T im Smolders (24) nam bij RBC Roosendaal een vliegende start. Twee goals tegen PSV en twee tegen Vitesse ; twee met de rechter, één met de linker en één met het hoofd : plots stond hij in Nederland op kop van de topschutterslijst. “Het heeft met vertrouwen en met mijn positie te maken”, zegt hij. “Zeker thuis speel ik hier als hangende spits en dat ligt mij. Tussen spits en middenveld voetballen is ideaal voor mij.”

Een positie die in het concept van Trond Sollied niet bestaat ?

Tim Smolders : “Misschien wel als je de driehoek op het middenveld omdraait, maar dat gebeurt zeer zelden. Dan ben je trouwens nog altijd middenvelder en met drie spitsen wordt er in Brugge niet zo verwacht dat je als middenvelder ook nog doelpunten maakt.”

Krijg je bij RBC meer scoringskansen of doe je er meer mee dan bij Club Brugge ?

“Dat tweede, denk ik. Het grote verschil is dat ik hier meteen als vaste waarde ben beschouwd. In Brugge moést die bal erin, zoniet kan je nog een weekje langer wachten op een basisplaats.”

Straks word je nog topschutter in Nederland !

“Dat zal moeilijk worden, denk ik ( lacht), want bij een topclub krijg je toch veel meer kansen.”

Wat onthoud je van vier jaar Trond Sollied ?

“Tactiek. Ik zie bij RBC dikwijls fouten in de omschakeling waarvan ik zeg : in Brugge deden we het zo. Als die dingen blijven terugkomen, zal ik het er hier misschien na verloop van tijd wel eens over hebben.”

Ben je boos op Sollied ?

“Neen. Ik heb vorig seizoen mijn kans gekregen en ik verwijt alleen mezelf dat ik niet met de druk om heb gekund. Anders had ik veel verder gestaan, denk ik. Als je drie jaar bijna niet gespeeld hebt en plots die kans dan wel komt, moet je ze grijpen. Dat speelde veel te veel in mijn hoofd : als ik ze niet grijp, zal het weer niks zijn. Ik vind sowieso : zodra een voetballer moet nadenken, is het om zeep.”

Je was gespannen, je speelde verkrampt, ver onder je werkelijke waarde.

“Ja. Er was een enorm verschil tussen de trainingen en de wedstrijden. Altijd verkrampt. Als je daarover begint na te denken, weet je het op de duur zelf niet meer. Gelukkig heb ik enorm veel steun gehad van mijn vrouw. Nu zie je dat ik hier toch een beetje meer op mijn plooi begin te komen, ook omdat het hier veel communicatiever toegaat. Hier heb ik meer houvast.”

Is de Nederlandse competitie ideaal om je opnieuw te lanceren ?

“Ik wou absoluut in Nederland beginnen, omdat ik een nieuwe wind wou laten waaien, maar ik ervaar heel weinig verschil tussen de Belgische en de Nederlandse competitie. Het verschil zit in de clubs : RBC is geen topclub en heeft niet de kwaliteit van Club. In Brugge hadden wij altijd de bal, hier moet ik meer achter de bal lopen.”

Wat was de grootste aanpassing ?

“Dat ik zelfs als tweede spits heel ver moet terugzakken. In feite speel ik zelfs op die positie onder de middenlijn. We deden het ook al eens met twee middenvelders en toen ging het iets beter. Anders moet ik mijn man gewoon volgen als hij opkomt, toen werd hij regelmatig eens overgenomen.”

Ben je fysiek niet sterker geworden in Brugge ?

“Ja. In het begin was ik fysiek bij de mindere, op het einde bij de betere, achter Simons en Clement uiteraard. Maar ik heb de voorbije jaren niet genoeg gespeeld om hier de laatste tien, vijftien minuten geen krampen te hebben, denk ik ( lacht). Op einde van de wedstrijd ben ik hier bijna altijd uitgeput. Daar kan ik nog in groeien, door te spelen, door mijn krachten te verdelen en de juiste momenten te kiezen.”

Ben je niet te lang bij Club Brugge gebleven ?

“Ik heb er mezelf meer tijd gegund dan dat ik dat bij een middenmoter gedaan zou hebben. Ik heb genoten van de tijd bij Brugge, want ik heb er veel mogen meemaken : Europese verplaatsingen, titel en beker winnen. Ik wou er absoluut weg, omdat ik mij niet kon permitteren nog een jaar op de bank te zitten. Maar ik kijk er alleen maar positief op terug.”

Houdt het je nog bezig dat je er niet bent doorgebroken ?

“Momenteel niet. In mijn achterhoofd zit dat ik het niveau misschien wel aankon, maar nu is het kwestie van hier zo goed mogelijk te spelen.”

Hoe zie je je toekomst ?

“Dit seizoen zoveel mogelijk wedstrijden spelen en dan kijken hoe het met mijn niveau en dat van RBC staat.”

Christian Vandenabeele

‘Ik heb de voorbije jaren niet genoeg gespeeld om de laatste tien, vijftien minuten geen krampen te hebben (lacht).’