, zijn we weer op zoek naar een spits. Dat kan, als dat goed ingevuld wordt, het samenspel ook bevorderen.”

Terwijl de voorzitter vond dat er een spits wegmoest omdat er met vier te veel op de bank zouden moeten zitten.

“Ik ga de uitspraken van de voorzitter niet analyseren. Dit is een afspraak die we gemaakt hebben op het moment dat Roussel vertrok. Dus zoeken we nog altijd een defensieve, en offensieve, linksvoetige speler, een creatieve middenvelder en een bijkomende spits.”

Organisatorisch zat het de voorbije wedstrijden telkens goed bij Genk.

“Over het organisatorische ben ik zeker tevreden : we hebben telkens in de loop van de wedstrijd meer offensieve spelers ingebracht terwijl de organisatie bleef staan en we niet meer ruimte weggaven. Dat vond ik van de groep getuigen van een zekere soepelheid in hun aanpassingsvermogen. Want ik kan het makkelijk uitleggen, maar het uitvoeren op het veld blijft het moeilijkste. En daar was ik meestal heel erg tevreden over.”

Na de thuiswedstrijd tegen Leiria zei je : “Het was een weinig spectaculaire wedstrijd, maar dat gaan we ginder goed maken.” Waarop baseer je je daarvoor ?

“We gaan alleszins proberen om daar iets creatiever om te gaan met de eventueel geboden ruimte. Ik veronderstel dat we iets meer ruimte gaan krijgen, zonder dat zij hals over kop zullen gaan aanvallen. Met de weinige ruimte die we thuis gehad hebben, konden we een aantal kansen creëren en na een week staan we ook conditioneel weer iets verder. Dat heeft ook een grote rol gespeeld : we stonden nog niet zover dat we negentig minuten druk konden uitoefenen. Ik hoop dat we dat een paar dagen voor de competitiestart bij momenten beter kunnen en hoger de bal heroveren. Dan is de counter snel opgezet en moet je niet veel meters meer overbruggen. Dat is altijd spectaculairder, bedoel ik.”

door Raoul De Groote

‘We zijn weer op zoek naar een spits.’