Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Vrijdag begon ook Club Brugge aan de competitie, twee weken later dan de rest. Blauw-zwart was gretig en dat merkte neo-eersteklasser Tubeke, dat al na een (ruim) kwartier aankeek tegen een 0-3-achterstand. Uiteindelijk won Club met 1-4. Het spel kon beter, maar de efficiëntie was er en met Joseph Akpala heeft Club er een stevige bombardier bij.

Stijn Stijnen: “Alles verliep volgens het perfecte scenario, direct 0-1. Dan weet je dat je niet moet beginnen zweven, maar het gebeurde wel en dat kostte ons een strafschop die, gelukkig voor ons, tegen de paal ging. Daarna werd het snel 0-2 en 0-3. Dat we het na de rust nog even moeilijk kregen, hadden we verwacht. Er was in de kleedkamer voor gewaarschuwd dat we niet te laks mochten zijn en ook niet te wild op de vierde treffer mochten jagen. Op het veld ga je echter bij die stand automatisch wat achteruit kruipen en dan weet je dat de tegenstander kansen zal krijgen. Gelukkig valt kort na de 1-3 niet de 2-3, want dan krijg je nog een stuk miserie. Waarna wij scoorden en we de wedstrijd rustig uit konden voetballen.”

Er wordt dit seizoen meer van jullie verwacht in het veldspel. Dat kwam er nog niet helemaal uit.

“Dat had te maken met het wedstrijdverloop, het terrein, de omstandigheden. Ik denk dat hier niet echt een eersteklassesfeer hangt. In het verleden hebben we in zulke situaties vaak verloren, vandaar dat we er vooraf niet zo gerust in waren.”

Had je ooit in de wedstrijd het gevoel dat zij beter in het ritme zaten, met al twee wedstrijden in de benen?

“Neen, nooit. Ik vond het wel afschuwelijk lang, de voorbereiding. Van 30 juni tot nu, dat is acht weken. Anderzijds: wij krijgen hier kritiek voor, maar wij hebben wel géén spelletjes gespeeld met de olympische ploeg. Wij hebben onze spelers laten gaan, terwijl andere clubs dat op een andere manier hebben opgelost en daar géén kritiek voor kregen.”

Nu heb je opnieuw een pauze, vanwege twee interlands.

“Vervelend op clubniveau, je schiet in gang en dan moet je weer even afremmen. En dan wacht direct na de volgende competitiewedstrijd een duel met Young Boys Bern, vandaag voor een Belgische club niet direct iets om gerust in te zijn. Anderzijds: er wordt voldoende getraind, én scherp. We gaan niet mogen zeggen dat we onvoldoende trainingen voor die wedstrijd in de benen hebben. Dat werd Anderlecht verweten, maar ik denk dat het voor ons niet geldt.”

Is er, in de aanloop naar Estland, nood aan een ‘goed gesprek’ tussen olympiërs en ervaren spelers uit de A-ploeg?

“Een gesprek over wat? Ik zou niet weten waarover. Als je in de A-ploeg komt, ben je daar volwaardig lid van en dan gelden excuses als ‘we zijn nog jong’ of ‘we verdienen nog krediet’ niet meer. Als je daar niet presteert, krijg je kritiek en wie daar niet tegen kan … De jongens die in Peking bejubeld werden, zullen zaterdag, bij een eventueel falen, ook de grond worden ingeboord. Wel betreur ik het dat de omgeving van de olympische ploeg bepaalde dingen voedde. Niet de spelers, maar de omgeving, die heeft de voorbije maanden wat gecreëerd. Onaanvaardbaar in mijn ogen. Voor wie werkt voor de bond, mag maar één ding tellen: eendracht. En alles in functie van de A-ploeg.”

PETER T’KINT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content